MEZINKE (10): Jaggendoenie, ge kriegt gin jukte van up de jutekako te zitn

Redactie KW

Vroeger reisde men om te leren, nu volstaat het om met de regelmaat van de klok eens naar KW.be te surfen. Naar de donderdagrubriek ‘Mezinke!’ bijvoorbeeld, die elke week één typisch West-Vlaams woord op je loslaat én er ook de nodige uitleg bij verschaft.


Jadadde, we zijn al weer bij de letter J aanbeland zeg. Ja goenoene! Wat we daarbij zouden kunnen presenteren, ligt eigenlijk te zeer voor de hand om het ook voor de zoveelste keer echt te gaan doen: de verbuiging van ‘ja/nee’ in ons dialect. Elke rechtgeaarde West-Vlaming weet dat we niet zomaar ‘ja’ of ‘neen’ zeggen, maar daar ook nog eens gaan verbuigen op basis van de persoonsvorm. ‘Joak, joag, joas, jow…’ De voorbeelden zijn legio, net als die voor de ontkennende vorm, die best wel grappige combinaties oplevert. ‘Jakkendoenie’, ‘jaggendoenie’ (voor ‘toch niet’) of ‘joagendoet’ (voor ‘toch wel’), ‘jattendoet’… Voor wie het dialect niet meester is, moet het één groot kluwen zijn. Zeker als we die ontkenning ook nog wat gaan versterken door persoonlijke verontwaardiging: ‘bekndoenie!’

De varianten verschillen van streek tot streek en van stad tot stad, dus we zullen ons op dat vlak maar euh, op de vlakte houden. Er zijn immers best wel nog enkele andere j-dialectwoordjes te vinden. Al beperken we ons voor deze aflevering voor onderstaande twee exemplaren. Bejowja…

>>JUKTE

Betekenis: jeuk. In Geluwe inspireerde het de lokale jeugd zelfs voor de naam van het jeugdhuis. ‘De nachten van de jukte’ hebben dus niets met een slaapkamer vol muggen te maken, maar met een festivalletje aldaar.

Spreekwoorden: “Je werkt wok mo tegen de jukte” betekent zoveel als ‘niet echt overlopen van arbeidsethos’. En dan is er ook nog ‘myn andn jukn ol’: dat betekent dat iemand niet kan wachten om ergens aan te beginnen, om de handen uit de mouwen te steken. Oh, en uiteraard behoeft de uitdrukking ”t stoa geschreevn en gedrukt daj moe schartn woa dat jukt’ weinig verdere uitleg.

>>JUTEKAKO

Betekenis: schommel. Net als voor ’emmer’ en ‘kruiwagen’ bestaan er voor ‘schommel’ heel wat dialectvormen. ‘Tsjoeter’ zeggen sommigen, ‘wipwap’ zeggen anderen, ‘jutekako’ klinkt het dan weer nog elders.

Voorbeeld: “Gisteren ek heel den dag up de jutekako gezeetn en nu ek lik jukte an me poepe. Nu, de jutekako kwam uut in de zandbak en kan geweun ne zwembroek an. ‘t Zyn garantie e poar korreltjes tussen gegrocht toen dak me liete voln.”

*DISCLAIMER: De kans bestaat dat er ook streekgenoten zijn die het woord ‘mezinke’ niet kennen. Het gaat hier om een uitroep van lichte, positieve verbazing. In stripverhalen zou men al snel gewag maken van ‘warempel!’ in dit geval, of zelfs ‘nou breekt mijn klomp!’ ‘Mezinke!’ zeg je wanneer je plots iets opmerkt, waarover je al eerder je bedenkingen had gemaakt en waarvan nu blijkt dat het wel degelijk – tegen sommigen hun verwachtingen in – effectief zo is. “Goat-ie em nu woarlyk mè ze velo no Dardenn vertrokn zyn omdat-ie ‘t ontzag voe met den otto no de naftepoempe te ryn? Wacht, ‘k goan e kji kykn in ‘t kotje. Mezinke, ze velo is weg!”

In bepaalde regio’s van West-Vlaanderen heeft men het dan weer over ‘bezinke’ in plaats van ‘mezinke’. Hoe klein ons landje en hoe minuscuul onze provincie, dan nog blijft een dialect afhankelijk van streek tot streeks, soms zelfs van stad tot stad. Met deze rubriek willen we geenszins beweren alle wijsheid in pacht te hebben. Ken je een alternatief dialectwoord voor iets wat hier al aan bod kwam, laat het ons dan ook gerust weten via frederik.jaques@kw.be. Zo kwamen we intussen bijvoorbeeld al te weten dat aan de kust – zoals in Middelkerke – die uitroep van verwondering eerder klinkt als ‘me ziele (gods)’, wat ons mogelijk alweer een stapje dichter bij de oorsprong van het bizarre woord brengt!

(FJA)