Mieke was 20 in 2000: “Ik trek me op aan mijn gezin”

Mieke Dewulf werd zopas 40. Haar gezin verraste haar onder meer met een autosticker. (foto Davy Coghe)
Olivier Neese
Olivier Neese Editieredacteur Brugsch Handelsblad Brugge - Torhout

‘Ik word 20 in 2000.’ Zo heette de rubriek waar meer dan 500 jonge West-Vlamingen in onze krant vertelden over hun leven. Twintig jaar later confronteren we ze met hun uitspraken van toen. Deze week is het de beurt aan Mieke Dewulf.

“Twee weken geleden, op 30/10/2020, ben ik er 40 geworden. 30 en 10 vormen samen 40. 20 en 20 ook. (lacht) Als sinds mijn geboorte is het een traditie dat we mijn verjaardag op reis vieren. Dit jaar is de eerste keer dat het niet kan doorgaan. Ondanks deze moeilijke coronasituatie heeft mijn gezin er toch een schitterende dag van gemaakt. Zo hingen ze een grote sticker aan mijn wagen, hadden ze speciale T-shirts gemaakt… Echt leuk!”

“De meeste vrije tijd spendeer ik aan de jeugdvereniging van het Rode Kruis.”

“Met een nicht ben ik per toeval bij die jeugdvereniging van het Rode Kruis gerold en daar ben ik blijven plakken. Helaas bestaat die jeugdvereniging niet meer. Op een bepaald moment had ik de maximumleeftijd bereikt, maar er stond geen opvolging klaar. De jeugdvereniging is jammer genoeg doodgebloed. Zelf ben ik nog altijd actief voor het Rode Kruis. Samen met mijn echtgenoot organiseer ik de bloedafnames in Middelkerke en geven we ook jaarlijks een gratis EHBO-cursus voor de inwoners van onze gemeente. Onze oudste zoon heeft nu ook de cursus gevolgd en mag vanaf januari mee. Het zal een gezinsuitstap worden. (lacht) Trouwens, bij die vereniging heb ik mijn man leren kennen.”

“Binnen tien jaar hoop ik getrouwd te zijn. Drie of vier kindjes vind ik zeker niet te veel.”

“Binnen de tien jaar was ik inderdaad getrouwd, met Peter Schepens. Mijn man werkte vroeger bij het leger, werkte als technieker aan boord, maar is op zijn 31ste terug naar de schoolbanken om zich om te scholen tot verpleegkundige. De medische wereld heeft hem altijd al aangesproken en van het leger mocht hij zich omscholen. Daarna werd hij verpleegkundige aan boord. Maar maandenlang van thuis weg zijn: dat werd te moeilijk. Zeker met kindjes. Ze dreigden te vervreemden van hem. Vandaar dat hij de keuze maakte om het leger te verlaten. Nu werkt hij op het operatiekwartier van het Henri Serruysziekenhuis in Oostende en helpt ook nog bij de 112 in Middelkerke. En die drie, vier kindjes? Samen hebben we twee zonen. De dag van vandaag is een heel groot gezin niet meer mogelijk, vind ik. Als je ze alles wilt geven, hen wilt laten voortstuderen… We leven helaas in andere tijden. Dat vind ik wel spijtig. Ik had graag wel een groot gezin gewild. Er had gerust nog een kindje bij mogen komen.”

“Ik wil in de voetsporen van mijn moeder treden. Ze is bejaardenhelpster in rusthuis De Ril in Middelkerke.”

“Na mijn opleiding heb ik enkele jaren in woonzorgcentrum Alphonse Lacourt in Oostende gewerkt. Tot ik een gastric bypass (maagverkleining, red.) liet uitvoeren. (stilte) Bij de operatie werd een zenuw in de buik geraakt. Daardoor ben ik al tien jaar aan het sukkelen en heb ik voor de rest van mijn leven een pijnpomp in mijn buik. Ik heb helaas mijn droomjob moeten stoppen. Heel jammer, want mijn hart ligt daar nog altijd. Als ik het allemaal op voorhand had geweten, had ik die maagverkleining nooit laten uitvoeren. Nooit. Ik was duizend keer gelukkiger ervoor.”

“Als ik het allemaal op voorhand had geweten, had ik die maagverkleining nooit laten uitvoeren. Nooit”

“De eerste twee jaar, als je volop vermagert, is dat nog leuk. Maar dan begint de miserie: tekort aan vitaminen en ijzer, vermoeid zijn, niet kunnen eten wat je wilt, druk op het gezinsleven… Ook zij lijden eronder. Samen op restaurant gaan: dat lukt niet meer. Vorig jaar woog ik nog amper 55 kilogram en moest ik naar een eetherstelziekenhuis gaan om opnieuw te leren eten…”

“Mijn grootste angst is dat we later in dezelfde situatie zouden terugkomen als wat er nu gebeurt in Kosovo.”

“Blijkbaar was ik daar toen mee bezig. Raar, hé. Als je dan bedenkt in welke tijden we nu zitten… Weet je nog in 2000? De wereld zou vergaan. Alles zou uitvallen, het hele land zou platliggen. ‘s Anderdaags stonden we op en was er niets aan de hand. Maar nu, twintig jaar later, ligt het hele land wel plat. Wij houden ons echt heel strikt aan onze bubbel. Elke dag kussen we onze handjes dat er niemand van ons vieren besmet is geraakt. Ik ben een risicopatiënt, mijn man zit een hele dag bij dat beestje, onze oudste zoon volgt verzorging en loopt stage in rusthuizen. We staan er heel dicht bij, maar hebben het gelukkig zelf nog niet gehad.”

“Als kind ben ik veel gepest geweest omdat ik zwaarlijvig was. Dat heeft een enorme impact op me gehad”

“Ik kijk bijna nooit tv, want daar heb ik de tijd niet voor.”

“Dat is nog altijd zo. Ik wil dat mijn huishouden in orde is. Doordat ik ziek ben, voel ik me deels schuldig tegenover mijn echtgenoot omdat ik niet kan werken. Dan wil ik maken dat thuis zeker alles tiptop in orde is. Maar ik heb ook geen zittend gat.

“Ik ben een nogal zenuwachtig en teruggetrokken type.”

“Ik kijk nog altijd wel de kat uit de boom, maar ik ben daarin wel veranderd. Ik heb er mee leren omgaan. Als kind ben ik veel gepest geweest omdat ik zwaarlijvig was. Dat heeft een enorme impact op me gehad. Door mijn relatie, door iemand graag gezien worden, onze kinderen… Het is aan hen dat ik me telkens optrek om te blijven vechten. Ik ben er altijd voor hen en zij zijn er altijd voor mij. Nu, op mijn veertigste, hoop ik dat ik nu eens tien betere jaren tegemoet mag gaan.”

Het interview van 20 jaar geleden

Op 30 oktober vorig jaar vierde Mieke Dewulf haar 18de verjaardag. Mieke woont op het H. Conscienceplein in Middelkerke, samen met haar vader, moeder en broer Kurt. Vader Dewulf is politieagent en moeder werkt als bejaardenhelpster in een rusthuis. Broer Kurt doet het vooral goed in de wereld van het wielrennen. Mieke besteedt haar vrije tijd vooral aan de jeugdvereniging van het Rode Kruis. Vergaderingen voor Happy Kids en supporteren voor broerlief slaat ze ook niet af. Na haar zesde jaar Bejaardenhulp in het Sint-Lutgardisinstituut wil ze drie jaar verpleegkunde studeren. Later wil ze vooral een toffe job te vinden, waarbij ze onder de mensen kan zijn.

Hoe omschrijf je jezelf?

Mieke: “Ik ben een nogal zenuwachtig en teruggetrokken type. Dat is meestal zo op school. Daar ben ik dikwijls bang dat er ruzie zou komen van kleinigheden. Een van mijn negatieve kanten is dat ik ook te veel toegeef aan andere personen. Ik laat mijn nogal gemakkelijk beïnvloeden. Als ik iets zeg bij de jeugdbrandweer en een collega denkt daar anders over, dan laat ik hem zijn gang gaan.”

