Meisjes in De Zande vragen gsm-momentjes

© Getty Images/iStockphoto
Ilse Naudts

Kinderrechtencommissaris Bruno Vanobbergen kreeg in de gesloten jeugdinstelling De Zande in Beernem het vuur aan de schenen gelegd door een van de 53 meisjes die er verblijven. Al was het eerder een geanimeerd gesprek, met een hoopvolle boodschap: “Misschien moet er gedacht worden aan manieren om Skype, gsm’s of andere online chatmogelijkheden toe te laten.” “Keitof dat zo’n belangrijk persoon het voor ons opneemt. Ik had dat niet verwacht”, klinkt het bij het meisje.

“Ik zit hier al twee jaar, met tussenpauzes. Voor drugsfeiten en omdat ik wegliep.” Aan het woord is Doenja (16), een van de 53 meisjes in de gesloten jeugdinstelling De Zande in Beernem. “Ik was een rotkind. Eerst was ik heel opstandig. Maar nu voel ik me hier beschermd en zit ik hier graag.” “Misschien iets te graag”, knipoogt begeleider Thomas van leefgroep 5. Het is de bedoeling dat de meisjes in De Zande voorbereid worden om weer deel uit te maken van de maatschappij. “Inderdaad. Hier zit ik in mijn cocon. De buitenwereld jaagt me schrik aan.”

“Op televisie komen”

Plannen maken de meisjes in De Zande wel. Ze dromen en denken aan hun toekomst, net zoals andere tieners. “Ik wil later op televisie komen”, zegt Doenja. “Daarom vind ik het ook zo spannend om de kinderrechtencommissaris te interviewen.”

Vlaams kinderrechtencommissaris Bruno Vanobbergen was te gast in De Zande in Beernem. Hij bezocht er de interactieve tentoonstelling rond kinderrechten. De meisjes uit de verscheidene leefgroepen in De Zande hadden voor hem een aantal vragen voorbereid.

“Wat je hier het eerste mist, is iemand die om je geeft, iemand die oprecht met je inzit en niet alleen omdat het moet”

“Ik ben pedagoog van opleiding en nu 10 jaar kinderrechtencommissaris. Kinderrechten nemen in een gesloten jeugdinstelling natuurlijk een specifieke plek in”, zegt Bruno Vanobbergen. “Het is voor jongeren enerzijds lastig om hier te zijn, want je bent je vrijheid kwijt. Maar voor sommigen is het ook een opluchting. Zij reageren: ‘ik was niet meer veilig, ik kan hier tot rust komen en krijg bescherming tegen de buitenwereld.’ Omdat ik zelf wou weten hoe het er in zo’n gesloten instelling aan toe gaat, ben ik drie dagen gaan inwonen in de instelling in Ruiselede. Mijn collega Inge van het kinderrechtencommissariaat is hier komen inwonen.”

Onderwijs belangrijk

Na die ervaringen tijdens de intensieve driedaagse wil Bruno Vanobbergen één belangrijk thema op de agenda plaatsen: onderwijs. “We merken dat een gesloten opvang nog iets te veel een pauzeknop betekent. Je komt hier als 14-jarige binnen en wanneer je als 16-jarige buitenkomt, heb je eigenlijk geen enkel attest in handen. Een belangrijk werkpunt.”

“Ik ben blij dat je dat zegt, want je kan hier inderdaad niet alle richtingen volgen”, knikt Doenja. “We hebben het er gisteren nog met enkele meisjes over gehad. Niet iedereen kan hier de richting volgen die zij wil. De lessen zijn vaak gewoon bezigheidstherapie. Ik ben blij dat we nu een nieuwe wiskundeleerkracht hebben. Daardoor is dat vak interessanter geworden.”

Meisjes in De Zande vragen gsm-momentjes
© Foto IN

Doenja wil weten of er nog thema’s zijn die op de agenda moeten. “Volgens mij is er meer aandacht nodig voor meisjes met specifieke psychologische problemen”, denkt Bruno Vanobbergen. “Meisjes die hier misschien niet direct horen, zoals slachtoffers van tienerpooiers, die hele specifieke zorgen nodig hebben en vaak zwaar getraumatiseerd zijn. Bij hen speelt bovendien ook de schuldvraag: ‘Ik ben slachtoffer en zit hier nog altijd opgesloten, terwijl hij er met enkele maanden straf vanaf is.’ Dat werkt frustraties in de hand.”

Nice“, flapt Doenja er heel spontaan uit. Waarna er een giechel volgt. Ze is duidelijk verbaasd dat een volwassene het zo voor haar opneemt. “Sorry, ik bedoel: het is leuk dat zo’n belangrijk persoon aan onze kant staat. En onze frustraties begrijpt. Dat is, wat mij betreft, zeker niet altijd zo geweest. Het doet deugd.”

Na een reeks min of meer verplichte vragen over kinderrechten en de verwezenlijkingen en ambities van de kinderrechtencommissaris krijgt Doenja nog tijd voor één vraag van de meisjes zelf. “Ik weet dat we hier opgesloten zitten, maar is er geen mogelijkheid om toch gsm-gebruik of Skype-gesprekken met onze thuis toe te staan?” Bruno Vanobbergen knikt instemmend. “We leven in het computertijdperk. Dus misschien moet er toch gedacht worden aan manieren om Skype, gsm-gebruik of andere online chatmogelijkheden gradueel toe te laten.” “Echt?!” reageert Doenja. “Ik had gedacht dat je direct nee zou zeggen. Iets van: je zit hier niet voor je plezier of zo.” De kinderrechtencommissaris grinnikt en verduidelijkt: “Natuurlijk moeten sommige meisjes hier beschermd worden tegen de buitenwereld. En dan begrijp ik dat gsm-gebruik uit den boze is. Maar na verloop van tijd moet je toch je vertrouwen kunnen verdienen voor online contacten. Het recht op contact kan immers ook in andere gedaantes dan gewoon een bezoekje van de familie. Misschien is zo’n gsm-momentje wel iets dat voor de een wel kan en voor de ander niet. Het is iets dat in overweging genomen moet kunnen worden.”

“Ik was een rotkind. Eerst was ik heel opstandig. Maar nu voel ik me hier beschermd en zit ik hier graag”

Na een bedankje aan Bruno Vanobbergen en het publiek, rondt Doenja af. Onmiddellijk komt haar vriendin Sara (16) op haar toegestapt: “Keigoed gedaan.” Doenja en Sara zijn hechte vriendinnen. “Sara begrijpt me. Wat je hier het eerst mist, is iemand die om je geeft, iemand die oprecht met je inzit en niet alleen omdat het moet. Sara is dat voor mij.” “En jij voor mij”, zegt Sara. “Ik ben blij dat Sara zegt dat ik het goed gedaan heb, want haar vertrouw ik”, zegt Doenja.

Doenja en Sara delen alles met elkaar. “Ik weet van haar dat ze later op televisie wil komen. En zij weet dat ik actrice wil worden”, zegt Sara. “Ik wil een bekende actrice worden om iets te veranderen in de wereld. Ik wil mensen helpen. Als je bekend bent, krijg je meer aandacht als je je inzet voor een goed doel.”

“Mijn talenten als actrice en presentatrice heb ik hier ontdekt”, zegt Doenja. “We moeten af en toe kleine theaterprojectjes en rollenspelen doen.”

“Ik ben blij dat je dat van die gsm’s hebt kunnen vragen”, zegt Sara. Doenja en Sara snakken naar sociale media. “Ik heb het gevoel dat ik alles mis. Welke nieuwe sneakers in zijn. Leuke nieuwe muziek en zo. Ik ben niet meer mee”, zegt Doenja. “Hier mogen we af en toe naar MNM luisteren. Maar wij houden van R&B en pop.”

“We praten over heel intieme, maar ook over simpele dingen. Als ik denk van, ‘wow, dit moet ik echt aan haar vertellen’, dan weet ik dat zij over dat onderwerp evenzeer in shock zal zijn als ik. We weten van elkaar waarom we hier zitten en hoe we ons daarbij voelen. Zij kent mijn grootste geheimen.”

Doenja en Sara zijn schuilnamen. Om privacyredenen. Doenja begrijpt het niet: “Waarom mag mijn echte naam eigenlijk niet in de krant? Ik ben trots op wat ik vandaag gedaan heb. Daar mag gerust mijn echte naam bij.” Begeleider Thomas knikt: “Je hebt dat heel goed gedaan en het is zeker geen schande dat je hier zit. Maar stel je voor dat je naam en familienaam in de krant komt. Dan kan een werkgever later zien dat je hier opgenomen was. Misschien kan hij dat wel niet plaatsen en krijg je daardoor geen job. Sommige mensen hebben nu eenmaal vooroordelen.” Het zou inderdaad zonde zijn dat de interview- en presentatietalenten van dit meisje daardoor verloren gaan.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier