Miljoenen euro’s coronasteun voor OCMW’s hebben te vroege vervaldatum

Met de coronasubsidies worden onder meer laptops gekocht voor kinderen. (foto Getty) © Getty Images
Olaf Verhaeghe

Iets meer dan 6,8 miljoen euro. Dat is het bedrag dat de federale overheid verdeelt over de West-Vlaamse OCMW’s. Met dat geld kan lokaal en specifiek hulp geboden worden aan mensen die in (financiële) moeilijkheden kwamen door de coronacrisis. Alleen is er haast: nog voor het einde van dit jaar moeten alle middelen zijn toegekend. West-Vlaams Kamerlid Melissa Depraetere (SP.A) ijvert met een nieuw wetsvoorstel voor een verlenging van die termijn.

De federale overheid maakte begin september bekend zo’n 125 miljoen euro uit te trekken om mensen die het financieel moeilijk kregen, te ondersteunen. Het betreft kwetsbaren en mensen die door de coronacrisis inkomensverlies leden of koopkracht verloren. Dat geld wordt verdeeld over alle OCMW’s in ons land. De 64 West-Vlaamse gemeenten krijgen 6,8 miljoen euro ter beschikking, waarvan ruim een half miljoen bedoeld is voor personeelskosten.

Deadline

Wel zit er een dikke adder onder het gras. Om gebruik te kunnen maken van de federale middelen, moeten de OCMW’s het geld voor het einde van dit jaar hebben toegekend. Lukt dat niet, dan wordt het overschot teruggevorderd. De Vlaamse Vereniging van Steden en Gemeenten (VVSG) vreest dat de maatregel het doel voorbijschiet.

“De deadline van 31 december 2020 komt gewoon te vroeg”, zegt Nathalie Debast, woordvoerder van VVSG. “De zwaarste gevolgen van de coronacrisis worden eigenlijk pas in 2021 verwacht. Bovendien maakt de torenhoge administratieve last die bij het sociaal-financieel onderzoek komt kijken het voor OCMW’s quasi onmogelijk om alles tijdig te verwerken.”

Dat beamen ook bevoegde schepenen in de West-Vlaamse steden en gemeenten volmondig. “Wij vrezen een grote economische impact in het najaar en begin volgend jaar”, zegt Pablo Annys, SP.A-schepen van Sociale Zaken in Brugge. “Onder meer door faillissementen en ontslagen, zeker in sectoren die het al zwaar hadden zoals toerisme en horeca.”

“De crisis zal niet eindigen op 31 december, integendeel”, pikt zijn Kortrijkse collega Philippe De Coene (SP.A) in. “Op zich is dit een goede steunmaatregel, maar structureel beleid is het niet echt.”

Een verlenging van de termijn met minstens zes maanden of zelfs een jaar wordt dan ook als deel van de oplossing naar voren geschoven. Melissa Depraetere, Kamerlid voor SP.A, diende in dat opzicht een wetsvoorstel in om de toekenning van de coronasteun mogelijk te maken tot eind 2021.

Eenvoudige procedure

Een tweede mogelijke oplossing is het tijdelijk versoepelen en vereenvoudigen van de procedure. Zo neemt het OCMW in Harelbeke zich voor om tijdelijk het sociaal-financieel onderzoek ietwat af te zwakken om heel specifiek coronagerelateerde problemen te kunnen oplossen. In Kortrijk buigt het Bijzonder Comité voor de Sociale Dienst zich dan weer niet over elk individueel dossier dat door de administratie werd behandeld, maar worden de steunaanvragen en masse goedgekeurd. Tegelijk worden op veel plaatsen ook andere welzijnsdiensten ingeschakeld om mensen in nood pro-actief op te zoeken en wordt het aanvragen van steun eenvoudiger gemaakt.

Hoe de middelen concreet zullen worden besteed, is bij velen al grotendeels afgebakend. Tussenkomst bij achterstallige energiefacturen, het ondersteunen van huur, het aankopen van laptops, het dragen van lasten als internetkosten en de nodige steun bij de start van het schooljaar komen vaak terug. Maar ook voor medische kosten of noodzakelijke psychosociale ondersteuning te wijten aan de coronacrisis zullen de federale middelen door de West-Vlaamse OCMW’s worden aangewend.

Anticiperen

In een aantal gemeenten moet nog worden bekeken waarvoor de coronasubsidies gebruikt zullen worden. Zo stelt Ivan Vancayseele, schepen van Sociale Zaken in Koksijde (SP.A) ‘dat het geen zin heeft om dit bedrag zomaar te besteden’. “Het moet gaan om mensen die echt in financiële nood zitten door corona”, zegt hij.

Onder hen zullen heel wat mensen zijn die nog niet bekend zijn bij de OCMW-diensten. “De focus mag dan ook niet enkel liggen op de ‘bekende’ cliënt”, zegt Bart Wenes (CD&V), bevoegd schepen in Roeselare. “De keuze van de besteding van de middelen moet dan ook op anticiperen liggen.”

20200916_ig ocmw coronasteun