Marie (17) mag terug naar instelling, haar gezin herademt

Frauke Cosaert met dochter Marie: "Ze had wat stress om terug te keren naar De Lovie, na zeven weken thuis zitten, maar ze is blij om terug te zijn." (foto Joke Couvreur)
Thomas Rosseel
Thomas Rosseel Journalist

Het gezin van Frauke Cosaert (44) uit Marke herademt. Dochter des huizes Marie (17) – tiener met autisme en een mentale beperking – verblijft na zeven weken coronalockdown opnieuw in haar vertrouwde zorginstelling. Voor Frauke wordt het een Moederdag mét haar twee zonen maar zonder haar dochter dicht bij zich. Dat gevoel is dubbel, stelt ze. “Marie terroriseert ons gezin, zonder dat zelf te willen. Tegelijk zie ik haar doodgraag.”

De aanleiding voor dit gesprek is het kersverse boek van Frauke: Zorgenmeisje, met in de hoofdrol dochter Marie. De tiener leeft met autisme en de emotionele intelligentie van een kleuter. Voor Frauke en de andere gezinsleden is het al jaren zoeken naar een evenwicht, met ups en downs. We krijgen een overwegend opgeluchte mama te horen. “We hebben Marie net afgezet in haar leefgroep in De Lovie. Daar verblijft ze in normale tijden van maandag tot vrijdag. Nu is ze net zeven weken thuis geweest door corona. De langste keer ooit, zonder ook maar enige onderbreking. Iedereen was toe aan het einde van die periode. Thuis terroriseert Marie het gezin, zonder dat zelf te willen. Wij kunnen haar onvoldoende de structuur bieden die ze nodig heeft. Zij is mijn schaduw. Van zodra ik de kamer binnenkom, slorpt ze mij op. Haar broers zijn dol op haar, maar cijferen zichzelf al te vaak weg. Nu zien we elkaar drie weken niet. Dat zal ook de langste keer ooit zijn, maar ergens voelt het als een opluchting. Door dit te zeggen, voel ik mij eigenlijk een slechte mama.” Aan de vooravond van Moederdag klinken de woorden ietwat kil. Het gesprek zal ons leren dat Frauke al jaren worstelt met zichzelf en haar bestaan als mama.

Bezorgdheden weggewuifd

Ons verhaal start op 1 januari 2001. Frauke, logopediste van opleiding, begint haar loopbaan als thuisbegeleidster van jonge kinderen met ontwikkelingsvertraging of mentale beperking. “Een job waarin ik zeer veel naar jonge ouders luisterde. Als je een kindje krijgt met een grote zorgnood, komen er zoveel vragen en onzekerheden op je af.” Anderhalf jaar later bevalt Frauke zelf van Marie, een zusje voor de kleine Gust (19 vandaag, er is nog een broer Miel (16), red.). “Tijdens mijn zwangerschap wist ik al dat er iets mis was. Dat gevoel werd al snel bevestigd na de geboorte. Marie reageerde anders. Mijn bezorgdheden werden weggewuifd. Ik keek zogezegd te veel met de bril van verzorger op. Voor de buitenwereld was Marie een kleine schattige meid die veel lachte en harten deed smelten. Op het eerste gezicht zag je niet dat ze een beperking had. Dat zie je nu nog niet. Toen Marie 2,5 jaar was en met school mocht starten, werd haar intelligentie getest. Toen bleek ze al een jaar achterstand te hebben. Toch zei de arts van Kind & Gezin dat er niets aan de hand was. (zucht) Op den duur begin je zelf te twijfelen. We zijn met Marie gestart in het gewoon onderwijs. ‘s Morgens volgde ze therapie in een ontwikkelingsgroepje om haar een extra duwtje te geven. Dat was zeer intens, maar toch maakte ze geen progressie. Op 4-jarige leeftijd is ze gestart in De Kindervriend in Rollegem en toen Marie 9 was, hebben we haar op internaat laten starten. We konden niet anders. Thuis was het niet meer te doen. Als ik de ene ochtend in pyjama naar beneden kwam en de dag nadien in mijn gewone kledij, was dat voor haar complete verwarring. Ze zoog alle aandacht naar zich toe. In een gezin met ook nog andere kinderen is dat onmogelijk om te combineren. Wij hebben onze zonen negen jaar te kort gedaan. Zo voelt dat aan. In de klas deed Marie alsof er niets aan de hand was. Ze is een kei in gedrag nabootsen. Thuis kwam alles er dan uit. Als er een leerkracht ziek was bijvoorbeeld, lag Marie ‘s nachts te brullen en was ze ontroostbaar. Eenmaal op school zette ze haar lach op alsof er niets was gebeurd. Haar autisme is pas officieel vastgesteld toen ze al 11 was.”

Gescheiden op vakantie

Het gezin probeerde ondertussen koste wat het kost een normaal leven uit te bouwen. “Tot haar twaalfde hebben we Marie tijdens de vakanties willen thuishouden, maar zo viel haar structuur helemaal weg. Wij hebben dat ideaal om samen op reis te willen gaan, te lang vastgehouden. Op den duur zat ik met Marie op de camping honderd keer naar hetzelfde dvd’tje te kijken, terwijl Pieter met de jongens plekjes ging bezoeken of ging kajakken. Na ons verlof zaten we te hunkeren om weer te mogen gaan werken. Dat was geen ontspanning. Ook voor Marie niet. Sinds haar twaalfde gaan we gescheiden op reis, niet meer als gezin. Als we enkel met onze zonen op reis gaan, ervaren we dat als quality time. Maar dan komt dat schuldgevoel ook piepen: vergeet je niet iemand?”Ook op professioneel vlak werd het Frauke te veel. “Ik wisselde voortdurend van stoel. De ene keer was ik hulpverlener en dan weer mama van. Ik kwam vaak in situaties terecht waarbij ik kindjes besprak maar waar ik evengoed aan de andere kant had kunnen zitten als mama. Ik leidde gesprekken die ik zelf niet wilde horen, waar ik nog niet aan toe was. Het was niet meer professioneel. Dus ben ik gestopt.” Vandaag is Frauke verbonden aan Magenta, KU Leuven, waar ze workshops geeft over het managen van een zorggezin en werkt ze in de sociale sector. Sinds vier jaar verblijft Marie in De Lovie. Daar vindt ze haar draai onder professionele begeleiding. “Ze had wat stress om terug te keren na zeven weken thuis, maar ze is blij om terug te zijn. We hebben haar wel moeten beloven haar op woensdag 20 mei terug op te halen. Wij kunnen ook bekomen van een helse periode. Maar pas op, ik heb het zeer graag gedaan. Voor mensen die wekenlang hun kinderen moeten missen in deze crisis, moet het veel erger zijn.”

‘Zorgenmeisje’ van Frauke Cosaert is uitgegeven bij Manteau.