Meulebeekse foorkramer Jean-Pierre Lannoo staat op de kermis in coronatijden

Jean-Pierre Lannoo van de botsauto's. © foto WME
Redactie KW

Steevast kijken heel wat mensen uit naar het jaarlijkse kermisgebeuren in hun gemeente of stad. Het is het moment waar ze met hele gezin de verschillende attracties een bezoek brengen. Dit jaar liep alles anders, zo ook voor de kermisuitbaters zelf. Eén van hen is Jean-Pierre Lannoo (73) uit Meulebeke, die met zijn botsauto’s op tal van kermissen terug te vinden is.

In plaats van een drukke periode waarbij jullie de kermissen opfleuren, gooide het coronavirus roet in het eten. Hoe hebben jullie het coronagebeuren ervaren?

Jean-Pierre Lannoo: “Voor mij begint de drukste tijd tijdens de carnavalperiode en dat duurt tot half oktober. We zijn eraan begonnen met carnaval waar we op de kermis van Maldegem stonden. Er was hier toen nog geen sprake van het virus. Wel al in China, maar hier was er nog geen vuiltje aan de lucht. Enkele weken later begon onze frustratie toen we terug te vinden waren in Tielt. Op woensdag begonnen we met de opbouw en donderdagavond waren we helemaal klaar toen men ons kwam zeggen dat we weer mochten afbreken.”

Hoeveel kermissen hebben jullie niet kunnen doen?

Jean-Pierre: “Een betere vraag zou zijn welke kermissen we effectief wél hebben kunnen doen. Dat is veel gemakkelijker te tellen. Normaal gezien doen we in de periode van maart tot nu een 28-tal kermissen, maar nu waren dat er amper zes. Dat is niets in vergelijking met andere jaren. Dit heeft een verschrikkelijke impact op de foorkramers. Gelukkig niet zo voor mij, maar voor de jongsten onder ons is dit een ramp. Er zullen zeker faillissementen volgen.”

Hoe ben jij het in het kermisgebeuren gerold?

Jean-Pierre: “Ik ben niet de zoveelste generatie van foorkramers binnen onze familie. Voor mij is het allemaal begonnen met een kinderdroom. Als kind woonde ik in een straat die uitkeek op de markt en toen het tijd was voor de jaarlijkse kermis kon ik vanuit ons deurgat kijken op de autoscooters. Van toen al was het mijn droom om ooit zelf eigenaar te kunnen zijn van zo’n attractie. Nu zijn we 51 kermisseizoenen verder en ben ik trots op wat ik heb bereikt. Het maakt mij als vader vooral trots dat mijn dochter ook in de kermiswereld is gerold.”

Vonden de mensen na de lockdown in hun bubbels snel de weg weer naar de kermis?

Jean-Pierre: “In alle eerlijkheid kan ik zeggen dat de kermissen perfect lopen en dat mag je aan iedereen onder ons vragen. Veel kermissen zijn zelfs beter dan vorig jaar omdat je echt ziet dat de mensen nood hebben om eens met hun kinderen buiten te komen.”

Het was een kinderdroom om eigenaar te worden van een attractie met botsauto’s

“We moeten verschillende maatregelen nemen, maar we merken een ongelooflijke discipline bij de bezoekers. Het bezoekersaantal ligt wel hoger bij kermissen waar men geen maximum aantal bezoekers oplegt.”

Je zit al vele jaren in het vak dus je hebt het kermisgebeuren zien evolueren. Wat is het grootste verschil tussen een kermis van vroeger en een kermis vandaag?

Jean-Pierre: “De kermis van 50 jaar geleden valt in niets meer te vergelijken met de kermis van vandaag. Toen kwam er heel wat meer volk omdat niet alle mensen in pakweg 1970 over een auto beschikten. De kermis was een van de enige evenementen waar men elkaar leerde kennen. Nu nog is er een koppel in Wingene dat getrouwd is in 1973 of 1974 en elkaar leerde kennen op de botsauto’s. Elk jaar komen ze naar de kassa om te zeggen dat ze elkaar hier hebben leren kennen. En dat is bij vele mensen zo. Dit hoor ik toch regelmatig zeggen en ik vind dit prachtige verhalen.”

Vele jaren op kermissen staan brengt ongetwijfeld heel wat anekdotes met zich mee. Welke momenten zul je nooit vergeten?

Jean-Pierre: “Wat ik meegemaakt heb in Wingene zal me toch altijd bijblijven. We stonden met onze woonwagens allemaal achter het gemeentehuis en we namen elektriciteit uit het gemeentehuis. De woensdagnamiddag viel die plotseling uit. Ik ging met een collega naar het gemeentehuis om de zekering weer aan te leggen, maar het was er pikdonker. Mijn collega ging in de woonwagen een zaklamp zoeken, maar ongeduldig als ik was, begon ik in het donker al de zekering te zoeken. Tot ik plots een knop voelde. Ik duwde erop waarna de sirene een paar keer afging. Blijkbaar hadden heel wat brandweermannen, die niet wisten waar ze heen moesten, zich intussen verzameld aan het arsenaal. Je kan alvast raden dat de brandweercommandant er niet mee kon lachen. Gelukkig kon de burgemeester dat wel. Nog vele jaren heb ik nadien op de kermis van Wingene mogen horen of ik de sirene nog niet in gang had gestoken…” (KeMa)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier