Maximaal 14 leerlingen per klas na 15 mei, geen mondmasker voor lagereschoolkinderen

© belga
Redactie KW

In de klassen zullen maximaal veertien leerlingen worden toegelaten na 15 mei. In het secundair onderwijs mag enkel het zesde jaar vanaf dan hervatten. In het lager onderwijs is dat het eerste, tweede en zesde leerjaar. Dat blijkt na overleg tussen de onderwijskoepels, de onderwijsvakbonden, de administratie en het kabinet van Vlaams Onderwijsminister Ben Weyts (N-VA) dinsdagmiddag.

De onderwijswereld stak dinsdagmiddag de koppen bij elkaar over de vraag hoe de lessen in het post-lockdowntijdperk zullen verlopen.

In dat overleg werd besloten dat er maximaal veertien leerlingen in één klas zullen mogen zitten. En dat op voorwaarde dat elke leerling 4 vierkante meter ruimte krijgt. Voor de leerkracht is dat 8 vierkante meter. “Voor veertien leerlingen is dus 64 vierkante meter nodig”, merken de onderwijsbonden op.

Evaluatie op 22 mei

Daarnaast werd ook beslist dat in het secundair onderwijs enkel het zesde middelbaar vanaf 15 mei in de klas mag zitten. Op 22 mei volgt een evaluatiemoment. Is dat positief, dan kan het tweede en/of ook vierde middelbaar vanaf 29 mei opnieuw naar de schoolbanken.

In het basisonderwijs start men op 15 mei met het eerste, tweede en zesde leerjaar. Drie leerjaren per onderwijsniveau is het maximum, niet het minimum, luidt het in de conclusies na het overleg. “Als een school keuzes moet maken om het doenbaar te houden, dan geven we prioritisering mee (6-1-2).”

Op het overleg werd ook beslist dat in het lager onderwijs geen enkele leerling een mondmasker moet dragen, ook niet de 12-jarigen in het zesde leerjaar. De verplichting geldt pas vanaf het secundair onderwijs. Leerkrachten die dat willen, kunnen een mondmasker ook vervangen door een gezichtsscherm (lager onderwijs) of een plexiglas-afscheiding (secundair onderwijs).

Veiligheid

“We benadrukken nogmaals dat de heropening van de scholen veilig en doenbaar moet zijn. We willen het maximale doen, maar dan ook maximaal veilig”, benadrukken de onderwijsbonden en minister Weyts dinsdag na het overleg. Elke school moet dan ook groen licht krijgen op basis van een risicoanalyse en een beslissing van het schoolbestuur na sociaal overleg.

Aan de lestijd geven de scholen zelf invulling. “De lestijden van vier dagen per week voor eerste en tweede leerjaar en twee dagen voor zesde leerjaar zijn maxima, geen minima. Scholen genieten autonomie over lestijden.”

Ook in het secundair onderwijs geldt dat de lestijden autonoom worden ingevuld met een maximum van één dag voor ASO en DBSO en twee dagen voor de KSO, TSO en BSO.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier