Lode Bogaert: “De Carlito in ‘Vive le vélo’: ik viel steil achterover”

Lode Bogaert: "Het zal je niet verwonderen dat mijn eerste ingekaderde shirt eentje van Gianni Meersman was: het truitje waarmee hij zijn eerste Ronde van Frankrijk reed, met het zweet en rugnummer er nog aan." © Wouter Meeus
Tom Van Houtte

Zaterdag wacht het wielerpeloton met de Ronde van Lombardije het laatste klassieke monument van het seizoen en zondag maakt Tielt zich op voor dé retrokoers van het jaar: de vijfde Guidon Titan. Organisator en Kaffee Carlito-gezicht Lode Bogaert over zijn wielerpassie en het succes van zijn evenement en horecazaak: “Dankzij Guidon Titan wordt Tielt ontdekt door mensen van ver buiten de stadsgrenzen.”

Al een geluk dat Kaffee Carlito het eerste deel van de week dicht is. Zo heeft Lode Bogaert in wat voor hem als de drukste week van het jaar geldt – “een nog drukkere en nerveuzere bedoening dan de Tieltse Feesten” – amper zes dagen voor de retrokoers nog tijd voor een goed gesprek.

Zijn er dan nog zoveel zaken die de laatste dagen op je pad komen?

Lode Bogaert: “Duizend en één, al is veel te herleiden tot het veiligheidsaspect. Met Marc Ameye heeft onze 25-koppige medewerkersgroep er iemand bij die zich over de passages op de Markt ontfermt. Da’s ook nodig. Omdat het niveauverschil binnen het peloton van 150 renners zo groot is, duurt het geen twee ronden of het deelnemersveld is compleet uit elkaar geslagen, dus hebben we vanaf dan met één lange passage van retrocoureurs te maken. Mede daarom plaatsen we nog meer dranghekken op de Markt en voorzien we een oversteek ter hoogte van Ter Halle.”

Guidon Titan is prachtige citymarketing, een klein derde van de deelnemers komt van een eind buiten onze stadsgrenzen

Guidon Titan is in vijf jaar tijd uitgegroeid tot een gigantisch succes. Heb je dat ooit durven dromen?

“De beste organisaties komen er zonder al te grote verwachtingen. Die hadden medeoprichter Pieter Van Mulders en ikzelf ook niet. Een doorsnee Vlaamse retrokoers is al een succes met 50 – vooral plaatselijke – deelnemers. Wij laten er 150 toe en dan nog hebben we een wachtlijst met 20 namen. Guidon Titan is een prachtige naam, verwijzend naar het legendarische Tieltse fietsenmerk. En prachtige citymarketing. Want een klein derde van de deelnemers komt van een eind buiten onze stadsgrenzen. Veel van die mensen én hun familie en supporters keren gegarandeerd eens terug naar Tielt, omdat er hier meer te ontdekken valt dan ze dachten. En zo blijven we maar groeien. Zelfs de bloemenmeisjes staan in de rij voor Guidon Titan.”

BIO

Privé

Lode Bogaert (45) woont met zijn vrouw Katleen Boret (46) en hun dochters Mara (14) en Mona (11) in de Tieltstraat in Meulebeke, vlak aan de grens met Tielt.

Loopbaan

Vooraleer hij in 2002 Kaffee Carlito opende, was Lode actief in de grafische wereld. Even combineerde hij de horecazaak met een job als zelfstandig grafisch ontwerper.

Vrije tijd

Fietsen, tuinieren en zelf affiches en andere zaken voor Carlito ontwerpen.

Voor het eerst is er een goed doel aan jullie retrokoers gekoppeld.

“Eind vorig jaar hielden we in de Carlito een retrofuif ten voordele van De Warmste Week. Dat leverde 9.000 euro op voor de vriendenkring van het brandwondencentrum in Gent. Zo’n organisatie kost je veel energie, maar dat verbleekt bij de enorme dankbaarheid van de mensen voor wie je het allemaal doet. Aangezien oktober borstkankermaand is, steunen we met de vijfde Guidon Titan Think-Pink, een initiatief waar ook het stadsbestuur zich heeft achter geschaard. We hebben voor elke deelnemer een roze drinkbus besteld, waarvoor we 1.000 euro zullen overmaken aan Think-Pink.”

Waar heb jij die grote passie voor wielrennen geërfd?

“Van de zondagen tijdens de Tour die ik als kleine jongen in familieverband doorbracht bij mijn grootouders. Zo’n namiddag stond garant voor koffie en koekjes op tafel, maar ook en vooral voor wielrennen op tv. Mijn eerste wielerheld was echter van het klassieke type Eric Vanderaerden. Als kind reed ik met mijn Matchboxkes imaginaire wielerwedstrijden. En zoals het hoorde, was de topsprinter Vanderaerden altijd de snelste.” (lacht)

Lode Bogaert:
Lode Bogaert: “Na een fietstochtje in de Vlaamse Ardennen is het altijd heerlijk om Tielt weer binnen te rijden via de Poelberg, onze groene toegangssluis.”© Wouter Meeus

Heb je nooit zelf gekoerst?

“Dat is wel even ter sprake gekomen thuis, maar je moet weten dat mijn ouders hardwerkende zelfstandigen waren. Vader was wever in zijn eigen textielbedrijf, moeder ontfermde zich over de administratie. Ik besefte dat zij gewoon de tijd niet hadden om aan een eventuele wielerloopbaan van mij te spenderen, maar ik heb hen dat nooit kwalijk genomen. Het is sowieso lastig om coureur te worden als je niet uit een echte koersfamilie komt.”

Hoe is Kaffee Carlito het wielercafé annex klein wielermuseum geworden dat we nu kennen?

“In de periode dat we de zaak geopend hebben, in 2002, ben ik intensiever gaan fietsen, mede door onze eigen mountainbikeploeg. Rond 2011 zocht Luc Meersman, die hier wel eens over de vloer kwam met zijn zonen Gianni en Luigi, begeleiders voor zijn Trek-ploeg, mensen om mee in te staan voor de bevoorrading tijdens wedstrijden. Een kans die ik niet kon laten liggen. Het zal je dan ook niet verwonderen dat mijn eerste ingekaderde shirt eentje van Gianni was: het truitje waarmee hij zijn eerste Ronde van Frankrijk reed, met het zweet en rugnummer er nog aan. Intussen heb ik zo’n reeks dat ik ze nog niet allemaal heb kunnen inkaderen.”

En allemaal dragen ze een opmerkelijk koersverhaal in zich?

“Wees maar zeker. Ik denk aan een compleet gescheurd Topsport Vlaanderen-shirt van Yves Lampaert, het resultaat van een val die hem uittelde in zijn eerste Ronde van Vlaanderen. Je moet weten dat Topsport Vlaanderen in Brugge in hetzelfde hotel logeerde als wij met Trek. Yves viel met 70 km per uur aan de wagen van zijn eigen sportdirecteur en werd afgevoerd naar het ziekenhuis van Oudenaarde. Na de koers, gewonnen door ‘onze’ Fabian Cancellara, was het groot feest in en rond de ploegbus en bleven we door de plichtplegingen van Fabian als laatste over in Oudenaarde. Plots voelde ik iemand op mijn rug tikken: Yveske. Ze hadden hem gelost uit het ziekenhuis en hij had zich aan de aankomst laten afzetten. Hij wist natuurlijk dat wij weer naar Brugge moesten en vroeg of hij kon meerijden. Ik zie hem daar nog staan in zijn volledig bebloede tenue, met een klein valiesje in de hand, wachtend tot zijn moeder hem zou oppikken. En nederig buigend toen Cancellara passeerde. Ik stelde Yves voor om toch iets anders aan te doen. Hij trok zijn gescheurde plunje uit en wou het in de vuilnisbak gooien, maar dat heb ik dus niet laten gebeuren.” (lacht)

DE TIPS VAN LODE

Culinair

“In Tielt heb je zoveel verschillende restaurants en cafeetjes… Op de Markt drink ik graag een pint in Ter Halle, een leuk volkscafé. Iets daarbuiten ben ik ook wel te vinden voor het koersminnend Pompierke en voor een tof optreden kan je altijd in De Nachtwacht terecht. Voor een goede dagschotel hoeven we met Eethuis Bouché niet ver de deur uit. In De Traagheid en QV ben je nooit bedrogen aan hun lekkere lunch.”

Shoppen

“Ik ben geen grote shopper, maar als ik iets nodig heb, koop ik sowieso bij de lokale collega’s. Liever hen een plezier doen dan mijn gading in Gent of Brugge gaan zoeken. Voor deftige kledij of schoenen ga ik graag naar Federico Moda, het iets sportievere genre vind ik altijd bij Twinstore. Ook in Mayfair kom ik wel eens als ik nieuw schoeisel nodig heb.”

