Marcel Vanthilt: “Ik voel me nog altijd 30 jaar, ik kan er ook niets aan doen”

© foto Guillaume Decock
Hannes Hosten

Na meer dan 30 jaar in de media zijn er maar weinig mensen die het gezicht van Marcel Vanthilt niet kennen. De eeuwige spring in ‘t veld heeft ook al zowat alles gedaan: radio, televisie, muziek. Vandaag is Marcel vooral op radio te horen en trekt hij het land rond met zijn theatershow ‘Love is in the air’. Op zijn 62ste is hij ook bezig met ouder worden: de projecten die hij zeker nog wil doen, de rust die hij wil vinden in Oostende. Daar voelt hij zich al jaren thuis.

Marcel Vanthilt voelt zich thuis in Oostende.Ik kom hier al van toen ik vijf, zes jaar oud was. Van begin jaren ’60 dus. Met mijn pa en mijn ma. Ik heb er tal van leuke herinneringen aan. Mijn pa zat in de politiek (wijlen Edgard Vanthilt zetelde als socialistisch Kamerlid en senator, red.) en kwam met mij naar De Grote Post om naar Brussel te bellen. Die moest van alles regelen, hé. Dat was het pré-gsm-tijdperk en op ons vakantieappartement was er geen telefoon. Hij gaf dan vier of vijf nummers aan de bediende, die hem naar cel nummer zoveel stuurde. Ik speelde dan in de lokettenzaal en pa belde een uur naar Brussel.”

Intussen kom jij nog altijd naar Oostende.

“Ik ben al wat ouder en breng nu ook mijn kinderen mee. Die komen ook heel graag. Wat me hier zo aantrekt? Ik ben een stadsmens, maar ik zoek ook rust en meditatievermogen. Dat is de perfecte combinatie, snapte? Oostende is een stad die ook buiten het seizoen gewoon leeft. Daar hebben ze de toeristen niet voor nodig. Ik kom zo vaak mogelijk naar Oostende.”

Ging je ook uit in Oostende?

“Mijn vader stierf toen ik een jaar of 16 was, maar ik bleef toch komen met mijn moeder. Ik mocht toen al eens uitgaan. De Langestraat, dat was volle bak, hé. De King, de Sloopy’s… Toen trok ik echt mijn ogen open hoor. Ik kom van Leopoldsburg, hé. Hier was het echt een stad! Disco’s, zatte mensen, Engelsen… Later ging ik naar de unief en daar raakte ik in de popmuziek verzeild. Ik schreef voor het muziekblad Riff en mocht eens naar Oostende komen voor een interview met Tjens Couter, de groep van Arno en Paul Couter. Dat interview duurde een uur, maar ik ben hier drie dagen blijven hangen. Ik ben er ook bevriend geraakt met Arno. Ik heb hem nog gezegd: als je echt internationaal wil doorbreken, moet je in Brussel zijn. Daar bewoog toen heel veel. Hij heeft dat dan ook gedaan.”

Jij had goede contacten met de Oostendse rockscene. Met Willy Willy speelde je bij Arbeid Adelt.

“Arno, Willy Willy, Dubbe… Ik kwam graag naar Oostende om artikels over hen te schrijven in Riff. Er werd dan ook gefeest. Willy heeft heel zware tijden gekend, maar de laatste 20 à 30 jaar zat hij braaf met zijn gitaar bij de stoof hoor. Arno ook… Veel cinema, maar in de jaren ’80 at die al de helft van de week vegetarisch of macrobiotisch. Hij zakte natuurlijk graag eens door, maar lette ook toen al heel erg op zijn eten. Hij had wel de reputatie dat hij elke ochtend tot 7 uur op café zat.”

Willy Willy overleed vorig jaar aan kanker, Arno vecht nu tegen de ziekte. Hoe zwaar hakt dat erin?

“Dan weet je dat je oud wordt, hé. Het doodsprentje van Willy Willy staat bij mij thuis op de kast. Ik ben nu in dat stadium van mijn leven: doodsprentjes van vrienden op de kast. Terwijl dat vroeger bij mijn ma het geval was. Bij Arno zijn we nog zover niet natuurlijk. Maar pancreaskanker is niet niks. Mijn pa is eraan gestorven, weliswaar bijna 50 jaar geleden. Hopelijk raakt Arno er door.”

Ben jij eigenlijk nog met muziek bezig?

“In 2018 maakte ik een soloplaat, vorig jaar heb ik alleen maar radio gedaan. Nu ben ik bezig met een muzikaal project voor het Jenevermuseum in Hasselt en dit jaar ga ik zeker nog muzikale dingen maken. Het probleem is alleen: hoe breng je dat aan de man? Er bestaat zo veel op het vlak van muziek. Hoe krijg je het gecommuniceerd naar een publiek en naar welk publiek? Toen mijn laatste plaat uitkwam, hebben we heel fijne optredens gedaan, maar de nummers werden bijna niet tot helemaal niet gedraaid op de radio. Het is te extreem, te ongewoon, te irritant waarschijnlijk. Maar ik kan alleen maar irritante muziek maken. Ik denk dat er sowieso een publiek voor is, maar de mensen hebben vandaag zoveel keuze.”

Hoe breng je jezelf aan de man?

“Met ons muzikale theaterprogramma Love is in the air staan we op zondag 8 maart in Roeselare. Ik heb die mensen zelf gebeld om er te mogen spelen. Eind januari speelden we op Chambres d’O, in een huiskamer in Oostende. Die organisatoren contacteerde ik ook zelf. Er is nog heel veel plaats. Maar ik vrees dat er in de gesubsidieerde sector nog trieste tijden aankomen, dat er nog heel wat bespaard zal worden. Niet bij de grote huizen, maar al wat daar onder zit… die houden nu toch even hun adem in, denk ik. Voor mij maakt dat niet uit, ik ben een entrepreneur, hé. Ik heb het geluk, door zoveel jaar op televisie te komen, dat ik een bekende kop heb. Dat is een sleutel op allerlei deuren. Ik misbruik dat niet, maar het is een handige passepartout. Ik plant kleine zaadjes, zoals Love is in the air, en bouw zo beetje bij beetje op. Ik denk dat er een grote toekomst is voor kleinere plekken.”

Cultuurbeleid interesseert je. Heb je er zelf ooit aan gedacht om in de politiek te stappen?

“Ik heb van dichtbij gezien wat mijn pa allemaal deed of trachtte te doen. Maar voor mij gaat politiek te traag. Op gemeentelijk vlak gaat het nog, maar om echt maatschappelijk iets in beweging te zetten? Nee, daar heb ik geen geduld voor. Maar ik volg het wel heel intens. Dat anti-Europees gevoel, dat vind ik heel jammer. Ik heb Europa altijd één geheel gevonden. Maar als je ziet hoe ze die toestroom van vluchtelingen uit Noord-Afrika gewoon niet hebben aangepakt… Daar was nul politiek! Die mensen spoelden in Italië aan op de stranden, maar wat zeiden de Europese leiders? Niets mee te maken! Dan faal je, hé. Dan werk je niet als geheel, ontstaat er een negatief gevoel en stappen de Engelsen eruit.”

Jij hebt altijd over alles een mening, soms zelfs heel cassant. Ik denk aan je rol als jurylid bij de preselecties van Eurosong. Ben jij dat echt?

(zucht) “Dat blijft bij blijkbaar, hé. Maar in deze tijd heeft iedereen een cassante mening, ook al hoeft die niet te kloppen. Wat kan je nu nog doen om tegen de mensen hun schenen te schoppen? In mijn geval was dat altijd een beetje ironisch, sarcastisch, hopelijk humoristisch bedoeld. Maar als je hoort wat een Trump allemaal uitkraamt… dat is niet meer humoristisch. Als dat het cassante van vandaag is, dan doe ik niet meer mee. Maar over showbizz geef ik nog altijd graag mijn mening.”

Trap je soms zelf niet je eigen deuren in met die duidelijke meningen?

“Er is maar één iemand aan wie ik rekenschap moet geven en dat ben ikzelf. Vorig jaar ben ik moedwillig niet met nieuwe ideeën naar de tv gestapt omdat ik het allemaal te lang duren vond. Mijn laatste twee programma’s, daar is bijna vier jaar overheen gegaan. Tien maanden voor het goedgekeurd was, dan moet je het nog maken, dan wachten ze nog wat met het uitzenden… Ofwel speel je dat spel dan mee en ga je door al die comités en beslissingsorganen. Ofwel zeg je: nee, ik heb daar geen zin in. Ze zullen me wel vinden. Weet je waar ik zit? In Oostende!”

Love is in the air gaat over liefde bij mensen boven de 50. Zelf ben je nu, na enkele relaties, weer alleen. Droom je nog van een partner?

“Door het programma Op naar de 100! , over gezond ouder worden, heb ik voor de eerste keer beseft dat het leuk is om een vriendenkring te hebben. Mensen met wie je gewoon kan zitten babbelen, zodat je toch enkele keren per dag je hart kan luchten. Dat hoeft niet persé een partner te zijn. Dat hele samenwonen en we zijn nu een koppel, daar heb ik het heel moeilijk mee. Niet dat ik plots voor polygamie ben, hé. Ik ben heel erg te vinden voor dat cohousing-idee, met een man of acht of tien in een groot huis wonen en enkele dingen samen regelen. Een soort pré-rusthuisgezelschap.” (lacht)

Hoe gezond ouder worden, je bent er wel mee bezig, hé?

“Ik ben iemand die graag leeft, in die zin dat ik graag elke dag van alles doe. Ik verveel me nooit. Maar toen ik 60 werd, dacht ik: het gaat stoppen, ergens. Er is meer achter me dan voor me. Dat deed me wel effe nadenken. Niet dat ik bang ben om dood te gaan, maar ik vind wel dat je het initiatief in eigen handen moet nemen. Wat wil ik zeker nog doen? Daar ben ik nu stilletjes aan mee bezig. Op televisie heb ik nog niet alles gedaan, maar toch al heel veel. Nu ben ik vooral aan het optreden en kom ik op de radio. Heel aangenaam.”

Wat zijn de dingen die je nog absoluut zou willen doen?

Ik zou nog wel eens een volledige cd met luisterliedjes willen maken. Ik blijf een fan van de kleinkunst. Raymond is nooit kleinkunst geweest, dat is meer een rocker. Maar de echte kleinkunst à la Kris De Bruyne, Boudewijn De Groot… Fantastisch geconstrueerde teksten, filosofisch,met een prachtig arrangement erbij… Dat zou ik echt nog willen doen. Ik zou ook graag eens een voorstelling maken met alleen maar apparaten: afwasmachines, deurbellen… Alles wat lawaai maakt. Er komen altijd maar dingen bij. Nieuwe apps op mijn smartphone, ping, ping! Maar ik zou ook wel nog wat rust willen vinden. Ik raas soms maar door. Maar als ik naar Oostende kom, komt de rust vanzelf. Gezondheidsgewijs: je 10.000 stappen, die heb je hier direct, hé.”

Eet jij ook macrobiotisch, zoals Arno?

“Toch vaak, ja. Ik eet nog zelden veel vlees. Vroeger at ik veel kaas, maar dat is slecht voor mijn vetgehalte. Dat ontdekte ik door mijn programma. Maar als je geen vlees en geen kaas eet, is er maar weinig over om tussen je boterham te leggen. Daarom ben ik weer vlees aan het eten, maar niet te veel. Er zijn eigenlijk genoeg groenten. Ik koop mij een assortiment van alle soorten champignons, je bakt dat in de pan met wat peper, olijfolie… Het resultaat is echt heel hartelijk. Nog wat citroen en een geroosterde boterham, en je hebt daarmee gegeten. Maar ik durf wel eens zondigen hoor. Je moet nog leven ook, hé.”

Behalve gezond probeer je ook hip te zijn. Haartooi, kleding… Vind je dat belangrijk?

Mja. Dat is niet bewust. Want anders wordt het een beetje triestig. Als je er absoluut hip wil uitzien… Maar ik probeer altijd van de tijd te zijn waarin ik leef. Mensen zeker van mijn leeftijd vinden soms: in de jaren ’80, toen was het goed. Ik vond die jaren best leuk, maar ook nu zijn het interessante en boeiende tijden. Het is voor mij geen moeite om van deze tijd te zijn en over alles te blijven nadenken. Mijn kinderen zijn 18 en 13, de eerste generatie die volledig verslaafd is aan het scherm. Zij kunnen niet zomaar ergens naartoe gaan zonder hun telefoon. Totaal verslaafd! Dat is heel erg, maar je moet daar wel over kunnen praten. Want er zijn ook veel voordelen aan. Die moet je ook zien.”

Marcel Vanthilt:
© foto Guillaume Decock

In welke mate wonen jouw kinderen nog bij jou?

“Die wisselen af tussen hun moeder en mij. De oudste, 18 jaar, is in september naar Gent gaan studeren. Ik heb hem sindsdien drie keer gezien. Dag, salut, de deur toe! Bij mij was dat destijds ook zo: ik kon niet snel genoeg van thuis weg zijn, hoewel ik geen slechte relatie had met mijn moeder of zo. Helemaal niet. Maar die begint aan zijn leven, hé. Maar het doet wel raar, die kamer zien leeg staan. De jongste is nu 13. Als die het over vier jaar ook afbolt, dan ben ik vrij. Als ik dan wil zeggen: gasten, kust allemaal mijne nek, ik ga in Oostende wonen, dan doe ik dat toch gewoon? Maar ik mis ze wel. Want ik vind mijn kinderen heel leuk gezelschap. Ze geven ook zin aan je bestaan: je moet voor hen opstaan, boterhammen maken, hun was doen, vragen of ze hun huiswerk al gemaakt hebben…”

Je bent 62, eigenlijk vrij oud om nog kinderen te hebben van 18 en 13.

“Maar ik voel me zo niet. Ik voel me nog altijd 30 jaar, ik kan er niets aan doen. Ik moet altijd weer nadenken als mensen vragen hoe oud ik ben. Een jaar of drie geleden was het oma en opa-dag in de school van mijn jongste. Die zat toen nog in de lagere school. Maar hij heeft geen grootouders meer. Toen ik hem vroeg hoe de oma en opa-dag geweest was, antwoordde hij: Oma en opa? Dat waren daar allemaal mensen zoals jij! (schatert) Jij zou mijn opa kunnen zijn! Ja seg, bedankt hé! Ik vond het heel fijn om kinderen te hebben ik praat nu al in de verleden tijd. Over een jaar of tien heb ik normaal kleinkinderen. Ze zijn zeker welkom bij mij. Maar dan kan ik op zondagavond wel zeggen: En nu neem je ze weer mee naar huis!”

“Erotiek boven de 55? Bijna tragikomisch”

Marcel Vanthilt tourt deze dagen, samen met Leen Diependaele en Birgit Kersbergen, door Vlaanderen met ‘Love is in the air’, een muzikaal theaterprogramma over liefde na talloze relaties. Nu zondag 8 maart om 17 uur staan ze in de Viva Verne in Roeselare. “Het kwam eigenlijk door een vriendin van mij, die enkele teksten had geschreven over de vraag: wat voor soort amoureus leven kan je nog hebben als je relaties voorbij zijn en je kinderen het huis uit zijn? Welke illusies heb je nog? Dat zijn de vragen die we ons stellen”, vertelt hij. “Ik heb al drie, vier langere relaties achter de rug, en dan nog een busje vol kortere. Op de duur denk je: waarover gaat dat eigenlijk allemaal? Wat maken we elkaar wijs? Maar aan de andere kant heb je wel het gevoel: het is leuk om met iemand samen de dagen door te brengen. Om samen in Oostende een koffie te drinken en te gaan wandelen. Ik heb lang een hond gehad, maar daar kan je heel weinig gesprekken mee voeren (lacht). Birgit Kersbergen, met wie ik dit stuk geschreven heb, is 55. Ik ben er 62. De erotiek op die leeftijd wordt bijna tragikomisch. Birgit heeft dan nog een heel wilde, soms sm-achtige fantasie. Ik sta daar, zij staat daar, en we praten naast elkaar door. Dat zorgt voor herkenning in de zaal. Een man denkt anders dan een vrouw denkt en dat is heel herkenbaar. Ik denk afgelijnd, zij dwaalt de hele tijd af. En daar kan je wel iets mee doen.”

Elke week humor op de radio

Marcel Vanthilt doet tegenwoordig veel radiowerk. Regelmatig presenteert hij Culture Club op vrijdagavond op Radio 1, Radio 2 schakelt hem graag in voor speciale projecten en elke zaterdagochtend in De Weekwatchers tussen 8 en 10. “Dat is heel aangenaam. Die Weekwatchers, dat is onwaarschijnlijk. Wij zijn daar een uur of vier mee bezig, dan wordt daar ‘s ochtends nog een uurtje over vergaderd en het resultaat is vijf, zes minuten humor, comedy over de actualiteit op de radio. On-denk-baar dat je dat op televisie zou doen, op zo’n korte tijd. We maken sketches over heel onnozele dingen. En met geluidjes natuurlijk. Zo kan je de meest gekke situaties oproepen.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier