Marc Vanhecke uit Meulebeke houdt leven als marktkramer voor bekeken

Marc Vanhecke voor zijn marktwagen: jarenlange een vertrouwd beeld. "Iedere morgen trokken Nelly en ik een andere kant op." © Foto Luc
Redactie KW

Het zal de bezoekers van de wekelijkse woensdagmarkt in Meulebeke ongetwijfeld raar doen wanneer ze vanaf april de warme verschijning van marktkramer Marc Vanhecke en zijn gulle lach zullen moeten missen. Marc wordt er straks zestig en na meer dan 35 jaar marktervaring geeft hij de touwtjes door aan zijn opvolger, die de zaak overnam en zelfs nog uitbreidde. De zaak Drapi-Stor wordt straks Deco at Home.

Marc is nog altijd een echte Meebekenaar. Geboren op 3 mei 1958 als zoon van smid Jozef Vanhecke groeide hij samen met zijn broer Luc en zijn zussen Annemie en Caroline op aan de Oosthoek. Moeder Jeanne Vandewalle, ondertussen een kranige 90-jarige dame, ontfermde zich over het huishouden. Marc doorliep de jongensschool op een steenworp van hem thuis en trok daarna, op uitdrukkelijke wens van vader Jozef, naar het VTI in Tielt om er de afdeling metaal te volgen.

Grote kunstenaars

“Mijn oom André had een meubelzaak en als kind voelde ik me enorm aangetrokken tot het hout als materie en de houtbewerking in het algemeen”, opent Marc. “Maar pa’s wil was wet en zo belandde ik in de wereld van de metalo’s. Ik herinner me nog heel goed dat pa een noeste werker was, die met kennis van zaken zijn stiel beoefende. Dat eiste hij ook van ons. Voor ik ‘s morgens naar Tielt vertrok, had ik al twee uur in de smidse gewerkt. Waar is de tijd dat we voor het houtbedrijf Carpentier enorm grote metalen poorten moesten maken… Hoeveel gaten ik dan geboord heb? Ontelbaar veel, denk ik.”

“Het ontwerpen en vervaardigen van metaalsculpturen is mijn grote passie”

“Vader werkte eveneens voor de Stichting Veranneman en op die manier kwam ik als jonge knaap in contact met werk van heel grote kunstenaars”, gaat Marc verder. “Emiel Veranneman (een neef van Constant Permeke) bouwde in 1972 een internationaal centrum voor beeldende kunst in Kruishoutem. Rond de riante villa was een prachtige tuin met beeldhouwwerk van onder meer de Amerikaan Alexander Calder en de Hongaar Victor Vasarely. Je begrijpt dat ik in de wolken was dat ik die werken zelfs mocht aanraken. Nu begrijp ik dat de confrontatie van 45 jaar geleden met die kunstenaars me heeft aangezet om in mijn vrije tijd de smidse in te duiken en creatief, artistiek aan de slag te gaan.”

Marc bij zijn 'Berten met een verrekijker', een creatie die deel uitmaakt van Getij-Dingen op het strand in Sint-Idesbald en nog tot eind november te bezichtigen is.
Marc bij zijn ‘Berten met een verrekijker’, een creatie die deel uitmaakt van Getij-Dingen op het strand in Sint-Idesbald en nog tot eind november te bezichtigen is.© Foto Luc

“Na mijn studies in Tielt kon ik aan de slag bij Metaalbouw Vuylsteke in Meulebeke, waar ik zes jaar in het atelier werkte. Ondertussen leerde ik Nelly Defour kennen, de vrouw die nu mijn leven deelt. Mijn wereld veranderde plots. Nelly woonde tot haar negende in Meulebeke en verhuisde daarna naar Pittem. Nelly’s pa startte op zijn 40ste met een totaal nieuwe carrière: marktkramer. Nelly volgde als jonge meid zijn spoor en stond iedere dag, volledig zelfstandig, op de markt om tafellakens, tapijten en gordijnstoffen te verkopen.”

Drukke tijden

“We trouwden in 1979 en mijn nieuwe toekomst was verzekerd. Huis Vanhecke-Defour verkocht vanaf dat moment gordijnen en tafellakens tot op de markt van Sint-Gillis (Brussel) toe. In april nestelden we ons in een groot woonhuis met winkelruimte en atelier in Koolskamp en veranderden we de naam van onze zaak in Drapi-Stor. Het waren drukke tijden. Nelly en ikzelf namen in de lente- en zomermaanden wekelijks dertien markten voor onze rekening, van Brugge tot Moeskroen en van Klemskerke tot Sint-Gillis. Iedere morgen trokken Nelly en ik ieder een andere kant op. We bleven de woensdagmarkt in Meulebeke ook trouw.”

“In de lente- en zomermaanden stonden we wekelijks op dertien markten”

Marc vertelt honderduit over zijn marktavonturen, de anekdotes zijn soms met humor gekruid, maar soms ook met menselijke drama’s zoals die keer in Sint-Gillis dat er op enkele meters afstand van zijn kraam iemand koelbloedig werd neergeschoten. Marc was ook op een zondagmorgen getuige hoe agenten van de speciale brigade, gewapend met mitrailleurs, een lid van de CCC uit een appartement plukten. Dit waren Brusselse toestanden, op de andere markten ging het er heel wat socialer en meer ludiek aan toe.

“Ik hou aan de voorbije marktjaren een zak vol heerlijke momenten over. Marktkramer zijn, is een fantastisch beroep met heel veel sociaal contact, maar het is eveneens een beroep dat een enorme planning vergt. Vooral als je, zoals in ons geval, drie kinderen hebt. Mijn echtgenote Nelly heeft alles altijd perfect weten te regelen, al was het soms moeilijk. Vanaf 1989 zijn we dan ook de gordijnen zelf beginnen maken volgens de wens van de klant. Dat was vooral Nelly’s taak. Ik trok dan op placement om alles netjes op te hangen.”

Tijd voor mijn passie

“Nu komt er tijd vrij voor onze zeven kleinkinderen, voor onszelf en voor mijn passie: het ontwerpen en vervaardigen van metaalsculpturen. Het is een passie die ik al een kleine twee decennia beoefen, maar waarin ik me straks in force majeur volop kan uitleven. Momenteel maakt een van mijn werken deel uit van het kunstinitiatief ‘Getij-Dingen’, kunst op strandpalen van Oostduinkerke tot Sint-Idesbald dat nog tot eind november te bezichtigen is. Tijd om in een zwart gat te vallen, zal er zeker niet zijn. Ik heb nog ontelbare creaties in mijn hoofd en tot die allemaal verwezenlijkt zullen zijn… Met weer naar de smidse te trekken, is de cirkel dan wel rond of niet?”

(Luc Bouckhuyt)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier