Ministers volgen West-Vlaams voorbeeld: steden en gemeenten krijgen extra geld voor contactopsporing

© belga
Redactie KW

Steden en gemeenten krijgen extra financiering om de lokale contactopsporing te versterken. Ze krijgen voortaan een vergoeding van 100 euro voor elke indexpatiënt die ze contacteren. Vlaams minister van Binnenlands Bestuur Bart Somers en minister van Volksgezondheid Wouter Beke volgen daarmee het voorbeeld dat onder meer door Moorslede en Ledegem werd gegeven.

Naast de testing staat ook de contactopsporing steeds meer onder druk door het stijgende aantal besmettingen. De opsporing gebeurt op Vlaams niveau, maar verschillende steden en gemeenten investeren in een eigen initiatief. Zij krijgen daar nu een vergoeding voor.

“De voorbije maanden hebben we in een aantal steden en regio’s proefprojecten opgezet, waarbij lokale projecten meewerken aan contactopsporing”, laten de twee ministers weten.

Omdat de nationale opsporing van mogelijke besmette mensen nog te wensen overlaat, zetten steeds meer gemeenten een eigen contact tracing op poten. In West-Vlaanderen stond de teller woensdagmiddag op 17 gemeenten.

Dit gebeurde onder meer in Moorslede en Ledegem, die vrij snel zelf actie ondernamen toen ze een opmerkelijk verhoogd aantal besmettingen noteerden. Burgemeester Bart Dochy (CD&V) van Ledegem pleitte er meteen voor om huisdokters in het ‘opsporingsverhaal’ te betrekken.

Korter op de bal

“We zien dat dit goed werkt en dat ze een wezenlijke bijdrage kunnen leveren in de strijd tegen dit virus. De lokale contactopspoorders kennen de wijken, weten waar de meest kwetsbare personen wonen, en kunnen korter op de bal spelen. We willen dit nu verder uitrollen en op de eerste plaats onze grote steden vragen om mee te werken aan contact- en bronopsporing”, aldus de ministers.

Somers en Beke hadden dinsdag een vergadering met de burgemeesters van de dertien centrumsteden, waaronder Brugge, Kortrijk, Oostende en Roeselare. Op die vergadering werden de bestaande pilootprojecten toegelicht en uitgelegd hoe ze zelf aan de slag kunnen gaan in samenwerking met de centrale contactopsporing.. Daar werden de pilootprojecten toegelicht en werd uitgelegd hoe de besturen kunnen samenwerken met de centrale contactopsporing.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier