Marleen Coutigny: “Ik krijg soms te horen dat ik harder moet zijn”

Marleen Coutigny: "In maart hebben we even getwijfeld of we wel verder zouden doen." (foto TOGH)
Tom Gheeraert
Tom Gheeraert Medewerker KW

Al meer dan 20 jaar zet Marleen Coutigny (67) zich in voor de minderbedeelden in Ieper als verantwoordelijke voor de voedselbedoeling. Ze zet zich in als vrijwilliger vanuit een oprechte bekommernis voor mensen die het moeilijk hebben, maar ook voor de vriendschappelijke sfeer in het team.

Aan haar veelvuldig gebruikte stopwoordje ‘enni’ te horen, zou je denken dat Marleen Coutigny zo Iepers is als de Kattenstoet, maar eigenlijk woont ze al heel haar leven in Poperinge. Als verantwoordelijke voor voedselbedeling Op ‘t Spoor is ze echter wel een bekend gezicht voor veel Ieperlingen, ondertussen al meer dan 20 jaar.

Hoe komt een Poperingse als vrijwilliger bij de Ieperse voedselbedeling terecht?

“De voedselbedeling in Ieper is eigenlijk begonnen vanuit de Evangelische Kerk, waar ik ook lid van ben. In het begin was de bedeling heel kleinschalig en uitsluitend voor die groep. Ik heb altijd al meegeholpen. In 2000 gaf de toenmalige verantwoordelijke aan dat hij wilde stoppen. Ik heb meteen gezegd dat ik het wel wilde overnemen.”

Ondertussen is het niet meer zo kleinschalig?

“We zijn nu al twee dagen per week open, terwijl er vroeger maar één keer per maand voedselbedeling was. Nu is het helemaal anders. In het begin bedienden we de mensen zelfs thuis, maar uiteindelijk werden we te groot en moesten we mensen vragen om naar ons toe te komen. Niet lang nadat ik verantwoordelijke werd, kwam de vraag om er ook de asielzoekers bij te nemen. Dat was geen probleem, zolang er eten genoeg is. We hebben de deuren wijd opengezet en binnen de kortste keren hadden we 60 gezinnen. In die periode konden we elke vrijdag veel etenswaren ophalen in een winkel in Langemark, onder andere verse producten zoals yoghurt. Omdat die te snel bederven voor slechts één voedselbedeling per maand zijn we gestart met de wekelijkse bedeling.”

Jullie zijn ook al vaak verhuisd?

“We zijn begonnen in het parochiaal centrum in de Rijselstraat, maar al snel werd die ruimte te klein en verhuisden we naar een klein huisje met een winkeltje in de Boomgaardstraat. Daar bleven we enkele jaren, maar de handelaars in de buurt waren er niet blij mee. Mensen stonden er buiten te wachten met hun karretjes, zaten te picknicken,… In 2007 kwamen we in het vroegere politiebureau in de Rijselstraat terecht. We hadden er geen water, geen verwarming, geen keuken,… De enige luxe was de grote parking. Toch had ook dat zijn charme. We zeggen nu nog steeds soms dat dat een goeie tijd was. Sinds 2013 zitten we achter Het Perron.”

“Er komen veel meer mensen langs sinds de coronacrisis”

Waar haal je de motivatie om dit 20 jaar te blijven doen?

“Bewogenheid met de arme mensen, zo eenvoudig is het. Sommige mensen zeggen dat ik geen neen kan zeggen. Wat het ook leuk maakt is dat we een hechte groep zijn. Er is veel vriendschap onder de vrijwilligers. Wij hebben ook nood aan een nuttige bezigheid. Je komt bovendien met veel mensen in contact, niet alleen mensen in armoede.”

Welke impact heeft corona gehad op de voedselbedeling?

“In maart hebben we even getwijfeld of we wel verder zouden doen. Veel vrijwilligers haakten af omdat ze bang waren. Maar de mensen van de serviceclub zeiden: ‘Marleen, je mag niet stoppen. Juist nu hebben die kwetsbare mensen je hulp nodig. Wij willen tijdelijk instaan voor het vervoer.’ Dat was het duwtje in de rug dat we nodig hadden. Ook de sociale dienst van Stad Ieper sprong in de bres door te helpen met tenten en dergelijke. Uiteindelijk hebben we genoeg mensen gevonden. We zijn nooit gesloten geweest. Stilaan komen de oudere vrijwilligers nu terug.”

Hebben jullie ook meer klanten?

“Sinds de coronacrisis komen er 50 à 60 mensen extra bij ons aankloppen. We zien soms schrijnende toestanden. Mensen die echt honger hebben, dikwijls met kinderen… Soms kan het snel gaan. Mensen die hun werk verliezen, afbetalingen niet meer kunnen doen, hoge facturen door het nieuwe schooljaar,… Je neemt al die miserie een beetje mee naar huis, maar je moet het toch proberen los te laten. Dat lukt wel. We praten onder elkaar met de vrijwilligers. Ik krijg soms te horen dat ik een beetje harder moet zijn, maar dat is nu eenmaal de aard van het beestje.”

Heb je nog hobby’s?

“Eigenlijk ben ik bijna de hele week bezig met de voedselbedeling. We doen meer dan alleen die twee dagen per week voedsel uitdelen. We hebben ook een sociaal kapsalon en een naaiatelier. We kunnen altijd nieuwe vrijwilligers gebruiken. Dus bij deze een warme oproep. Vrijwilligers hoeven zich niet per se op vrijdag te kunnen vrijmaken. We moeten elke dag naar vier supermarkten en dat voedsel moet allemaal opgeborgen worden. Daar hebben we nog extra krachten voor nodig.”

We staan bij de Menenpoort. Kom je hier wel eens vaker?

“Ik heb al enkele keren de Last Post meegemaakt. Het is en blijft heel indrukwekkend. Ik werd er echt stil van. Dankzij de voedselbedeling ken ik ook als Poperingenaar veel mensen in Ieper.”

Bio

Privé: Marleen Coutigny werd geboren in Poperinge op 19 oktober 1952. Ze was getrouwd met Marc Cappoen, die overleed in 2009. Samen kregen ze drie kinderen: Christophe is piloot in Amerika, Heidi is kleuterjuf in BS De Ster in Poperinge en Davie woont in Rotselaar, waar hij wetenschapper/onderzoeker is. Er zijn ook al twee kleinkinderen en een derde is op komst.

Opleiding: Het kleuter volgde ze in de Benedictijnen in Poperinge, daarna trok ze naar het gemeenschapsonderwijs.

Loopbaan: Marleen werkte eerst als winkelbediende in Poperinge. Toen de kinderen groter werden, deed ze verschillende interimjobs, onder andere voor stad Poperinge waarbij ze de kostuums voor de Hoppestoet mocht naaien. Haar laatste job was in de kinderopvang in De Ster in Poperinge. Sinds 2000 is ze verantwoordelijk voor voedselbedeling Op ‘t Spoor in Ieper.