Milieuambtenaar Jacky Dereu met pensioen: “Ik heb me echt gesmeten voor het Stadsrandbos”

Milieuambtenaar Jacky Dereu aan het stadsrandbos.© Peter Maenhoudt
Milieuambtenaar Jacky Dereu aan het stadsrandbos.© Peter Maenhoudt
Hannes Hosten

Na exact 30 jaar dienst nam Jacky Dereu (63) afscheid van het stadhuis. Jacky was de allereerste milieuambtenaar in Oostende en zal vooral herinnerd worden voor het Stadsrandbos, waarvan hij een van de vaders mag worden genoemd. “Dat is een strijd geweest”, blikt hij terug. “Maar ik heb me er echt voor gesme ten .”

Op 1 mei gaat Jacky Dereu officieel met pensioen, maar op 6 maart trok hij de deur van zijn kantoor al definitief achter zich dicht. Na precies 30 jaar, want hij startte bij het stadsbestuur op 15 maart 1991.

Op dat moment had hij er al een hele loopbaan opzitten. De licentiaat biologie werkte onder meer bij de scheepvaartpolitie, de persdienst van de NMBS, als wetenschappelijk medewerker aan de Universiteit Gent en in de horecasector. Hij schoolde zich zelfs om tot kok.

Milieuvergunningenbeleid

Maar toen kwam daar het stadsexamen dat zijn loopbaan een andere wending gaf. “Het leven zit soms vol toevalligheden”, lacht hij.

“Ik slaagde en mocht beginnen bij het Bedrijf voor Grond- en Bouwbeleid van de stad. Op dat moment werd de Vlaamse milieuwetgeving VLAREM op gang getrokken. Ik kwam als geroepen om het milieuvergunningenbeleid op te volgen en startte in 1993 als milieuambtenaar.”

Veelkoppig monster

“Oostende had toen wel een stadsecoloog, als een van de weinige Vlaamse steden, maar nog geen milieuambtenaar. Ik was de eerste. Naast het opvolgen van en adviseren in de vergunningsdossiers, was mijn job een veelkoppig monster.”

Allerhande hinderdossiers kwamen op zijn tafel: ratten, vuilnis, geur- en geluidshinder, containers die ’s ochtends te vroeg werden gelost, bodemverontreiniging… “Moeilijke dossiers, maar ik had zelden problemen. Je moet weten waarmee je bezig bent en het algemeen belang voor ogen houden. Eén iemand die klaagt, heeft daarom niet altijd gelijk. Het heeft ook dikwijls met burenruzies of onverdraagzaamheid te maken.”

Jacky handelde de hinderdossiers correct af, maar zijn passie lag toch elders. “Als ecoloog boeide natuurontwikkeling mij het meest. Op dat vlak is er in Oostende gigantisch veel gebeurd”, zegt hij tevreden.

400 hectare natuur

“In 1991 had Oostende nul hectare natuurgebied. Ja, de Zwaanhoek en de Keignaert waren theoretisch wel beschermd, maar in de praktijk ging het om weilanden. Nu heeft Oostende 400 hectare natuurgebied, de duinen niet meegeteld. In verhouding tot de oppervlakte van de stad is dat veel.”

In 1995 kreeg Jacky een nieuwe schepen van Milieu aan zijn zijde: Yves Miroir (toen SP.A, nu Groen). Samen zetten ze hun schouders onder een huzarenstukje: de realisatie van het Stadsrandbos rondom Oostende.

“Het stadsbestuur moet de beslissingen nemen en de middelen voorzien. Maar ook mijn gedrevenheid was groot”, vertelt Jacky. “Het is die tandem die het deed. Ik ben echt tevreden dat we dat hebben kunnen realiseren.”

Natuur moet natuur zijn, geen parkje met een bankje

Intussen kregen 130 hectare rond Oostende de bestemming ‘bos’. 95 hectare daarvan is al gerealiseerd. “In een stedelijk weefsel zijn veel andere bestemmingen mogelijk: industrie, woongebied… Daarvoor willen boeren hun gronden graag verkopen, maar niet voor natuurgebied.”

“Dat gaat over geld, ik begrijp dat wel. Maar net daarom is het belangrijk dat die gronden bestemd werden als bos”, vindt Jacky. “Eens een bos is gerealiseerd, wordt de bestemming ervan nog zelden gewijzigd.”

Veel geduld nodig

Maar het bos kwam er niet vanzelf. “We hebben een strijd moeten voeren. Niet met de eigenaars, alle gronden zijn in der minne gekocht. Wel politiek. Natuur moet natuur zijn, geen parkje met een bankje.”

“Door te verparken zien mensen direct resultaat, voor natuurontwikkeling moet je veel geduld hebben. Ook de bouw van het crematorium in het Stadsrandbos zorgde voor discussie, maar uiteindelijk kwam de parking toch aan de straatkant en niet dieper in het bos.”

Compostpaviljoenen

Ook veel andere aspecten van het milieubeleid kreeg Jacky op zijn boterham: afvalbeleid, dierenwelzijn, de meeuwenproblematiek, het vogelopvangcentrum… Hij neemt tevreden afscheid.

“De milieukwaliteit verbeterde in heel Vlaanderen: lucht, water, bodem… Er is vooruitgang. Het is belangrijk de bevolking mee te krijgen. De wijziging in het afvalbeleid – mensen doen sorteren – lukte vrij goed, zonder al te grote problemen. Meer zelfs, de vier compostpaviljoenen waren een succesverhaal, zowel de vermindering van het restafval als de sociale dimensie.”

Grote Moestuin

Een nieuwe milieuambtenaar moet nog worden aangesteld. Jacky zal nu meer tijd hebben voor zijn partner, twee dochters en twee kleinkinderen, maar ook het milieu blijft hem beroeren.

“Ik wil meer tijd stoppen in mijn grote moestuin, maar ook in het inventariseren van de natuur in Oostende. Zo weten we nog niet welke orchideeën er allemaal groeien in onze stad. Ik zal me zeker niet vervelen.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier