Massale belangstelling voor Bunkerdag

‘Het doet deugd om eindelijk weer te kunnen gidsen,’ zegt Hans Vandenbroucke© KVdm
‘Het doet deugd om eindelijk weer te kunnen gidsen,’ zegt Hans Vandenbroucke© KVdm
Kurt Vandemaele
Kurt Vandemaele Reporter

Hij krijgt een applaus en glundert. “Het doet deugd,” zegt Hans Vandenbroucke. Eindelijk kan het weer. Gidsen mogen ons weer rondleiden en uitleg geven bij het unieke erfgoed waar we vaak veel te weinig bij stilstaan. Zoals die betonnen constructies die heel dikwijls door de natuur overwoekerd zijn, maar waarvan het verhaal dat erachter zit ons vaak onbekend is. Vandaag zetten 20 bunkercomplexen in België de deuren open. 14 ervan zijn in West-Vlaanderen gelegen. Wij trokken naar het Ieperse Boezinge, naar de John McCrae-site, waar de Canadese arts in een vroege bunker zijn beroemde gedicht ‘In Flanders Fields’schreef.

De laatste keer dat Hans Vandenbroucke nog gegidst had, was in februari ’20. “Het was de nachtwacht, een avondwandeling in het duistere Ieper,” herinnert hij zich. “Maar toen is alles radicaal gestopt. Dat was natuurlijk niet leuk, maar voor mij was dat geen drama, aangezien gidsen in mijn geval een hobby is. Maar veel mensen die fulltime gids zijn, zagen hun inkomen op nul terugvallen. Voor hen zal die hele periode wel dramatisch geweest zijn.”

De Belgen ontdekken het oorlogstoerisme

Hans mocht vorige week al mensen rondleiden in de grensstreek om een tocht rond smokkelroutes toe te lichten, “maar het was de eerste keer dat ik het weer over de oorlog mocht hebben. Ik was even nerveus. Ik heb mijn kennis toch even wat opgefrist eer ik er weer aan begon, al die details wat nagekeken, wat afgestoft.”

Hans Vandenbroucke bij het graf van Valentine Joe Strudwick, een soldaat van 15. Voor vele Britten een held.© KVdm
Hans Vandenbroucke bij het graf van Valentine Joe Strudwick, een soldaat van 15. Voor vele Britten een held.© KVdm

Bij de rondleiding op de John McCrae-site zijn er nu alleen Belgische bezoekers. “Ik ben blij hier eindelijk eens massaal veel Belgen te zien. Ze komen van overal. Anders komen hier vooral Britse bezoekers. De Belgen zijn meestal erg in de minderheid. Maar de coronacrisis heeft de mensen de plekjes in eigen land leren ontdekken. En het is leuk om te merken dat ze geïnteresseerd zijn en inderdaad in grote getale opdagen. Hopelijk houdt die belangstelling aan.”

Massale belangstelling op Bunkerdag. Op vele plaatsen waren alle rondleidingen volzet.© KVdm
Massale belangstelling op Bunkerdag. Op vele plaatsen waren alle rondleidingen volzet.© KVdm

Bunkerdag is een vrij nieuw initiatief. In 2018 werd het initiatief, in het kader van het Europees Jaar van het Cultureel Erfgoed, in het leven geroepen. Het project richtte zich vooral op de Antlantikwall, de aaneenschakeling van bunkers, versperringen en natuurlijke hindernissen die de Duitsers in de tweede wereldoorlog installeerden langs de Atlantische Oceaan en de Noordzee om zich te beschermen tegen de geallieerden. Vandaar dat het gros van de bunkers die konden bezocht worden in West-Vlaanderen aan zee liggen. “De provinciale site Domein Raversijde heeft samen met de provincie de schouders onder Bunkerdag gezet, maar ze beperken zich niet tot de tweede wereldoorlog. Ook verschillende bunkers uit de eerste wereldoorlog, zoals deze hier en ook die in Kemmel, een bunker uit de Koude Oorlog, kunnen bezocht worden.”

De wandeling op de John McCrae-site leidt je doorheen weiden met zicht op de obelisk van 49th West Riding Division© KVdm
De wandeling op de John McCrae-site leidt je doorheen weiden met zicht op de obelisk van 49th West Riding Division© KVdm

Veel bunkers in WOI

Wie de brochure van Bunkerdag doorbladert, krijgt wel de indruk dat bunkers vooral in de tweede wereldoorlog voorkwamen. Terwijl er best veel bunkers waren in de eerste wereldoorlog, stelt Hans. “De streek stond vol met bunkers. Maar de meeste ervan heeft men gedynamiteerd. En alleen de bunkers die niet hinderden zijn bewaard gebleven. Of andere omdat ze op een historisch relevante plek stonden. Ik denk bijvoorbeeld aan Tynecot. Daar zijn ze in de begraafplaats geïntegreerd. Maar die bunkers hadden geen enkele functie meer. Men dacht toen nog niet aan herdenkingstoerisme. En dus zijn de meeste ervan vernietigd. De bunkers uit de tweede wereldoorlog, daar waren er minder van. Maar dat waren toen zulke sterke bouwsels, dat men op veel plaatsen niet heeft geprobeerd om die weg te nemen. Men heeft misschien nog gehoopt op een nieuwe functie, maar die zijn inderdaad beter bewaard.”

Hans Vandenbroucke legt uit dat Britse bunkers heel anders waren dan de Duitse.© KVdm
Hans Vandenbroucke legt uit dat Britse bunkers heel anders waren dan de Duitse.© KVdm

De bunkers uit WOII waren ook veel sterker, omdat ze moesten bestand zijn tegen luchtaanvallen. Ze hadden doorgaans muren van meer dan 2 meter dik. “In het begin van de eerste wereldoorlog werden vliegtuigen nog niet militair ingezet. Hoogstens als verkenningstoestellen,” aldus de gids. “De eerste luchtgevechten gebeurden met een pistool. Maar geleidelijk aan is men het nut van die toestellen gaan inzien en zijn ze gebruikt om te bombarderen. De eerste bunkers uit WOI waren niet meer dan dug-outs , schuilkelders. Maar die oorlog bleef maar duren en langs beide kanten versterkte men zijn posities, gebruikte men betere, sterkere materialen en zo is men ook al vlug betonnen bunkers gaan bouwen. In de tweede wereldoorlog werden die nog veel sterker gebouwd, omdat men toen natuurlijk wist dat het gevaar ook uit de lucht kon komen.”

Een hol voor de eerste zorgen

“De bunker bij de begraafplaats op de John McCrae-site in Boezinge was eigenlijk ook een dug-out die uit de berm was gegraven om er de eerste zorgen toe te dienen aan de vele gewonden, die van over de Ieperlee werden aangevoerd. Het was een hol waarvan de bovenkant aanvankelijk gewoon wat versterkt was met ijzeren platen en op de grond lag er wat stro. Meer dan een verzorgingstafel stond er niet. In de eerste site hier was het alleen de bedoeling om soldaten het bloeden te stelpen, de eerste zorg toe te dienen, om de gewonden dan door te sturen naar meer gespecialiseerde posten in het achterland. Degenen waarvan men zag dat ze het einde van de dag niet zouden halen, werden aan de kant gelegd voor ‘comfortzorg’ .

De Belgen ontdekken door de coronacrisis ook gedenkplaatsen als de John McCrae-site© KVdm
De Belgen ontdekken door de coronacrisis ook gedenkplaatsen als de John McCrae-site© KVdm

In deze omstandigheden werkte de Canadese dokter John McCrae. En het was hier dat een vriend van hem de schuilplaats verliet en gedood werd. Daar was hij zo door aangedaan, dat hij een gedicht geschreven heeft, ‘In Flanders Fields’ . Dat gedicht werd gepubliceerd in een krant, opgepikt door de legerleiding en is eigenlijk het symbool geworden van de soldaten die hier kwamen vechten. Maar herlees het eens en je zult zien, de eerste strofe is dan wel zeer idyllisch, verder laat hij de doden spreken en die roepen op om opnieuw te gaan vechten. Eigenlijk is het niet zo vredelievend, maar net heel oorlogszuchtig. In een latere fase van de oorlog, toen McCrae hier al lang niet meer was, gingen de geallieerden in de aanval en vielen er hier 100.000. doden om 9 km te winnen. En toen werd die schuilplaats verder versterkt en kwam er hier een betonnen bunker, die dienst deed als ‘ Advanced Dressing Station’ en gebruikt werd als verbandplaats en bataljonhoofdkwartier door het Britse leger.”

Andere bunkers dan de Duitse

De Engelsen bouwden hun bunkers helemaal anders dan de Duitsers. Ze gebruikten ijzeren platen.© KVdm
De Engelsen bouwden hun bunkers helemaal anders dan de Duitsers. Ze gebruikten ijzeren platen.© KVdm

De wandeling op de John McCrae-site leidt je langs nog een bunker, die uitgegraven is uit de berm bij het kanaal. “Die is deels ontmanteld,” zegt Hans en je ziet de ijzeren platen die ervoor gebruikt werden. “Men spreekt soms van olifantenplaten. De Duitsers maakten hun bunkers helemaal anders. Dat zijn heel vierkanten bouwsels, vaak gegoten in verschillende lagen, of opgestapeld zoals legoblokstukken op mekaar. De Britse zijn heel vaak afgerond. Toen na de oorlog de Ieperlingen terugkwamen, waren hun huizen verdwenen en schuilden ze vaak in dat soort bunkers. Een heel armetierig bestaan, tot er noodwoningen werden opgetrokken. En vanuit die noodwoningen zijn de mensen Ieper beginnen heropbouwen.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier