Maria Santy uit Oudenburg viert honderdste verjaardag

Maria Santy werd op 19 juni 100 jaar. "Er was een groot feest gepland met de hele familie, maar dat kon door de corona niet. Dat is geen afstel. Volgend jaar word ik 101 en we gaan dan vieren", zegt de kwieke 100-jarige. (foto LIN) © (foto LIN)
Laurette Ingelbrecht
Laurette Ingelbrecht Medewerker KW

Op 19 juni 1920 kwam Maria Santy in Meulebeke ter wereld. Ze was de vierde uit een gezin van elf kinderen, waarvan alleen zij en een zus nog in leven zijn.

Maria woont nog altijd zelfstandig in het beeldige gehucht Plassendale. “Mijn geheim om 100 te worden? Ik drink al sedert 1971, zonder uitzondering, dagelijks een liter zelfgemaakte chocomelk. Wel met magere melk, hé”, vertelt Maria.

De eeuwelinge is nog heel helder van geest en geniet van het leven. Dat leven was voor haar als jong meisje nochtans niet rooskleurig. “Op twaalfjarige leeftijd moest ik al gaan werken bij de boeren. Daarna kon ik beginnen in de knopenfabriek van Pittem om later met mijn vader mee te gaan naar de spinnerij, ook in Pittem”, vertelt Maria over haar jeugd.

Harde jeugd

Toen ze twintig jaar was, werkte ze als dienstmeisje bij een gezin met drie kinderen. De oorlog was net uitgebroken en de vader van het gezin zou naar het slagveld moeten. Het gezin besloot naar Frankrijk te vluchten en Maria moest mee. “Met zijn allen in de kleine auto, volgepropt met voeding en een matras op het dak”, weet Maria nog. “We trokken van boerderij naar boerderij. En ik moest er iedere keer werken. Ik heb vele keren op een stoel geslapen, want ik kreeg geen slaapplaats.”

In 1942 trouwde ze met haar eerste en enige lief, Valère De Meulenaere. Het koppel woonde een achttal jaar in Koolskamp en verhuisde dan naar Bredene. “Mijn man werkte aan de ijzerweg in Oudenburg en ik kon seizoenswerk doen aan de kust”, legt Maria uit. Op haar 26ste sloeg het noodlot toe en kreeg ze tyfus. Haar leven hing aan een zijden draadje.

“Ik dreef door en we kochten ons huis”

Eenmaal genezen greep Maria Santy het leven weer met beide handen aan. “Ik wilde een huis kopen. Vermits mijn Valère aan het station van Oudenburg werkte, zocht ik in de buurt en vond ook een woning. Valère was bang om zich in de schulden te werken, maar ik dreef door en we kochten ons huis. We verhuisden naar hier op de trouwdag van koning Boudewijn en zijn Fabiola”, weet Maria nog heel goed.

“Onze oma is altijd een plantrekker geweest. Eigenlijk op haar 100ste nog altijd. Ze krijgt wel veel hulp, maar doet nog altijd haar was zelf en in het weekend kookt ze haar eigen potje“, vult kleinzoon Danny Dewulf aan.

“We hebben altijd onze eigen groenten gekweekt, hadden koppen en duiven”, vertelt Maria. Na het overlijden van haar man in 1993 bleef ze zelf de tuin onderhouden. “Op mijn 93ste spitte ik nog mijn land”, lacht Maria, altijd een plantrekker geweest.

Dankbaar

Nu is ze minder mobiel, maar haar tuin ligt er picco bello bij. “Dankzij mijn zoon en kleinzoon die bloemen, planten en het gras onderhouden. Ja, ik ben heel dankbaar voor alle hulp die ik van iedereen krijg.” Maria en haar man kregen een zoon en een dochter.

Intussen zijn er zes kleinkinderen, zestien achterkleinkinderen en vier achtachterkleinkinderen. “En het vijfde is op komst”, zegt Maria trots. “We hadden in zaal Vredeborg een groot feest gepland met de hele familie. Dat mocht nu niet, maar uitstel is geen afstel. We doen dat volgend jaar als ik 101 word”, verzekert Maria Santy.

(LIN/ foto LIN)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier