Lore De Block (12) uit Oostduinkerke: “Ik mis mijn klasgenoten en wil snel opnieuw naar school”

© Davy Coghe
Stefan Vankerkhoven

“Mama zei dat ik een risicopatiënte ben. In het begin mocht zij tien dagen lang niet dicht bij mij komen”, zegt Lore De Block (12) uit Oostduinkerke. Deze tiener met een aangeboren spierziekte doorstaat moedig de coronacrisis thuis.

Wat houdt jouw beperking in?

“Ik was al ziek toen ik in mama’s buik zat. Door mijn spierziekte kan ik niet goed lopen en heb ik moeite met slikken. Mama moet alle maaltijden klein snijden, zoals voor een baby. En bij sla moet er mayonaise bij, want anders lukt het slikken niet. Ik kan mijn mond niet helemaal sluiten en mijn tong minder goed bewegen. Om mij beter verstaanbaar te maken, gebruik ik een draagbare spraakcomputer. Ik typ een woord in en de computer spreekt dat woord in mijn plaats uit. Die computer, een grote smartphone, neem ik ook altijd mee naar school.”

Krijg je nu online lessen van de juf?

“Juf Griet heeft enkele reken- en taaloefeningen gegeven. En enkele bladen met taken gemaild naar mama. Schrijven is moeilijk voor mij, ik heb niet veel kracht in mijn handen. Het is makkelijker om de toetsen van mijn computer in te tikken.”

Wat mis je, nu je niet naar school kan?

“Mijn klasgenootjes en juffrouw Griet. We zijn met negen in de klas en spelen altijd samen Superhelden op de speelplaats van De Strandloper (een lagere school voor buitengewoon onderwijs in Oostduinkerke, red.).”

Heb je online contact met je klasgenoten?

“Neen. Sommige klasgenoten slapen op school en moesten er ook tijdens de paasvakantie blijven. Zij mochten niet naar huis. Gelukkig was mijn papa de voorbije weken veel thuis. Hij is piloot bij de mug-heli. Mama werkt als huisarts. Twee madammen van Familiezorg die ‘s morgens en ‘s avonds voor mij zorgen, waren wel even ziek. Zij helpen mij normaal gezien elke dag met het toilet en met eten. Soms heb ik problemen met slikken, ik zou zelfs kunnen stikken. Mijn ouders hebben andere mensen moeten aanspreken om voor mij te zorgen, jonge mensen. Zij zijn niet zo besmettelijk. Ik krijg ook logopedie en kine.”

Jouw mama is arts. Is er geen gevaar dat ze in aanraking komt met het virus?

“Neen. Zij komt niet in contact met zieke mensen, ze geeft vooral via de telefoon advies aan wie ziek is. En ze helpt ook mensen met pijn aan de schouders of aan de ogen. Andere dokters zorgen voor de mensen die moeten hoesten. In het begin mocht zij tien dagen lang niet dicht bij mij komen, we moesten afstand houden bij het eten. Mama zei dat ik een risicopatiënte ben. Ze heeft haar handen altijd goed gewassen en alles ontsmet. Mijn zus en ik moesten zelfs op onze kamer eten. Dat was niet zo leuk.”

Heb je concrete plannen voor de toekomst?

“Zondag vier ik mijn Lentefeest, samen met mijn ouders, mijn zus Lut en mijn broer Briek. Omwille van corona mag er niemand anders komen. Maar mama zal mijn favoriete gerecht bereiden: spaghetti bolognaise! Gelukkig geen witloof of spruitjes, want dat lust ik absoluut niet. Als voorgerecht eten we zoute chips en bitterballen! En mijn zus Lut maakt een cake, versierd met marsepein. Ik hou wel niet van marsepein en zal die eraf krabben en op het bord van mijn zus leggen…” (lacht)

Wat doe je thuis, behalve schooltaken maken?

“Ik puzzel graag en vul de boekjes met woordzoekers in. Ik lees ook veel sprookjes: Sneeuwwitje, Klein Duimpje, Roodkapje en vooral De Kleren van de Keizer.”

Waar droom je van? Een ijsje op het strand?

“Neen, een wafel. Dat is makkelijker om op te eten. Maar dat doe ik al. En ik mag altijd één keer likken aan het ijsje van papa! Wij wonen op 2 kilometer van het strand en mogen dus op het strand van Oostduinkerke wandelen. Op de zeedijk is er een eetkraam waar ze lekkere wafels verkopen!”

Wat is het eerste dat je zult doen als je weer overal naartoe mag?

“Opnieuw deelnemen aan een activiteit van Hartekamp (deze oudervereniging organiseert activiteiten voor buitengewone kinderen, red.). In de krokusvakantie was een van de leiders verkleed als Samson. Eind augustus is er een zomerkamp gepland, maar ik weet nog niet of dat zal kunnen plaatsvinden.”