(Mee)brullen in het park

Henk Vanhee
Henk Vanhee Zanger 'Cowboys & Aliens' en gastblogger voor kw.be

Henk Vanhee, frontman van Cowboys & Aliens én vaste bezoeker van Cactusfestival, deelt elke dag zijn ongezouten mening over het festival.

Het is niet iedereen gegeven om te doseren op het Cactusfestival. De goeie bedoelingen smelten als ijsblokjes in de zomerzon van het moment dat je het park betreedt. Een pint hier, een pint daar, een pint overal. Rekenen op Rhye als katalysator voor een mooie festivaldag was ook al teveel gevraagd. Ondanks de verrassend lekkere groove in hun laatste single ‘The Fall’, werd dit een maat voor niks. Rhye wilde een tapijt van klanken en sferen weven maar leek zelf voortdurend blootvoets op glasscherven te trappen. En eerlijk gezegd: hun pijn was voelbaar tot aan de biertent.

Dan had Millionaire verdorie de zaken veel meer op een rijtje. Vanhamel zocht en vond een sanseveria, knielde Jimmy Hendrixgewijs op het podium en begon vervolgens te dansen en van bil te gaan met zijn instrument op een soortement stoner groove met Status Quo-allures. Het vervolg was een heerlijke pot seks en rock ‘n’ roll. De heren hadden trouwens beslist om ‘I’m on a High’ en ‘Champagne’ strak na elkaar over de hoofden van het publiek te kieperen. Een muilpeer waarvan menig doorgewinterde festivalziel van ging duizelen. Het moet gezegd: Millionaire heeft aan waanzin en rock ‘n’ rollkoorts geen cent ingeboet en legt de lat voor vriend en vijand angstwekkend hoog. Na de show nam de band trouwens de complimentjes in dank aan. Dat is ooit anders geweest, echter bij een prestatie als die van gisteren horen zonder twijfel terechte kapsones.

Dames en heren: Steve Winwood is een genie. Maar dat wist u al. Maar wist u ook dat hij op 69-jarige leeftijd nog steeds geweldig bij stem is? En dat zijn omringende bandleden waarschijnlijk zijn DNA kunnen lezen? Hoe de heren zowel zijn Traffic songs als zijn solowerk in een maatpakje staken en aldus de weg plaveiden voor een straffe show was heerlijk om zien. Ik kan me voorstellen dat de festivalmens, starend uit de verte met een drankje in de hand, een andere mening is toegedaan. Maar je moet muzikanten op het podium de ruimte geven om hun ding te doen. Bij Winwood is dat complex, maar geniaal. En ik was blije getuige.

Tijdens de huppelfunk van Jamie Lidell was het tijd voor een hapje en beentjestrek in de backstage. Doseren, iemand? Een ode aan de frisse festivalpint lijkt me accurater beschreven. En een aanloop nemen naar afsluiter Kaiser Chiefs. Want we wilden springen, dansen en brullen.

Dit is ook wat je krijgt van Ricky Wilson en zijn bende. Wie de Kaiser Chiefs ooit al live aan het werk zag, weet wat je op je bord krijgt: een hyper actieve frontman, veel interactie met het publiek en geweldig meebrulbare hits. Ik geef graag toe: ik heb een geweldig zwak voor de Kaiser Chiefs. Ze leken me begin dit decennium de gedoodverfde vaandeldragers van de mods, tot ze in hun nieuwer werk een irritante Coldplaykloon werden. Ik heb het hen ondertussen vergeven. In ruil eis ik echter ieder concert opnieuw een greatest hits juke box. En of we dat hebben gekregen! Hoorde ik daar iemand in de verte “we are the mods!” schreeuwen? Leeds United! Elland Road! Kaiser Chiefs! Goodnight!

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier