‘Met liefde arbeiden’ houdt de burn-out buiten de deur

Ann De Craemer
Ann De Craemer Schrijfster

Schrijfster Ann De Craemer is samen met politicoloog Carl Devos en atlete Axelle Dauwens één van onze drie columnisten. Maandelijks neemt ze een maatschappelijk fenomeen onder de loep.

Ondernemer en ex-politicus Roland Duchâtelet zorgde afgelopen weekend in een interview voor ophef met zijn ongezouten mening dat ‘de meeste burn-outs fake zijn’: ‘Mensen veinzen een burn-out, omdat ziekenkas aantrekkelijker is dan werkloosheidssteun’. Een aantal experts ter zake gaf hem (deels) gelijk: professor klinische psychologie en burn-outexperte Elke Van Hoof vond het goed dat er door Duchâtelets uitspraken een debat op gang is gekomen, en stressdokter Luc Swinnen stelde dat burn-out een gratuit begrip is geworden.

Faken zonder sociaal vangnet loont niet

Zelf denk ik het genuanceerder is om te zeggen dat niet de meeste maar ‘veel’ burn-outs van werknemers fake zijn, en dat het helpt om er wat cijfers bij te halen. In 2015 telde het Riziv, het Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering, 8.208 mensen met een burn-out die langer dan een jaar out zijn, onder wie 555 zelfstandigen. Leest u het goed? 555 zelfstandigen.

Dat bevestigt voor mij dat er onder werknemers wel degelijk geprofiteerd wordt van het systeem: volgens een onderzoek van Securex in 2012 hebben zelfstandigen en bedrijfsleiders van KMO’s veel meer last van stress (een belangrijke oorzaak van burn-out) dan werknemers (65% tegenover 35%).

Recentere cijfers uit 2016 leren ons dat steeds meer zelfstandigen langdurig ziek zijn en dat steeds vaker te wijten is aan psychische problemen. Tussen 2011 en 2015 is hun aantal met ruim een kwart toegenomen, bleek toen Kamerlid Griet Smaers (CD&V) vorig jaar de cijfers opvroeg bij minister van Volksgezondheid Maggie De Block.

Faken loont ook niet omdat een zelfstandige weet dat maanden je zaak sluiten kan betekenen dat ze over de kop gaat

Dat het RIZIV in 2015 niettemin zo disproportioneel meer werknemers dan zelfstandigen een uitkering voor burn-out gaf, kan niet anders of de eerste categorie telt een pak mensen die sneller een burn-out durven te faken dan de tweede. De reden daarvoor is niet ver te zoeken: voor zelfstandigen loont het niet om een burn-out te veinzen, want in tegenstelling tot werknemers hebben ze geen solide sociaal vangnet wanneer ze langdurig ‘ziek’ zijn.

De eerste maand na de diagnose – van gelijk welke ziekte, fysiek of psychisch – krijgt een zelfstandige géén uitkering, en vanaf de tweede maand gaat het om een forfaitair bedrag waarbij geen rekening wordt gehouden met het eerder verdiend inkomen. Faken loont ook niet omdat een zelfstandige weet dat maanden je zaak sluiten kan betekenen dat ze over de kop gaat, dus je denkt wel twee keer na voor je naar de dokter stapt. Als zelfstandige kan ik getuigen dat werknemers de woorden ‘profiteren’, ‘in ‘t zwart werken’ en ‘geen belastingen betalen’ graag in één ademen noemen met een zelfstandig statuut, maar de realiteit is anders.

‘Op het randje van een burn-out’

Nu moet je er eerlijkheidshalve wel dit aan toevoegen: het kan dat zelfstandigen minder snel een burn-out hebben (of faken) dan werknemers, omdat ze hun job vaak liever doen: wie de stap zet om een eigen zaak te beginnen of, zoals ikzelf, voor het onzekere bestaan van freelancer kiest, doet dat meestal vanuit een grote gedrevenheid en passie. Dat betekent niet dat ‘we’ geen stress hebben, maar liefde voor het werk kan zelfstandigen wel meer bestand maken tegen stress.

De uitspraak ‘ik zit op het randje van een burn-out’ hoor ik dikwijls, en dikwijls ook gaat het om mensen die eigenlijk hun werk beu zijn

Liefde voor het werk: daar ligt volgens mij vaak het probleem wanneer mensen zeggen dat ze ‘op het randje van een burn-out zitten’, of er een faken, waarmee ze het probleem van mensen die écht een burn-out hebben totaal minimaliseren. De uitspraak ‘ik zit op het randje van een burn-out’ hoor ik dikwijls, en dikwijls ook gaat het om mensen die eigenlijk hun werk beu zijn.

Dat kan omdat het te stresserend is, of omdat ze het eigenlijk nooit graag gedaan hebben, of beide, maar in de drie gevallen zou ik de ‘bijna-burn-outs’ (als je écht een burn-out hebt weet je dat volgens mij pas als het te laat is en heb je nooit zo’n uitspraak gedaan) dit citaat van schrijver Louis Paul Boon willen schenken:

‘Ge moet nooit voor uzelf de zon gaan zoeken in de boeken of op de kermis, in de kerk of onder de rokken van een vrouw, in het diepste van de zee waar veel geld moet liggen of in de verte waar misschien een luilekkerland is, maar ge moet met liefde arbeiden aan het werk waarin ge het handigst zijt, en beseffen dat uw werk, hoe simpel het ook is, deze en de komende geslachten helpen zal. Over uw eerlijke arbeid in dienst van de gemeenschap zittend, zult ge ontdekken dat ge nergens de zon moet gaan zoeken, want zij zit binnen in u.’

‘Met liefde arbeiden aan het werk waarin ge het handigst zijt’: het zou een lijfspreuk van elk van ons moeten zijn. Helaas zie ik om me heen veel mensen blijven vastzitten in een job die ze tegen hun zin doen, maar het betaalt nu eenmaal beter dan wat ze écht zouden willen doen. En goed betalen moet en zalhet, want ze moeten toch de lening voor hun te grote nieuwbouw afbetalen, en ze hebben voor de deur twee auto’s staan, en ze willen toch minstens twee keer per jaar op reis kunnen gaan.

Wanneer iemand zegt op het randje van een burn-out te zitten, moet hij/zij in veel gevallen niet alleen met de vinger naar de werkgever of naar onze ‘stressmaatschappij’ wijzen. Je moet ook in de spiegel durven te kijken

Dan denk ik: live a little, want alleen voor het geld werken heeft met leven niets te maken. Ga iets anders doen als je je ongelukkig voelt in je job; iets waar je wél je ziel in kwijt kunt. Zal je niet gelukkiger zijn met één auto en met één vakantie dan wanneer je dagelijks een job uitoefent die je niets zegt?

Niet houden van je werk is niet de enige oorzaak van een échte burn-out of van de behoefte om er een te faken: zo zouden veel bedrijven best wat soepeler kunnen omspringen met parttime werken of thuiswerken. Maar wanneer iemand zegt op het randje van een burn-out te zitten, moet hij/zij in veel gevallen niet alleen met de vinger naar de werkgever of naar onze ‘stressmaatschappij’ wijzen. Je moet ook in de spiegel durven te kijken en jezelf de vraag stellen: arbeid ik met liefde aan het werk waarin ik het handigst ben? Als het antwoord ‘nee’ is, ligt de oplossing van het probleem minstens voor een deel bij jezelf: ga op zoek naar de zon binnen in u.