Leuke plekjes

“Na een fietstochtje in de Vlaamse Ardennen is het altijd heerlijk om Tielt weer binnen te rijden via de Poelberg, onze groene toegangssluis. Dan ben je ook snel in de Meikensbossen. Mountainbiken doe ik graag in het Kluisbos en omgeving. Of ik train mijn techniek op het gloednieuwe parcours in de Stokerijstraat. Even verderop in Schuiferskapelle vind ik ‘t Een en ‘t Ander dan weer een echte troef voor die deelgemeente.”

Reizen

“De eerste vereiste om in vakantiemodus te komen, is dat ik mijn fiets kan meenemen. Op dat vlak vind ik de Spaanse driehoek Benissa-Calpe-Altea een prachtige uitvalsbasis. De bergen zijn me heilig. Dit jaar heb ik mijn vrouw en dochters voor het eerst kunnen overtuigen om Oostenrijk voor te nemen op de traditionele kustgebieden. Ze hebben het zich niet beklaagd.”

Waar het natuurlijk óók om gaat in Kaffee Carlito is jullie menukaart met de spaghetti Carlito als ware sensatie voor de smaakpapillen. Is het dat vleugje room dat het ‘m doet?

“Het is zoals met de typische Italiaanse keuken: het echte geheim zit hem in dagverse, kwaliteitsvolle ingrediënten. De spaghetti hoort perfect al dente gekookt te worden en mijn vrouw maakt de basissaus dagelijks vers. Nooit wordt die een nacht in de frigo bewaard of diepgevroren. Op het einde van de dag schiet er trouwens nauwelijks over.”

Vertel ons eens een goed bewaard geheim: hoeveel spaghettisaus serveren jullie op een dag?

Katleen: “Tijdens een topdag, wanneer er ook veel spaghetti wordt afgehaald, komen we aan 50 kilo saus.”

Dat gewicht kan de komende maanden en jaren nog oplopen als Michel Wuyts en Karl Vannieuwkerke de Carlito zo blijven hypen op de buis.

“Ik verzeker je: ik heb daar nog nooit zelf om gevraagd. Michel Wuyts is hier al komen eten – al heb ik hem nog nooit getrakteerd -, Karl en José De Cauwer nog niet. Zijn schoonzoon Marino Punk komt volgende zondag wel optreden. Ik heb hem gevraagd om zijn schoonvader toch maar eens mee te brengen.” (glimlacht)

Tijdens een topdag komen we aan 50 kilo spaghettisaus. Nooit wordt die een nacht in de frigo bewaard of diepgevroren

“Weet je, toen Linde Merckpoel en Stijn Steels afgelopen zomer samen in ‘Vive le vélo’ zaten, wist ik zelfs helemaal niet dat men het filmpje zou tonen waarin Linde hier op haar knieën viel voor Stijn met de vraag of hij haar naar het programma wou vergezellen. Gelukkig zat ik in mijn zetel of ik viel steil achterover. De Carlito in een programma met zo veel honderdduizenden kijkers… 40 jaar geleden zat ik met oma en opa aan de koffietafel naar de Tour te kijken en opeens maak je er bijna zelf deel van uit. Een euforisch gevoel.”

Jullie concept is dan ook helemaal af. Een eetcafé waar het personeel zelfs in wielertenue de gasten bedient, mag zich met recht en reden hét wielercafé van Vlaanderen noemen.

“Ah ja, die wielershirts zijn er voor mij gewoon bij gaan horen. Zelf sta ik zoveel uren in mijn zaak, terwijl renners na een trainingstochtje van amper een uur of vier met prachtige verhalen terugkeren uit de Vlaamse Ardennen. Om toch een beetje in dezelfde stemming te komen, liet ik voor het eerst koerstruitjes maken. Ik ondervond snel dat er geen comfortabeler werkkledij bestaat, ook naar netheid en onderhoud toe. Je hoeft ze ook niet te strijken. Die rugzakjes waar je je gsm en stylo kunt in opbergen maken zo’n shirt handiger dan een schort.”

Welke wielerdroom jaag jij nog na?

“Dat het Tourpeloton op een dag de Carlito passeert. Maar in het besef dat ook de Ronde van Vlaanderen op vandaag niet meer door onze Kortrijkstraat zou rijden, zal het bij een droom blijven, zeker?”