Luc Aerbeydt: “Genieten van het goede leven in het decor van Game of Thrones”

Frederic Vansteenkiste
Frederic Vansteenkiste Medewerker KW

Roeselarenaar Luc Aerbeydt woont sinds enkele jaren onder de Spaanse zon.

Luc Aerbeydt (65) werd geboren in Roeselare. Hij liep eerst school in de St.-Amandsschool in de Hugo Verrieststraat en daarna zes jaar aan de Stedelijke Basisschool in de Brugsesteenweg. “Dankzij het misdienaarschap bracht ik meerdere lesuren door bij begrafenisplechtigheden in de kapel van het Stedelijk Ziekenhuis”, herinnert Luc zich nog. “Mét een ijsje als dank achteraf, met liefde aangeboden door de nonnetjes.”

Maar hoe lief de nonnetjes ook waren, het was de muziek die Luc Aerbeydt tot zich riep. “Ik volgde lessen notenleer en klassieke gitaar in de Gasstraat toen ik nog Latijn-Grieks volgde aan het Klein Seminarie”, vertelt Luc. “Als 18-jarige mocht ik van mijn ouders naar het Koninklijk Muziekconservatorium van Brussel. Ik had het geluk op diezelfde jonge leeftijd al enkele uren les te mogen geven aan de Stedelijke Muziekacademie Adriaan Willaert, bij gebrek destijds aan leerkrachten klassiek gitaar. En ik ben als leraar gitaar full time in functie gebleven tot aan mijn pensioenleeftijd.”

Een liefde voor muziek is er, da’s duidelijk, maar je koesterde ook al lang een liefde voor Spanje. Van waar kwam die?

“Da’s een beetje tweeledig. Enerzijds omdat vele gitaarpartituren een Spaanse titel hebben en anderzijds omdat ik vele gelijkenissen met het latijn zag, ik al van in mijn jeugd gefascineerd door deze mooie zuiderse taal. Ik kocht Spaanse tijdschriften en begon, met behulp van een woordenboek, Spaanse boeken te lezen. Dit was wel goed voor het verwerven van een behoorlijke woordenschat, maar in de praktijk -bij een reis naar Spanje om concreet te zijn- bracht ik het er verbaal heel slecht vanaf.”

“Ik voelde mij net zoals bij mijn praktische kennis van de Franse taal, toen ik na het lezen van Molière en Racine in het College, een halve kilo gehakt wilde kopen in Frankrijk. (lacht)”

Luc Aerbeydt:

Maar dan kwam er hulp opdagen…

“Inderdaad. Ik leerde Maria, mijn huidige echtgenote, kennen. Maria kwam uit Bilbao en plots kreeg ik er 24 uur op 24 een Spaanse privélerares bij. Olé! Het probleem was verholpen. María kwam in Roeselare wonen en we maakten de afspraak om samen in haar geboorteland Spanje te gaan wonen eens ik met pensioen was. Benicarló, aan de oostkust, was een vakantiebestemming van María als kind en daarom beslisten we een vijftal jaar geleden naar dit kuststadje te trekken. Na enkele jaren verhuisden we een 12-tal km meer naar het zuiden en vonden een leuke woonplaats in het schilderachtig gelegen Peñíscola.”

Luc Aerbeydt:

“Dit historische dorp ligt aan de ‘Costa del Azahar’, de Oranjebloesemkust, in de provincie Castellón. Ten noorden van Valencia. Tussen de zee en de bergketen ‘Parque Natural de la Sierra de Irta’ genieten we van schitterende zichten en hebben we dagelijks het gevoel op vakantie te zijn. Het in de zee gelegen oude dorp (vergelijkbaar met de Mont Saint-Michel in Normandië) met zijn prachtig kasteel, ligt op wandelafstand.”

Hoe vullen jullie de dagen in en rond Peñíscola?

“We genieten van vele kleine dingen. Er is tijd zat om bezig te zijn met hobby’s waarvan je als kind droomde: boeken lezen, lekker eten, terrasjes doen en wandelen. Ons hondje Pulguita uitlaten is een perfecte reden om bijna dagelijks van het natuurschoon op het strand te kunnen genieten. María verzekert me dat mijn zicht steeds maar scherper wordt! Eens terug thuis van de wandeling, keuvelen we in alle rust bij de supersnel smeltende ijsblokjes in een drankje op ons overdekt terras.”

Luc Aerbeydt:

“Dit jaar werd Peñíscola trouwens verkozen tot mooiste dorp van Spanje. En vorig jaar werden hier opnames gemaakt voor het nieuwe seizoen van de ‘Game of Thrones’. (Peñíscola fungeert als decor voor scenes die zich in ‘Meereen’ afspelen, fv)

https://www.youtube.com/watch?v=sK-rSm_RibA

“Ook wordt op het strand, in het dorp, de haven en in de wijde omgeving de in Spanje populaire reeks ‘Chiringuito de Pepe’ opgenomen. Dit trekt uiteraard heel veel toeristen aan en daarom is het hier in de zomermaanden zeer druk.”

Raakte je er eigenlijk vlot geïntegreerd?

“Dit is geen echt probleem geweest. In de voor mij eerder moeilijk te begrijpen omstandigheden heb ik altijd María aan mijn zijde. Voorts heb ik geleerd dat je hier héél veel geduld moet hebben en dat je met argusogen in alle situaties moet opletten dat men je niet probeert te bedriegen. Het moeilijkste vind ik nog de onwetendheid van vele mensen. Ze leven van ‘s morgens vroeg tot ‘s avonds laat ‘en la calle‘ en op terrasjes en klagen voortdurend dat ze moeilijk de eindjes aan elkaar kunnen knopen. Toch hebben ze allerhande onnodige luxeartikelen in huis…”

Luc Aerbeydt:

Was je voor je in Spanje neerstreek eigenlijk een globetrotter?

“Niet echt. Van ons tweeën is María de échte globetrotter. Zij woonde in Argentinië, Venezuela, Italië en reisde onder meer naar China en Tunesië. Samen met haar heb ik al heel wat Europese eilanden leren kennen. Ikzelf was vroeger eerder een street- en citytripper. Door omstandigheden veranderde ik nogal veel van woonplaats, zij het telkens in Roeselare en omstreken. Uiteraard reisde ik wel, maar verre bestemmingen waren er niet bij.”

Wat is het grootste verschil met het leven in Roeselare?

“Veel minder dagdagelijkse zorgen! Hier kunnen we ons eigen leventje leiden, ver van alle perikelen uit het verleden. Wel blijven we via het internet op de hoogte van wat er gebeurt in West-Vlaanderen. Maar de nieuwsberichten versterken steeds meer mijn leuze: ‘Hoe minder je weet hoe beter!’

Luc Aerbeydt:

“Het leven is hier ook veel goedkoper, uiteraard wanneer we ons beperken tot het aankopen van de talrijk voorhanden inlandse producten. Voor een volle winkelkar in de supermarkt betaal je hier zeker de helft minder. Voorts hebben we bijna geen energiekosten. wegens het gunstig klimaat. Opmerkelijk is ook dat je hier beloond wordt voor het binnenbrengen van recycleerbare materialen. Alles wordt gewogen en hoe meer je naar het recyclagepark brengt, hoe meer je terugkrijgt van wat je betaalde aan de jaarlijkse belasting voor huishoudelijk afval.”

Als je je nieuwe thuis zou moeten aanprijzen, met welke troeven pak je dan uit?

“Vooreerst veel licht. Niemand zou hier ooit aan het woord ochtendgrijs gedacht hebben. We kennen zelfs de fameuze ‘zes duistere weken’ niet. Daarnaast zeker ook het zachte middellandse-zeeklimaat. 14 graden gemiddeld in de wintermaanden is zeker mooi meegenomen, de zomermaanden daarentegen zijn mij net iets te warm en te droog. Gelukkig is er dan wel een verfrissende zeewind. En dat brengt ons bij troef drie: de zee. Het is fantastisch met bewondering te kunnen kijken naar de azuurblauwe kleur, zoals ik die vroeger alleen zag op prentkaarten. Terwijl ik toen alleen kon turen de bruine Noordzee op het strand van Blankenberge.”

Luc Aerbeydt:

“Een laatste troef is zeker ook de gastronomie. Er zijn hier elke dag verse inlandse producten. Peñíscola heeft een vissershaventje en ik moet toegeven dat er meer vis en schaaldieren op tafel komen dan vroeger. Toch winnen de Zeeuwse mosselen het nog altijd van deze van hier.”

Zoals iedereen zijn er vast wel enkele zaken die je nog mist van bij ons?

“De dingen die ik hier mis? Belgian Pickles, witte alcoholazijn, noordzeegarnalen, schorseneren en -uiteraard- de trappistenbieren!”

Lukt het om vlot contact te houden de vrienden en familie in ‘t Roeselaarse?

“Met alle nu beschikbare middelen kunnen we wanneer we maar willen in contact komen met om het even wie en waar. De kinderen komen graag op vakantie en wij hielden ons er de voorbije jaren aan Kerstmis met hen te vieren in West-Vlaanderen.”

Luc Aerbeydt:

“Tegenwoordig zijn er eigenlijk geen afstanden meer. Dat geeft mij een rustig gevoel. Indien nodig ben ik binnen de kortste tijd in mijn land. Maar na enkele dagen ben ik dan wel weer blij naar deze oase van rust terug te kunnen keren.

En? Blijf je er voor altijd?

“Ik weet het oprecht niet. Evenals ik niet erg graag over het verleden praat, kijk ik ook niet bijzonder graag naar de toekomst. Er kunnen omstandigheden komen die een terugkeer noodzakelijk maken, maar daar denk ik liever niet aan.”

Que sera, sera.