Wat zijn je voornaamste hobby’s?

Mieke: “De meeste vrije tijd die ik heb, spendeer ik aan de jeugdvereniging van het Rode Kruis. De verantwoordelijke voor de jeugd is voorlopig ziek, dus komt er voor mij wat extra werk bij. We gaan veel naar manifestaties of sportevenementen, zoals triatlons, om er te helpen waar nodig is. Meestal is het onze taak om bv. iemand die gevallen is te verzorgen. In het weekend ben ik te vinden op de vergaderingen van Happy Kids, een jeugdvereniging in Westende. Er blijft dan niet veel tijd meer over, maar toch zorg ik ervoor dat ik altijd een gaatje vrij vind om voor mijn broer te gaan supporteren. Hij is wielrenner en doet dat heel goed. Ik ben trots op hem. Die wedstrijden worden over heel België gehouden, en als trouwe supporters missen we geen enkele.”

Van welke muziek hou je het meest?

Mieke: “Ik ben zeker geen house- of techno-type. Geef mij maar een goeie Knuffelrock. Het zorgt voor een gezellige sfeer en na een zware schooldag kom je daar rustig van.”

Hoe zie je jezelf over zo’n tien jaar?

Mieke: “Binnen tien jaar hoop ik getrouwd te zijn. Ik zie heel graag kinderen. Drie of vier kindjes vind ik zeker niet te veel. En heel belangrijk is dat ik hopelijk een goede vaste job als verpleegkundige vind. Daarvoor ga ik nu nog drie jaar Verpleegkunde studeren aan het HBOV in Oostende, de Hogere Beroepsopleiding voor Verpleegkundigen. Tijdens de stage heb ik in elk geval al veel ervaring opgedaan.”

“Ik kan het ook niet laten om elke week mijn lijfblad te kopen. Het magazine heet Kinderen en het gaat over hoe je met hen moet omgaan, hoe je ze moet verzorgen, hoe een kinderkamer inrichten en zo van die dingen. Misschien belangrijk voor later hé.”

Wat is je grootste angst voor de toekomst?

Mieke: “Mijn grootste angst is dat wij later in dezelfde situatie zouden terechtkomen als wat nu gebeurt in Kosovo. Het is een verschrikkelijke situatie. Er zijn zoveel onrusten in de wereld, en ik denk dat het ook hier kan gebeuren.”

Volg je de actualiteit?

Mieke: “Heel zeker. Ik moet van school bijhouden wat er in de wereld gebeurt. Af en toe doorblader ik de kranten. Het interesseert me echter niet allemaal, maar als er iets gaande is in de medische sector, hou ik dat wel bij. Ik kijk bijna nooit tv, want daar heb ik de tijd niet voor. ‘s Avonds heb ik meestal genoeg leerstof om te studeren, zeker nu, met de examens in het vooruitzicht.”

Waarom heb je voor bejaardenhulp gekozen?

Mieke: “Enerzijds om in de voetsporen van mijn moeder te treden. Zij is bejaardenhelpster in rusthuis De Ril in Middelkerke. Ik ging vroeger af en toe met haar mee. Wat ze deed, vond ik heel fascinerend en ik dacht meteen dat ik dit later ook wou doen. Anderzijds hou ik ervan om onder de mensen te komen en ze te helpen. Dat is ook de reden waarom ik bij het Rode Kruis gegaan ben.”

Geloof je? Wat vind je van godsdienst?

Mieke: “Sommige momenten geloof ik wel, op andere niet. Ik heb een keer een kaarsje gebrand omdat mijn broer een belangrijke wedstrijd zou winnen. Ik dacht dat het zou helpen, maar integendeel. Hij is gevallen en in het ziekenhuis beland. Op zo’n moment kunnen kaarsjes mij gestolen worden. Een andere keer hielp het wel. Ik weet niet wat ik ervan moet denken.”

Op een dag verneem je dat je de lotto gewonnen hebt, wat doe je?

Mieke: “Het eerste wat ik doe is bouwgrond kopen om er een gezellig huis op te zetten. Ik zie het wel zitten om hier in de wijk te wonen. De rest zou ik sparen voor later. Maar moest ik het geld in een dag moeten opdoen, dan vind je mij hier niet meer. Dan zit ik op de Domenicaanse Republiek in de zon. Op 30 juni moet ik trouwens mijn praktisch rijexamen afleggen. Een autootje zou dan meer dan welkom zijn.”

Binnenkort moet je gaan stemmen. Hoe sta je daar tegenover?

Mieke: “Ik ga stemmen omdat het moet. Eigenlijk interesseert het me allemaal niet zo veel. Ik denk dat ze na de verkiezingen toch hun eigen zin doen en dat de stemmen van de mensen niet zo veel uithalen. Politicus is het allerlaatste wat ik zou willen zijn. Ik denk dat mijn mannetje niet zou kunnen staan.”

(Els)

Mieke Dewulf

Geboren op 30 oktober 1980 in Oostende. Groeide op en bleef daarna wonen in Middelkerke. Is de dochter van Frank Dewulf (gepensioneerd politieagent) en Ann Bekaert (gepensioneerd bejaardenhelpster). Heeft één broer: Kurt. Hij is drie jaar ouder. Ze trouwde in 2007 met Peter Schepens, die werkt als verpleegkundige in het Henri Serruysziekenhuis in Oostende. Samen kregen ze twee zonen: Ruben (16) en Thibo (12). Ze studeerde bejaardenhulp aan het Sint-Lutgardisinstituut in Oostende. Ze ging ook aan de slag in die sector, maar moest die droom wegens medische redenen stopzetten. Is nu poetshulp bij bejaarden thuis. Is samen met haar man de trekkende kracht achter de Middelkerkse afdeling van het Rode Kruis.

Het interview van 20 jaar geleden

Op 30 oktober vorig jaar vierde Mieke Dewulf haar 18de verjaardag. Mieke woont op het H. Conscienceplein in Middelkerke, samen met haar vader, moeder en broer Kurt. Vader Dewulf is politieagent en moeder werkt als bejaardenhelpster in een rusthuis. Broer Kurt doet het vooral goed in de wereld van het wielrennen. Mieke besteedt haar vrije tijd vooral aan de jeugdvereniging van het Rode Kruis. Vergaderingen voor Happy Kids en supporteren voor broerlief slaat ze ook niet af. Na haar zesde jaar Bejaardenhulp in het Sint-Lutgardisinstituut wil ze drie jaar verpleegkunde studeren. Later wil ze vooral een toffe job te vinden, waarbij ze onder de mensen kan zijn.

Hoe omschrijf je jezelf?

Mieke: “Ik ben een nogal zenuwachtig en teruggetrokken type. Dat is meestal zo op school. Daar ben ik dikwijls bang dat er ruzie zou komen van kleinigheden. Een van mijn negatieve kanten is dat ik ook te veel toegeef aan andere personen. Ik laat mijn nogal gemakkelijk beïnvloeden. Als ik iets zeg bij de jeugdbrandweer en een collega denkt daar anders over, dan laat ik hem zijn gang gaan.”

Wat zijn je voornaamste hobby’s?

Mieke: “De meeste vrije tijd die ik heb, spendeer ik aan de jeugdvereniging van het Rode Kruis. De verantwoordelijke voor de jeugd is voorlopig ziek, dus komt er voor mij wat extra werk bij. We gaan veel naar manifestaties of sportevenementen, zoals triatlons, om er te helpen waar nodig is. Meestal is het onze taak om bv. iemand die gevallen is te verzorgen. In het weekend ben ik te vinden op de vergaderingen van Happy Kids, een jeugdvereniging in Westende. Er blijft dan niet veel tijd meer over, maar toch zorg ik ervoor dat ik altijd een gaatje vrij vind om voor mijn broer te gaan supporteren. Hij is wielrenner en doet dat heel goed. Ik ben trots op hem. Die wedstrijden worden over heel België gehouden, en als trouwe supporters missen we geen enkele.”

Van welke muziek hou je het meest?

Mieke: “Ik ben zeker geen house- of techno-type. Geef mij maar een goeie Knuffelrock. Het zorgt voor een gezellige sfeer en na een zware schooldag kom je daar rustig van.”

Hoe zie je jezelf over zo’n tien jaar?

Mieke: “Binnen tien jaar hoop ik getrouwd te zijn. Ik zie heel graag kinderen. Drie of vier kindjes vind ik zeker niet te veel. En heel belangrijk is dat ik hopelijk een goede vaste job als verpleegkundige vind. Daarvoor ga ik nu nog drie jaar Verpleegkunde studeren aan het HBOV in Oostende, de Hogere Beroepsopleiding voor Verpleegkundigen. Tijdens de stage heb ik in elk geval al veel ervaring opgedaan.”

“Ik kan het ook niet laten om elke week mijn lijfblad te kopen. Het magazine heet Kinderen en het gaat over hoe je met hen moet omgaan, hoe je ze moet verzorgen, hoe een kinderkamer inrichten en zo van die dingen. Misschien belangrijk voor later hé.”

Wat is je grootste angst voor de toekomst?

Mieke: “Mijn grootste angst is dat wij later in dezelfde situatie zouden terechtkomen als wat nu gebeurt in Kosovo. Het is een verschrikkelijke situatie. Er zijn zoveel onrusten in de wereld, en ik denk dat het ook hier kan gebeuren.”

Volg je de actualiteit?

Mieke: “Heel zeker. Ik moet van school bijhouden wat er in de wereld gebeurt. Af en toe doorblader ik de kranten. Het interesseert me echter niet allemaal, maar als er iets gaande is in de medische sector, hou ik dat wel bij. Ik kijk bijna nooit tv, want daar heb ik de tijd niet voor. ‘s Avonds heb ik meestal genoeg leerstof om te studeren, zeker nu, met de examens in het vooruitzicht.”

Waarom heb je voor bejaardenhulp gekozen?

Mieke: “Enerzijds om in de voetsporen van mijn moeder te treden. Zij is bejaardenhelpster in rusthuis De Ril in Middelkerke. Ik ging vroeger af en toe met haar mee. Wat ze deed, vond ik heel fascinerend en ik dacht meteen dat ik dit later ook wou doen. Anderzijds hou ik ervan om onder de mensen te komen en ze te helpen. Dat is ook de reden waarom ik bij het Rode Kruis gegaan ben.”

Geloof je? Wat vind je van godsdienst?

Mieke: “Sommige momenten geloof ik wel, op andere niet. Ik heb een keer een kaarsje gebrand omdat mijn broer een belangrijke wedstrijd zou winnen. Ik dacht dat het zou helpen, maar integendeel. Hij is gevallen en in het ziekenhuis beland. Op zo’n moment kunnen kaarsjes mij gestolen worden. Een andere keer hielp het wel. Ik weet niet wat ik ervan moet denken.”

Op een dag verneem je dat je de lotto gewonnen hebt, wat doe je?

Mieke: “Het eerste wat ik doe is bouwgrond kopen om er een gezellig huis op te zetten. Ik zie het wel zitten om hier in de wijk te wonen. De rest zou ik sparen voor later. Maar moest ik het geld in een dag moeten opdoen, dan vind je mij hier niet meer. Dan zit ik op de Domenicaanse Republiek in de zon. Op 30 juni moet ik trouwens mijn praktisch rijexamen afleggen. Een autootje zou dan meer dan welkom zijn.”

Binnenkort moet je gaan stemmen. Hoe sta je daar tegenover?

Mieke: “Ik ga stemmen omdat het moet. Eigenlijk interesseert het me allemaal niet zo veel. Ik denk dat ze na de verkiezingen toch hun eigen zin doen en dat de stemmen van de mensen niet zo veel uithalen. Politicus is het allerlaatste wat ik zou willen zijn. Ik denk dat mijn mannetje niet zou kunnen staan.”

(Els)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier