Mirakelman Franky Dekenne: “Essevee kan niet elk jaar meedoen voor bekerfinale en PO1”

Redactie KW

De Bosuil. Een mooier decor kan je je Zulte Waregem zijnde niet voorstellen voor een wedstrijd op leven en dood. Essevee-icoon en Waregemnaar Franky Dekenne speelde er van 1988 tot 1990. “Of Zulte Waregem nog play-off 1 kan halen? Natuurlijk, maar laat ons dat toch niet elk seizoen verwachten.” Zegt de ex-verdediger, die nochtans niet vies is van een (klein) mirakel.

Franky Dekenne is een mirakelman: enkele weken geleden reed een bejaard vrouwtje pardoes zijn huis binnen, maar dat staat er nog en hij en zijn gezin kunnen het nog navertellen. Als trainer van SV Anzegem haalde hij de Gapers weg uit de kelder van tweede provinciale, promoveerde een seizoen later naar de hoogste provinciale reeks, waar Anzegem nu zowaar derde staat.

Het mirakel tegen Vitosha

En ruim dertig jaar geleden overleefde hij met een comateus Antwerp ternauwernood Vitosha Sofia. Alhoewel. Na de 0-0 in Bulgarije gleed de Waregemnaar in de terugwedstrijd de 0-1 van de lijn, maar hij kon niet verhinderen dat Rudi Smidts en zijn opponent van Vitosha, die alsnog bij de bal probeerde te geraken, op hem vielen. Dekenne werd minutenlang op het veld verzorgd, want alle Antwerpse wissels waren opgebruikt.

“Ik liep een zwaar kruisbandletsel op, waardoor we met tien verder moesten. We lukten nog de 1-1, maar drie minuten van het einde was Vitosha tot 1-3 uitgelopen. Ik lag bij de dokter, hoorde wat er gebeurde en dacht: ‘Boeken toe!'”

Het vervolg van die avond is tot op vandaag een van de grootste mirakels uit de voetbalgeschiedenis. “Ik dacht ook toen de 3-3 viel nog dat we uitgeschakeld waren. Tot die waanzinnige 97ste minuut.” Met dank aan of ondanks Dekennes zware knieblessure? We zullen het nooit weten.

Het mirakel play-off 1

Komende zondag hoeft Antwerp – Zulte Waregem geen 97 minuten te duren voor Dekenne en al zeker niet mocht Zulte Waregem de leiding hebben. Want Essevee is nog altijd ‘zijn’ club, die hij vooral door de bril van een trainer bekijkt. “Dat we 0-3 verloren tegen Genk? Kan gebeuren. Elke Esseveefan vindt het op den duur normaal dat de club elk seizoen meestrijdt voor een plek in de top zes en de bekerfinale. Laat ons daar eens van afstappen. Na vorig seizoen vertrokken met Harbaoui en Bongonda de twee gevaarlijkste spelers. Iedereen dacht: wat gaat dat geven? Halen ze verdorie Larin en Berahino. En die zijn béter hé, voor het collectief, want ze blijven maar lopen. Ik ben nooit de grootste fan van Harbaoui geweest. Topschutter, absoluut, maar zonder aanvoer van sterke flankspelers kan je er niks mee aanvangen. Je moet je ploeg rond hem bouwen. Larin en Berahino gaan heel vaak de bal halen om zelf de actie te maken.”

Het mirakel der 38-plussers

De balvastheid vooraan en het ‘vuile’ werk van het controlerende duo Seck-Marcq op het middenveld: dat zijn volgens Dekenne bepalende facetten voor het meer dan behoorlijke seizoen dat de Esseveeverdediging doormaakt. Met – mirakel o mirakel – twee 38-plussers die er de dienst uitmaken. “Ik moest stoppen op mijn 36ste door een zware blessure aan de quadriceps, maar had mijn lichaam het toegelaten, ik voetbalde tot mijn 50ste”, lacht Dekenne. Het is ook zijn boodschap aan Deschacht en De fauw: “Doe er maar nog een seizoen bij. Voetballer zijn is nog zoveel mooier dan het trainerschap, waar je alleen staat op een eiland.”

Dat Deschacht er na een wekenlange inactiviteit door een schouderluxatie weer staat, verwondert Dekenne niet. “Zeg van hem wat je wil, maar hij is een winnaar. Elk jaar zochten ze bij Anderlecht naar een vervanger, maar evenveel keer stond hij er weer. Ik vind Deschacht ook een godsgeschenk voor Pletinckx. De meesten vergelijken hem graag met Karel D’Haene, maar het lijkt me eerder een Yvan Desloover-type: goed met de kop en sterk in het duel. De chemie die er was tussen Yvan en ik merk ik nu ook tussen Pletinckx en Deschacht. Ik ken Ewoud niet persoonlijk, maar het lijkt me geen leiderstype. Met zo iemand als Deschacht naast hem, kan hij echt wel een mooie carrière uitbouwen.”

Het mirakel Bölöni

Zondag moeten Pletinckx en co de oerkracht van The Great Old zien te overleven. Wie Dekenne daar enorm bekoort is Dieumerci Mbokani. “Veruit de beste voetballer op de Belgische velden. Wat die allemaal kan in de zestien… Niks tegen Hans Vanaken, maar Mbokani moest voor mij altijd de Gouden Schoen gekregen hebben.”

De Anzegem-coach heeft ook een stevige boon voor Laszlo Bölöni. “Een man van de oude stempel? Kan best zijn, maar ik acht geen enkele andere trainer in staat om met dezelfde ploeg die resultaten te halen. Ik vergelijk Bölöni met Kessler in mijn tijd bij Antwerp: kracht, discipline en niet te veel janken. Mooi voetbal is fantastisch tot je twee, drie keer op rij verliest.”

“Ik herinner me een wedstrijd met Antwerp op KV Mechelen. Kessler, die niet te spreken was over onze prestatie een week eerder, hield voor aanvang een speechke van nog geen minuut in de kleedkamer. Jongens, jullie kunnen gewoon niks. Ik trek er mij geen bal meer van aan. Ik zit in de tribune, zoek het maar uit. Deur toe en weg was ie. We stonden vierde, hé. We hebben dan maar zelf tactische bespreking gehouden én gewonnen, maar hij is nog een paar wedstrijden in de tribune gebleven. Dat soort shocktherapie heb ik meegenomen naar mijn eigen trainerscarrière. Zo liet ik recent ook een pittig interview optekenen na een mindere periode, maar afgelopen weekend wonnen we wel met 0-3.”

Het mirakel vanuit play-off 2?

Mogelijk is het straks ook de aanpak van Francky Dury op de Bosuil. “Hoe dan ook: bij verlies zie ik het kloofje met de play-off 1-ploegen net iets te groot worden om het nog te redden.” Mocht de logica in de halve bekerfinale gerespecteerd worden en Essevee sneuvelt tegen Club Brugge, rest er dit seizoen niet veel meer. “Dat weet ik nog zo niet. Dan verleg je de focus naar play-off 2, want mij maak je niet wijs dat je van daaruit geen Europees voetbal meer kunt afdwingen als je in de winning mood verkeert. In mijn tijd kon je deze periode wel al zeggen dat er niks meer te winnen of te verliezen was als je pas zevende of achtste stond, want Europees voetbal was alleen voor de top vier weggelegd. Maar wie weet wachten er Essevee op het einde van de rit toch nog krakers tegen Club Brugge en AA Gent.”