Louise Criel is landmeter met hart en ziel

Louise Criel: “Roeselare is thuis. Dat valt moeilijk te omschrijven maar het is zo”.(foto Stefaan Beel) © STEFAAN BEEL Stefaan Beel
Peter Soete

Ze noemt haar werkmateriaal best wel ‘cool’. Nochtans beoefent deze jonge vrouw een job waarin ze niet zo heel veel vrouwelijke collega’s ontmoet. Toch zou ze niet willen wisselen met een ander beroep. Maak kennis met de Roeselaarse landmeter Louise Criel van bureau Juust.

Louise Criel werd geboren in Roeselare op 13 maart 1994. Ze woont samen met haar partner Jacob Verstraete in Beveren-Roeselare. Louise ging naar het lager in de Sint-Jozefschool, volgde middelbaar onderwijs in Barnum (Economie-Moderne Talen) en studeerde daarna Vastgoed aan HoGent (Vastgoed). Ze ging nog voor een banaba Landmeter. Sinds 2017 is Louise zelfstandig landmeter. In haar vrije tijd gaat ze lopen of spreekt ze af met vriendinnen.

Wanneer heb je de keuze om voor landmeter te studeren, gemaakt?

“Eigenlijk vrij laat. Ik heb altijd veel interesse gehad in gebouwen en architectuur. Ik wilde eerst interieurarchitectuur studeren, maar toen ik hoorde dat er pas in het derde jaar interieurplannen zouden ontworpen en getekend worden, haakte ik snel af. Toen heb ik aan HoGent vastgoed gestudeerd omdat ik in die sector ook met gebouwen te maken kreeg.”

“Tijdens een drie maanden durende stage in Londen werd er echter enkel over de verkoopprijs en omzet gepraat en niet over het beste pand voor potentiële kopers. Mijn droom werd snel doorprikt. Toen ik na die stage afstudeerde, had ik eigenlijk geen zin om die job uit te oefenen. Ik zocht een oplossing en vond die in een opleiding die voor een groot deel gelijklopend is met een makelaarsopleiding: landmeter.”

Maar eerst moest je dat thuis uitleggen?

“Ik vertelde mijn ouders dat ik het wilde proberen en als ik het na drie maanden niet leuk zou vinden, dan zou ik werk zoeken. Maar ik ben echt verliefd geworden op dat beroep. Het is in de eerste plaats een 100 procent eerlijke job: een gebouw is zo groot zoals de instrumenten aangeven, niet meer en niet minder. Bovendien komt mijn interesse voor architectuur ook in deze job goed van pas. En tenslotte vind ik mijn instrumenten ook wel cool. Ja, echt waar (lacht)!”

“Ik heb een totaalstation met GPS. Dat is een heel precies toestel dat één punt meet. Het ziet eruit als een fototoestel en kinderen poseren soms voor mijn totaalstation en vragen of ik een foto wil maken. Wat ik natuurlijk graag doe (lacht). En nu verwacht ik de levering van een laserscanner die maar liefst 1 miljoen punten per seconde kan meten!”

Zijn er veel vrouwelijke landmeters?

“Eigenlijk niet en soms kan dit beroep wel eens een ruw kantje hebben. Op een werf ben ik meestal de enige vrouw, maar aan de andere kant dragen die stoere mannen vaak mijn materiaal naar boven en dat is ook leuk. Of wanneer ik gevraagd word in een grensdiscussie kan het soms ook wel eens hard tegen onzacht gaan. Ik herinner mij een discussie met een landbouwer die mij vlakaf vertelde: ‘meiske, ziej gie niet te joenk voe zukke diengen te doen’. Of Marcel uit Gent die mij in al zijn mailverkeer steevast ‘beste Louis’ noemde en zich bijna rot schrok toen hij mij in levende lijve ontmoette. Het enige dat die mens nog kon uitbrengen was ‘Ah, doen vrouwen dat nu ook’ (lacht).”

Doet een landmeter nog iets anders dan ‘land meten’?

“Meten komt er altijd bij, maar er zijn verschillende variaties. Naast land opmeten moeten wij ook vaak eigendomsgrenzen vastleggen of maken wij een plaatsbeschrijving van een woning. Dat laatste gebeurt bij ingrijpende verbouwingen of nieuwbouw waar wij de huizen in de omgeving vooraf controleren op scheuren, verzakkingen of andere schade. Nadien gaan wij opnieuw ter plaatse om te checken of er geen schade is door de werken.”

“Landmeters komen ook vaak op werven waar een gebouw komt. Na de afgeleverde vergunning bepalen wij precies met paaltjes en brugjes waar de grenzen van het gebouw moeten komen en tijdens de constructie komen wij ook een paar keer ter plaatse om te controleren.”

Het is dus geen saaie job?

“Absoluut niet! Je komt altijd wel problemen en uitdagingen tegen die moeten aangepakt worden. En dat doe ik graag. Ik ben een optimist die ervan overtuigd is dat er altijd een oplossing is voor elke moeilijkheid.”

Waar wil Louise Criel binnen tien jaar staan?

“Oei, dan ben ik er 38! Zo ver heb ik nog niet gepland. Ik ben nu pas gestart met ‘Juust’, mijn eigen bedrijf waarin ik samen met mijn medewerker Robbe werk en waar we momenteel een bijkomende medewerker zoeken. Binnen vijf jaar hoop ik dat Juust vijf medewerkers telt en dat we nog steeds vanuit Creoloft in de Blekerijstraat werken. En wil ik een gezin hebben gesticht met mijn vriend Jacob.”

“En binnen tien jaar? Dan zou ik me een beetje ‘misbaar’ willen maken in Juust, dat men het nu en dan eens kan doen zonder mij. Daarom heb ik ook voor de naam ‘Juust’ gekozen en niet voor ‘landmeetbureau Louise Criel’.”

Ben je blij dat je in Roeselare woont?

“Heel zeker, ik ben hier geboren en getogen. Wij hebben heel even met de idee gespeeld om in Gent te blijven, maar toen ik voor mijn job naar Roeselare kwam, was ik toch blij. Soms missen we Gent wel een beetje, maar Roeselare is ‘thuis’. Dat is moeilijk te omschrijven, maar het is zo.”

Heeft Louise Criel een bucketlist?

“Neen, eigenlijk niet. Indien ik die zou hebben, zou ik enkel het vakje ‘gelukkig zijn’ willen afvinken. En voor de rest neem ik het leven wel zoals het komt.”

Lees meer over:

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier