Luc ontmoet zijn redder drie weken na hartaanval op tennisveld
Drie weken nadat hij tijdens een tenniswedstrijd in elkaar zakte en gereanimeerd werd, heeft Luc Despiegelaere (81) zijn redder ontmoet. Louis Devos (27) kwam uit Brugge af om een balletje met Luc te slaan. Want die staat gewoon alweer op het tennisveld. “Mijn redder. Jij mag mij echt alles vragen”, klonk het emotioneel.
“De redder!” Luc roept het Louis al van ver toe, als hij aan komt wandelen. “Fantastisch om je terug te zien.” En de twee vallen elkaar in de armen. Meteen de eerste keer dat Luc het niet droog kan houden. Hij is Louis dan ook vanuit de grond van zijn hart – heeft u hem? – dankbaar. “Je hebt mijn leven gered. Zo is het nu eenmaal. Ik heb het aan jou te danken dat ik hier vandaag nog sta. En nog kan tennissen, nog kan leven. En daarvoor ga ik je eeuwig dankbaar zijn. Jij mag me werkelijk alles vragen.”
Louis tennist zelf in tennisclub KG Witte Beer in Brugge. Hij speelde drie weken geleden tijdens het toernooi van zijn eigen club toevallig tegen de vaste dubbelpartner van Luc. En zo raakten Luc en Louis na de wedstrijd aan de praat.
“Luc gaf me heel wat tips. En later hoorde ik dat hij nog op Roland Garros gespeeld had (in 1961, red.) en dat hij in zijn jonge jaren een van de beste spelers van ons land was”, vertelt Louis. “Dus toen ik wist dat hij moest spelen, ben ik samen met mijn vriendin gaan kijken. Ik zei nog lachend dat de eerste pint van mij zou zijn, als hij won.”
Maar in de tweede set stuikte Luc plots ineen. Het was meteen duidelijk dat het ernstig was. Louis heeft verpleegkunde gestudeerd en is – net als zijn vriendin – strandredder. “Luc had geen pols meer en ademde niet meer”, vertelt hij. Luc aanhoort het verhaal en valt van de ene verbazing in de andere. Hij herinnert zich niets meer van wat er is gebeurd. Louis gaat verder: “Ik ben beginnen reanimeren en gelukkig was er een AED-toestel op de club. Daarmee heb ik Luc uiteindelijk een schok gegeven. En na nog wat reanimeren was hij er weer bij. Helemaal verdwaasd, maar hij ademde weer en had een hartslag.”
De verwittigde hulpdiensten kwamen ter plaatse en namen Luc mee naar het ziekenhuis. De dokters raadden hem af om nog competitief te tennissen. Maar voor de lol een balletje slaan, dat mag hij nog wel. Vol goeie moed had hij dan ook zijn redder uitgedaagd op het tennisveld.
“Sla maar door, hoor”, klinkt het. Maar na enkele balwisselingen moet Luc toch alweer wat bekomen. “Dat zit er toch nog altijd in, hoor”, zegt hij. “Ik voel dat ik snel moe ben.”
Maar is de twee uiteraard niet écht om het tennissen te doen. Ze zijn vooral blij om elkaar nog eens te zien. “Ik ben echt blij dat je alweer op een veld kán staan”, zegt Louis. “En dat je zo vlot revalideert. Want het was toch allemaal niet niets, hé.”
Onbetaalbaar
Afgezien van enkele emotionele momenten verliest Luc de glimlach niet. En bij het afscheid spreekt hij nog twee wensen uit. Hij wil ooit weer competitief tennissen, als zijn dokters het toelaten.
“En dan moeten we toch eens tegen elkaar spelen”, zegt hij tegen Louis. “Maar hoe dan ook gaan we eens samen met onze vrouwen eten. Dan trakteer ik jou. Niet dat ik daarmee kan terugbetalen wat jij voor mij gedaan hebt. Zeker vier dokters hebben me gezegd hoeveel geluk ik had dat jij er was. Je zal altijd mijn redder zijn.”
(Tim Lescrauwaet)
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier