Lucien Delchambre (86) is de oudste duivenmelker van Ingelmunster
Nu het nieuwe duivenseizoen opnieuw van start is gegaan, liepen we langs bij de oudste liefhebber van de Brigandgemeente. Lucien Delchambre is 86 jaar, maar staat nog goed zijn mannetje.
De tijd dat er in elke straat tientallen duivenliefhebbers woonden, is allang voorbij. Het is een typische volkssport die net als de vinkensport met een sterk teruglopend ledenaantal kampt. Geregeld duiken er wel monsterbedragen op die door gefortuneerde Chinese liefhebbers worden betaald voor de allerbeste duiven. Maar het overgrote deel van de duivenmelkers zijn echte liefhebbers die weinig of niets aan hun hobby verdienen.
Lucien Delchambre, die eigenlijk afkomstig is uit het naburige Oostrozebeke, is een zeer populair figuur door zijn verleden als zaakvoerder. “Ik ben samen met mijn broer de oprichter van Delsa-soep en King Freese. In mijn actieve periode bereidden we 13.000 schoolmaaltijden per dag. Ik was ook invoerder van Amerikaanse koeientongen tot het op zekere dag niet meer kon. Op 59-jarige leeftijd ben ik uit de zaak gestapt na een hartinfarct.”
Ronkende naam
Niet alleen was Lucien een succesvol zakenman, maar ook in de duivensport blijft hij tot op vandaag een ronkende naam. “In tegenstelling tot veel anderen kreeg ik de duivenmicrobe niet te pakken door mijn vader. Ik maakte kennis met de duivensport via de schoonvader van mijn broer Henri Rosseel uit Meulebeke. Ik was precies dertig jaar toen ik zelf ermee begon in de Bruggestraat in Ingelmunster.”
“Naast mijn woning heb ik meteen 30 meter duivenhokken voorzien. De duiven haalde ik bij wijlen Norbert Norman, Robert Vanrobaeys en Pol Bostyn. Ik investeerde er toen heel wat geld in. Die werkwijze heeft me geen windeieren gelegd, want na een paar jaar behaalde ik sterke resultaten en kreeg ik naambekendheid. Alleen slaagde ik er nooit in om een nationale overwinning binnen te rijven. Op zware vluchten zoals Mautauban behaalde ik wel eens de vierde prijs nationaal. In die tijd bezat ik duiven die bij de beste in België behoorden.”
56 duiven gestolen
“Dit succes kende ook een keerzijde. Zo kreeg ik dieven over de vloer. In 2006 werden al mijn kweekduiven gestolen, 56 in totaal. Waar ik dertig jaar aan gebouwd had, was weg, een enorme klap. Een paar jaar later werd een aantal van die gestolen duiven ontdekt in Roemenië, maar van terugkrijgen was geen sprake. Gelukkig had ik nog heel goede vliegduiven zodat ik na een paar jaar weer op mijn vroegere niveau kwam.”
“Stoppen met de duiven zou het verlies
van mijn vriendenkring betekenen”
Tien jaar geleden verhuisde Lucien naar een nieuwe woning op een boogscheut van zijn vorige. Toen zag het er naar uit dat hij de duivensport vaarwel zou zeggen. “Toen ik verhuisde, was ik 75 jaar, maar hoewel er geen duiventillen bij de nieuwe woning stonden, kon ik geen afscheid nemen van de duivensport. Ik liet meteen een drietal nieuwe duiventillen aanrukken zodat ik meteen weer aan de slag kon. Ik kan gewoon niet zonder duiven. Ik moest weer van nul herbeginnen, maar na een paar jaar begon het weer te lukken.”
“De meeste van mijn vrienden zitten in de duivensport. Stoppen met de duiven zou het verlies van mijn vriendenkring betekenen. Ik kijk uit naar het nieuwe seizoen. Gelukkig ben ik nog in goede gezondheid en kan ik nog de volledige verzorging aan, want dat is bij de duivensport heel intensief”, besluit deze gedreven duivenmelker. (Julien Cluyse)
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier