Marc Desmet: “Als cameraman kijk je anders naar de wereld om je heen”

© GJZ
Redactie KW

Marc Desmet (72) met één woord omschrijven, is moeilijk. Hij was automecanicien, leraar en aannemer en is dus van vele markten thuis. Maar bij de meesten zal hij vooral gekend zijn als cineast van de langspeelfilm ‘Opa’. “Weinigen zullen geloven dat melk aan de basis lag van mijn passie voor film”, lacht Marc.

Door Geert Vanhessche

Marc Desmet is op heel wat activiteiten in Zwevegem present. Mocht hij niet vergezeld zijn van zijn camera, dan zou hij vaak niet opvallen in de menigte. Hij staat dan ook niet zo graag in de belangstelling. Des te meer valt hij op wanneer we zijn films bekijken. Meerdere van zijn kortfilms behaalden internationale prijzen of onderscheidingen en zijn langspeelfilm ‘Opa’ liep wekenlang in Kinepolis. We vonden het dus wel eens leuk om Marc van achter zijn camera te halen en hem zelf in de spotlights te plaatsen. Het werd een lange, gezellige babbel.

Je studeerde automechanica, maar niet met de volle goesting.

“We spreken wel van zo’n 55 jaar geleden. Ik kwam uit een groot gezin en de keuze werd een beetje gemaakt door mijn oudere broers. Ik had interesse in techniek en de auto verscheen meer en meer in het straatbeeld. Er zat dus toekomst in. Daarbij kwam ook nog dat er een tekort was aan geschoolde automecaniciens. De keuze was dus vlug gemaakt. Na mijn studies kon ik meteen aan de slag in een Volkswagengarage.”

De overstap naar het onderwijs noem je de mooiste keuze van jouw leven. Waarom?

“Na tien jaar gewerkt te hebben in die garage, had ik het wel gehad. Ik nam ontslag en reed meteen door naar het VTI in Kortrijk met de vraag of ze een lesgever automechanica konden gebruiken. Ik kon, mits het volgen van een lerarenopleiding, meteen aan de slag. Het samenwerken met jonge gasten was een verademing. Ik heb nooit problemen gehad in het onderwijs. Je moet de taal van de leerlingen spreken, niet omgekeerd. Dan aanvaarden ze je. Professioneel gezien was die overstap de mooiste keuze die ik ooit gemaakt heb.”

Zeven jaar lang filmde ik voor het productiehuis van Jambers

Het halen van het statuut van aannemer, betekende opnieuw een ommezwaai.

“Eigenlijk was dit een gevolg van mijn onderwijscarrière. Na enkele jaren was er een terugval van het aantal leerlingen in de richting automechanica. Ik moest dan ook lesgeven aan leerlingen van het eerste jaar die konden proeven van houtbewerking, elektriciteit, schilderen… Dat betekende ook dat ik mij diende bij te scholen in die vakken. Op die manier kreeg ik interesse in de bouwsector en besloot ik via de middenjury mijn statuut van aannemer te behalen. Naast het lesgeven was ik ook actief in de bouwsector.”

Daarnaast ben je ook in de audiovisuele wereld beland, en daarvan ligt melk aan de basis. Hoe kon dat?

“Als kind deed ik mee aan een actie van de Melkbrigade. Dit was een actie om melk drinken te bevorderen. Door te bewijzen dat je veel en graag melk dronk, kreeg je een fototoestel als geschenk. Ik was toen nog jong, maar het is wellicht de aanzet voor mijn filmpassie geweest. Op 18-jarige leeftijd kocht ik mijn eerste filmcamera. De bal ging aan het rollen en bleek niet meer te stoppen. Het fotograferen was gedaan: het filmen werd mijn passie.”

Marc Desmet staat liever achter de camera dan voor de camera.
Marc Desmet staat liever achter de camera dan voor de camera.© GJZ

Van huisfotograaf tot cameraman bij Jambers, is toch een grote stap?

“Toen ik begon te filmen beperkte zich dit tot de klassieke familiefilmpjes en af en toe een huwelijksreportage. Zo kwam ik in contact met een Duitse stuntman die vroeg of ik enkele van zijn stunts op film kon vastleggen. Na enkele van die opnames kwam er een langspeelfilm, waarvoor ik een professionele camera kocht. De regisseur van die film werkte bij Paul Jambers en hij introduceerde mij bij de televisiemaker. Zo’n zeven jaar draaide ik voor zijn productiehuis. Ik blik terug op zeven boeiende jaren met vooral avond- en weekendwerk.”

Waar kan je het meest van genieten?

“Veel heb ik niet nodig. Geef mij maar stilte en rust, al is dat soms moeilijk te vinden. Thuis speelt er zelden of nooit muziek. Ik kan echt genieten van de stilte en de natuur. Dat werkt inspirerend. Enkel wanneer ik een emotionele scene aan het schrijven ben, heb ik wel gepaste muziek op de achtergrond.”

Heb je nog andere hobby’s?

“Ik plan een verhuizing naar het centrum van Zwevegem. Akkoord, de rust zal er zeker minder zijn, maar ik zal er op de bovenste verdieping van een appartement wonen en heb er een fabuleus uitzicht. Dat compenseert dus al een beetje. Verhuizen zorgt er wel voor dat ik nu wat minder tijd heb voor andere dingen. Wandelen, bijvoorbeeld, doe ik graag. En dan uiteraard ook weer in onze prachtige natuur. Misschien is het wel een idee om mijn wandelschoenen in onze nieuwe woonst een prominente plaats te geven, zodat ik ze vaker aantrek.”

Het woord ‘rust’ kwam geregeld over je lippen. Is er eigenlijk iets waar je aan kunt ergeren?

“Ik kan me mateloos ergeren aan al het zwerfvuil dat de mensen overal achterlaten. Ik engageerde mij als ‘Mooimaker’ en doe maandelijks een traject van bijna 4 km om het zwerfvuil op te rapen. Iedere maand heb ik toch twee zakken vol met vooral bierblikjes of -flesjes maar ook andere zaken. Zo is er een plaats waar ik iedere keer een pak verscheurde lotjes vind. Nu lig ik niet echt meer wakker van omdat ik zelf bewust iets doe aan het probleem. Al is het soms dweilen met de kraan open.”

“Soms beseffen we niet hoe mooi het hier wel is op korte afstand van het verstedelijkte gebied. Toen ik hier 12 jaar terug kwam wonen, was dat een bewuste keuze. Toen ik jaren geleden de film ‘Den Ellentriek’ draaide, werd ik verliefd op de streek. Eens je over de brug in Zwevegem-Knokke bent, kom je in een andere wereld terecht. Om van te genieten en zeker te koesteren.”

Geeft dat je de meeste voldoening?

“Dat zijn vooral mijn kinderen, daar moet ik niet lang over nadenken. Ze zijn alle drie goed bezig. Soms ontdek ik dat ze bepaalden zaken van mij hebben overgenomen. Dat doet me enorm veel deugd en schenkt me een grote voldoening.”

Zie je zelf graag films?

“Als cameraman kijk ik totaal anders naar films. Soms moet ik twee keer een film zien om te weten waarover het verhaal precies gaat. De eerste keer ben ik altijd geneigd te kijken naar de camerastandpunten of hoe ik die scene zou in beeld brengen. Ik film dan als het ware zonder camera. Kijk ik een tweede keer naar een film, dan heb ik dan meer aandacht voor de film op zich en is het anders genieten.”

Je moet de taal van de leerlingen spreken en dan aanvaarden ze je

Heb je zelf nooit zin gehad om voor de camera te staan?

“Nee, zeker niet. Het ligt niet in mijn karakter om letterlijk en figuurlijk de hoofdrol te spelen. Ik ben veel liever bezig in de achtergrond. Ik kan echt genieten van mensen die iets spelen of iets doen. Vroeger maakt ik deel uit van een zangkoor, wat ik graag deed. Maar toen ze begonnen met optredens en dansen, was de lol er voor mij af. Mijn liedje was er snel uitgezongen.”

De film ‘Opa’ was en is een groot succes. Hoe groot schat je jouw aandeel in dit succes?

“Ik ben heel gelukkig dat de film zo goed onthaald werd door het publiek. Nu zijn er al zeker 6.000 mensen die hem gezien hebben. In het najaar staan er nog een aantal vertoningen op de agenda. Een mooi resultaat als je weet dat er niet meteen gekende acteurs meespelen en dat op het moment dat hij in de filmzaal kwam er acht andere Vlaamse films speelden. Ik heb wel een deel in het succes, maar dat heeft iedereen die eraan meegewerkt heeft. Er heerste een leuke sfeer op de set en iedereen hielp iedereen vooruit. Dit is volgens mij de sterkte van de film.”

We kunnen er niet omheen: komt er een tweede langspeelfilm?

“De goesting en de plannen zijn er zeker, al zijn deze laatste nog niet echt concreet. Financieel moet ik ook het plaatje nog rondkrijgen. Eerst wil ik de geplande verhuizing tot een goed einde brengen en zou ik graag een jaartje alles goed voorbereiden. Ik zou wel de zaken nu iets anders aanpakken en niet meer enkel werken met Zwevegemse acteurs. Wel moet in de nieuwe productie de natuur opnieuw een prominente rol krijgen. Ik heb in onze eigen gemeente al terug mooie plaatsjes ontdekt waar iets mee te doen is.”

Marc Desmet werd op 7 mei 72 jaar. Hij woont samen met Régine Taffin en is de vader van Veronique, Nico en Yannick. Ilani en Emme zijn z’n kleinkinderen. Marc volgde de opleiding automechanica, met specialiteit auto-elektriciteit en dieselmotoren. Later haalde hij het getuigschrift als lesgever en behaalde hij ook het statuut van aannemer. Na enkele jaren gewerkt te hebben in een garage, begon hij als lesgever. Daarnaast ging hij als aannemer aan de slag. Hij werkte ook jarenlang voor Jambers Televisieproducties. Actief zijn met de camera. Meest gekend is Marc van zijn kortfilms die heel wat prijzen wonnen en van de langspeelfilm ‘Opa’.