Luc uit Staden heeft er als goedheilig man een drukke periode opzitten

Luc Grimmonprez : "Ik blijf hulpsint zolang mijn gezondheid het toelaat." (foto JCR) © (foto JCR)
Redactie KW

Luc Grimmonprez (70) is al 54 jaar van alle sintmarkten thuis. Hij begon zijn ‘sintcarrière’ als zwarte piet en vertolkt ondertussen als hulpsint al ruim 40 jaar met verve de rol van Sint-Maarten en van Sinterklaas. Luc maakte in die halve eeuw leuke, maar ook intriestige dingen mee. Hij heeft al aan stoppen gedacht, maar die intentie verdwijnt meteen bij zijn eerste sintoptreden van het jaar.

“Ook mijn vader speelde de rol van Sint”, vertelt Luc, “Hij was bakker in Boezinge en trok elk jaar met mijn broer als Zwarte Piet de baan op. Toen mijn vader ermee stopte nam mijn broer het van hem over. Ik was 16 toen ik met mijn broer meetrok als Zwarte Piet.”. De broers trokken een aantal jaren samen de boer op. “Daar kwam een einde aan nadat mijn broer een hartaanval kreeg”, weet Luc. “Vanaf toen nam ik het op mij om Sint-Maarten te zijn.”

Ook nadat Luc in Staden kwam wonen, bleef hij aan de slag als Sint-Maarten, maar ook als Sint-Niklaas. Hij trekt er steevast op uit met Zwarte Piet Johny Bryon.

Lucrèce is duivel-doet-al

“Johny is een vriend voor het leven”, aldus Luc. “We voelen elkaar uitstekend aan en zijn ook helemaal op elkaar ingespeeld. Johny is mijn hoofdpiet. Als er meer pieten nodig zijn, worden we vergezeld door Wim Buysse en Kenneth Desseyne.”

“Ook mijn echtgenote Lucrèce is heel belangrijk in het sintverhaal. Zij is mijn duivel-doet-al. Ze staat onder andere in voor het schminken van de pieten en wast ook alle kledij meteen na een opdracht. Meestal is dat ‘s avonds laat. Bovendien is ze ook onze chauffeur en moet ze een hele avond op ons wachten in de auto.”

Luc gaat als Sint op bezoek bij particulieren, maar trekt ook naar winkels. Zo ben ik ‘huissint’ bij AD Delhaize in Roeselare. Ik ben er al Sint sinds de opening van de zaak 30 jaar geleden.”

Voor wat de huisbezoeken bij particulieren betreft, beperkt Luc zich tot Staden en ruime omgeving. “Er zijn dit jaar bezoeken geweest in onder andere Staden, Roeselare, Torhout en Izegem”, weet Luc. “Er waren ook aanvragen uit Oostkamp, Brugge en Pittem. Dat is me echter te ver en die heb ik geweigerd. Ik wil in hoofdzaak de mensen hier uit de streek een plezier doen.”

Luc maakte in zijn ‘sintcarrière’ leuke maar ook triestige zaken mee. “Ik herinner me een kind waarvan de vader het afgelopen jaar overleden was”, vertelt Luc. “Mijn vader vroeg hem als Sint-Maarten wat hij wou van de Sint. De jongen antwoordde dat hij niks wou. Hij vroeg Sint-Maarten alleen de groeten te doen aan zijn vader in de hemel en hem te zeggen dat hij braaf was. We zijn er met tranen in de ogen vertrokken.”

Als kinderen vragen waarom ‘Slecht-weer-vandaag’ er niet bij is, weet ik over wie ze het hebben

Luc verzorgt zijn ‘sintoptredens’ steeds tot in de puntjes. “Op dat moment ben ik ook echt de Sint”, vertelt Luc, “Ik besteed veel aandacht aan mijn outfit. Ik heb recent witte schoenen gekocht. Ik vertel de kinderen dat het speciale schoenen zijn die gemaakt zijn om over daken te lopen en om zonnepanelen te ontwijken.”

“Daarnaast zorg ik dat ik goed geïnformeerd ben rond alles wat met de Sint te maken heeft. Zo heb ik alle afleveringen van Dag Sinterklaas bekeken. Als kinderen vragen waarom ‘Slecht-weer-vandaag’, het paard van de Sint in de reeks, er niet bij is, weet ik meteen over wie ze het hebben.”

“Mijn bezoekjes als Sint zijn voor mij een hobby, maar dan wel een hobby die duur uitvalt”, lacht Luc, “Zo moet de sintbaard ‘herzet’ worden bij een gespecialiseerde firma en krijgt de mantel geregeld een beurt in de nieuwkuis, terwijl ook de schmink van de pieten een aardige duit kost.”

Lachende kindergezichtjes

Hulpsint Luc geeft toe dat hij al een aantal keer aan stoppen gedacht heeft. “Ik ben 70”, vertelt Luc, “Ik zeg al drie jaar dat ik ermee ga kappen, maar als ik bij een nieuw ‘sintseizoen’ de eerste deur opentrek en die lachende kindergezichtjes zie, dan verander ik meteen van mening.”

“Zolang mijn gezondheid het toelaat, ga ik dus door.” (CBH)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier