Luc David staat met passie aan het roer van bakkerij DeCock: “Ik wil bakens verzetten”

“Ik word binnenkort vijftig en er is nog zoveel dat ik wil doen”, aldus Luc David.© Davy Coghe
“Ik word binnenkort vijftig en er is nog zoveel dat ik wil doen”, aldus Luc David.© Davy Coghe
Gillian Lowyck

Bakkerij DeCock is een instituut in Oostende. Luc David staat aan het roer van de bakkerij, die al sinds 1855 bestaat. De zevende generatie ondertussen, en de volgende staat al klaar. Luc heeft enorm veel passie voor zijn beroep en dat merk je. De wereld verbeteren met brood? Ja, dat kan.

Met Pasen bijna in zicht is het enorm druk bij Bakkerij DeCock. En niet alleen met Pasen: sinds de coronacrisis is het alle hens aan dek bij de bakker in de Langestraat. Gelukkig heeft Luc tussen al die drukte nog de tijd om even tot aan de Mercator te komen.

Luc, hoe ben jij gestart als bakker?

“Ik ben geboren en getogen Oostendenaar, opgegroeid op de Opex. Mijn ouders hadden een beenhouwerij. Iets anders dus, klopt. Ik ben van de koude naar de warmte gegaan ( lacht ). Mijn oom had een bakkerij in Jabbeke en ik ging er vaak langs om met mijn neefjes en nicht te spelen. Uiteindelijk speelde ik amper met hen, maar was ik constant in de bakkerij te vinden. Ik wist dus al heel vroeg dat dit absoluut mijn passie is. Toen ik elf jaar was, ging ik al gaan werken. Helemaal geen probleem voor mij, want ik doe het enorm graag.”

Wat trekt je zo aan in het beroep?

“Er zijn zoveel facetten, er is altijd wel iets om je op te focussen. Ik ben heel graag bezig met constant vernieuwen, bijzondere smaken zoeken… Iets maken dat goed is voor de mensen en hen plezier geeft, dat is een eer.”

Ondertussen sta je al heel wat jaren in Bakkerij DeCock.

“Ik was al die jaren geleden op zoek naar werk en stapte binnen in de bakkerij. Christel, mijn vrouw, stond achter de toonbank met haar armen vol stokbroden, zag me en liet alles op de grond vallen ( lacht ). Liefde op het eerste gezicht, dat mag je wel zeggen ja. Na drie maanden wisten we dat we gingen trouwen en zeven maanden later was het al zover. Als het goed zit, moet je niet twijfelen, toch? Nu zijn we al intussen 27 jaar getrouwd. De bakkerij was van haar ouders en ondertussen zijn we al zeven generaties ver.”

Jullie kinderen zijn ook actief in de zaak.

“Daar ben ik heel trots op. Weet je, onze zaak is 166 jaar oud. Toen Napoleon in de Langestraat sliep, was de bakkerij er al. We zijn ouder dan Coca-Cola en zijn de oudste bakkerij aan de kust en waarschijnlijk ook de oudste handelszaak van Oostende. Daarbij komt ook dat mijn kinderen me altijd met heel veel liefde hebben zien bakken. Daar wil je dan toch bij horen?”

Hoeveel mensen zijn er bij jullie aan de slag?

“Vandaag staan we met vijf: ikzelf, mijn vrouw, mijn zoon en dochter en een verantwoordelijke voor de winkel en dan zijn we seizoensafhankelijk. Soms zijn er wel pieken tot twintig personen. Het toerisme en de tweedeverblijvers zijn altijd maar belangrijker geworden, dus was het een uitdaging voor ons om van een nadeel onze ligging een voordeel te maken. Ik heb nog nooit een tong of een garnaal in mijn winkel gezien die een stokbrood komt halen.” ( lacht )

Ondertussen is Bakkerij DeCock wel een klinkende naam.

“Daar hebben we heel hard voor gewerkt. We hebben ons gespecialiseerd en blijven altijd maar innoveren. Zo telen we bijvoorbeeld ons eigen graan bij een bioboer in Leffinge. Weet je, wij werken dagelijks met zoveel bloem, maar we weten eigenlijk niet wat graan is. En die hele polemiek rond de landbouwsector, we weten niet hoe moeilijk ze het hebben. Als ik er niet meer ben, dan wil ik iets achterlaten. Iets dat de moeite is, iets waarvan mensen zeggen: hij heeft bakens verzet. En dan wil ik graag het accent leggen op voedselproductie.”

Wie is Luc David?

Privé

Luc (49) is getrouwd met Christel Inghelbrecht. Samen hebben ze twee kinderen, Charlotte (21) en Guillaume (20). Ze wonen in Oostende.

Opleiding en loopbaan

Luc startte zijn loopbaan bij de bakkerij in de familie in Jabbeke. Daarna werkte hij onder meer in bakkerijen in Oostende, Kortrijk, Brussel… Hij baat al vele jaren Bakkerij DeCock in de Langestraat uit. Ondertussen staat zo al de zevende generatie aan het roer van de familiebakkerij.

Vrije tijd

Fietsen in Oostende, Ambassadeur du pain, naar het buitenland trekken om bij te leren over innoverende zaken.

De wereld veranderen met brood, dus?

“Ik wil niet dat een boterham gewoon een transportmiddel is van de charcuterie naar je mond. We eten, maar staan er vaak niet bij stil. Wij maken broden waarvan je met één sneetje enorm veel voedingsstoffen binnenhebt. En waarom bio? Mensen denken vaak dat dat is omdat het gezonder is. Maar het is zoveel meer: je bodem, het leven… Als ik in Leffinge aanwezig ben wanneer ze het hooi dorsen, komt dat tot aan mijn borst. Op een gangbaar bedrijf misschien tot aan de knieën. Die hummuslaag is fantastisch. We werken nu ook enkel met honing van de imker. Ja, dat kost meer, maar we doen het voor de biodiversiteit. Als ik later mijn kleinkinderen op de knie heb en ze zeggen me welk zootje we ervan gemaakt hebben, dan wil ik kunnen zeggen dat ik echt mijn best heb gedaan om dat tegen te gaan.”

Wat vind je zelf het lekkerste in de bakkerij?

“Moeilijk. Ik ben heel veel bezig met nieuwe smaken. Constant innoveren en ook mijn kennis doorgeven aan een jonge generatie. Dat vind ik enorm belangrijk. Men kijkt vaak op een stereotiepe manier naar brood, maar ik wil het op het niveau van patisserie brengen. Momenteel hebben we een nordic-brood waar ik verzot op ben, en zijn we bezig met een brood en sandwich te maken met draf – de granen die overblijven na het brouwen – van Stadsbrouwerij’t Koelschip. Daar ben ik trots op.”

Waar droom je nog van?

“Het probleem is dat het leven zo kort is! Ik word binnenkort vijftig en er is nog zoveel dat ik wil doen. Ik heb tijd tekort. Maar ik wil er wel voor zorgen dat ik een gezond bedrijf aan mijn kinderen doorgeef dat klaarstaat voor hun toekomst. Met pensioen? Nee, ik ga nooit met pensioen. Ik zie bakken niet als werken, maar als een passie. Ik ga werken tot ik doodval.”