Martin Heylen trapt tweede seizoen van ‘Zelfde deur, 20 jaar later’ af: “Sommige verhalen kletsen echtin je gezicht”

Martin Heylen: "Wat ik geleerd heb? Gelijk wat je wil doen, doe het nu. Wacht niet tot je 87 bent. Heb je een probleem of ruzie, los het nu op." (foto Geert Van Hoeymissen) © © Geert Van Hoeymissen
Bert Vanden Berghe

Martin Heylen belt vanaf maandag opnieuw aan heel wat deuren in Vlaanderen, net als hij twintig jaar geleden deed. Het resultaat is, net als het eerste seizoen van ‘Zelfde deur, 20 jaar later’, diepmenselijk mooi, ontroerend goed en ronduit hartverwarmend. “Ik was constant verwonderd.”

Twintig jaar geleden belde Martin aan bij zo’n tweehonderd mensen voor zijn rubriek in het toenmalige Man bijt hond. Op zoek naar een goed verhaal. Overal kwam hij binnen op een bepaald moment in het leven van de mensen, waarvan hij zich een paar jaar geleden afvroeg hoe het intussen met die mensen was vergaan. In Zelfde deur, 20 jaar later ging hij enkele mensen van toen opzoeken, en vanaf maandag doet hij dat opnieuw in een tweede seizoen. Neem het van ons aan: veel oprechter en schoner wordt televisie niet. We spreken met Martin, die net geopereerd is aan zijn schouder. Versleten, zo zegt hij zelf. Figuurlijk te veel last op die schouders ook, durven we gokken. Want de verhalen, die blijven altijd plakken.

Wilde je ook nu zo weinig mogelijk op voorhand weten?

“Ja, samen met mijn cameraman/regisseur en twee fantastische redactrices hebben we enkele vroegere afleveringen bekeken en een selectie gemaakt. Ik wilde vooral de mensen ontmoeten die een zekere intentie hadden in het leven, die nog een droom verwezenlijkt wilden zien, die worstelden met iets. Ik wilde weten wat het leven met hen gedaan heeft, en wat zij met het leven hebben gedaan intussen. Door zo weinig mogelijk op voorhand te weten, kon ik ook oprecht verrast zijn. En als ik mijn verbazing of verrassing niet kan weg steken, dan zal dat niet anders zijn bij de kijker, denk ik dan.”

Was je even vaak verwonderd als in het eerste seizoen?

“Ik was constant verwonderd. De mollige vrouw die in een klein huisje een kinderopvang had met 15 kindjes, bijvoorbeeld. Ik wilde weten hoe ze omging met de strengere opvangregels. Blijkt dat ze 60 kilo vermagerd was, en blind geworden. Dat zijn verhalen die je in je gezicht gekletst krijgt. Verhalen die alles in een ander perspectief plaatsen. Zeker als je ziet hoe ze daarmee omgaat, en hoe ze toch gelukkig is.”

Zijn er verhalen die je ook echt ontroerd hebben?

“Heel wat, ja. De twee broers uit Dadizele bijvoorbeeld. Tachtig jaar en kibbelen als een oud koppeltje, maar elkaar toch niet kunnen missen. Of die beroepsmilitair uit Diksmuide, die een onwaarschijnlijk schilderstalent had. Je talenten kunnen ontwikkelen, dat is het hoogste goed. Maar toch heeft hij alles aan de kant geschoven en zichzelf weggecijferd om voor zijn blinde dochter te zorgen. Ja, we hebben een paar keer de tranen in de ogen gehad tijdens het draaien, of geweend toen de deur weer dicht ging.”

Op dat moment valt het journalistieke element wat weg.

“Ik zie dit ook meer als een soort levensjournalistiek. Maar ik maak dit als mens, niet als journalist. Ik reik gewoon inzichten aan, die de mensen meegeven.”

Welke inzichten hield je er zelf aan over?

“Enkele hele belangrijke. Dat je moet léven. En je bewust zijn van wat je doet en hebt. Is dit nu wat ik wil? En kan ik er iets zinvols mee doen? En zelfs als er momenten zijn waarop je niets kan doen – zoals ik met mijn schouder nu – dan moet je er nog proberen van te genieten. Want dat is nog zo’n belangrijke les: gelijk wat je wil doen, doe het nu. Wacht niet tot je 87 bent. Heb je een probleem of ruzie, los het nu op. Het vergt veel moed, dat heb ik zelf ook al ondervonden, maar het geeft zoveel voldoening en opluchting zelfs.”

Martin Heylen:
Martin Heylen: “Wat ik geleerd heb? Gelijk wat je wil doen, doe het nu. Wacht niet tot je 87 bent. Heb je een probleem of ruzie, los het nu op.” (foto Geert Van Hoeymissen)© © Geert Van Hoeymissen

Het fijne is dat er zoveel wijsheid in die mensen zit.

“Precies. Het zijn geen filosofen, maar toch kun je uit elk verhaal een soort kracht of troost halen. Dat zijn dingen die je meedraagt.”

Na het vorige seizoen zei je dat je hoofd nadien te vol zat met die verhalen. Was dat nu ook zo?

“Ja. Dan komen mensen hun verhaal vertellen, maar voelde ik dat het even genoeg was geweest. Dat gevoel duurt een paar maanden. En dan begin ik meestal nog zelf een gesprek. Maar verhalen oppikken met een intensiteit zoals in dit programma, dat zou niet blijven lukken.”

Het is ook duidelijk dat de opnames plaatsvonden voor de lockdown…

(lacht) “Dat is weer schrikken, hé. Mensen zien die elkaar vastpakken of een hand geven. Ik schrok er zelf ook van.”

Hoe heb je zelf het afgelopen half jaar doorgebracht?

“Thuis, in zelfisolatie. We hebben niemand binnengelaten, omdat we het risico niet wilden nemen. Ik was blij dat ik dit programma kon afwerken, maar ik vond het wel heftig. Ik heb zelfs een soort smetvrees ontwikkeld, denk ik. Voor de sociale omgang is dat heel vreemd: vriendschappen raken bekoeld, relaties stranden… het is geen toffe wereld geworden als ik rond mij kijk. Alles wat zo simpel leek, als een handdruk of een kus… (denkt na) Dat is zo belangrijk: je geeft je geur mee, je huid, je gevoel… Nee, dit is heel vreemd. Ik heb ergens wel genoten van de stilte de afgelopen maanden, al is het de laatste tijd wel weer druk geweest aan de kust. Maar ik heb nog altijd niet de behoefte om mij in de massa te begeven. Ik ben niet noodzakelijk negatief, want ik weet ook dat het over gaat. Mensen hebben tussen 1940 en 1945 jaren in angst geleefd, niet wetende of ze het wel zouden overleven. Dan ga ik niet klagen dat het lastig is om even een mondmasker te dragen.”

Staat er nog iets op de planning?

“Ik heb twee goede ideeën, die mij prikkelen. Het gaat bij mij vooral om wat ik zelf wil weten, wat dicht bij mij ligt. Dit programma is daar een mooi voorbeeld van. Want ik voel dat ik na al die jaren reizen, het steeds dichter bij huis zoek. De goesting is er, dat is het begin van alles.”

Zelfde deur, 20 jaar later, vanaf maandag 28 september om 20.40 uur op Eén.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier