Lieve Mus, ooit populairste politica van Brugge: “Ik heb mijn kinderen niet tekortgedaan”

Lieve Mus. © Davy Coghe

Vandaag is het Internationale Vrouwendag. Wie konden we naar aanleiding daarvan beter strikken dan Lieve Mus, 33 jaar lang actief in de Brugse politiek voor CD&V? De ereschepen heeft meteen ook een suggestie voor een vrouwelijke straatnaam. “Marie-Louise Maes-Vanrobaeys verdient die eer zeker.” Voor het Lieve Musplein is ze minder te vinden. “Daar zouden te veel mussen op zitten”, lacht de ex-politica.

Voorzitter van de MS-Liga, lid van de federale én de Brugse ouderenadviesraad, regionaal bestuurslid voor Okra… In het befaamde zwarte gat na haar politieke afscheid in 2016 is Lieve Mus nooit gevallen, want ze is nog volop actief in het vrijwilligerswerk. Maar we zullen de opsomming van haar vele projecten nu al stopzetten, want er zijn er te veel waarvoor Lieve zich met hart en ziel inzet. En we willen het risico niet lopen dat u nu al afhaakt door een ellenlange opsomming, want de ereschepen en ex-politica voor CD&V heeft namelijk heel wat meer te vertellen.

Wat was jouw drijfveer om in 1982 in de lokale Brugse politiek te stappen?

“De vraag op zich eigenlijk. Die kwam van onderwijsminister Daniël Coens omdat Maurice Van Oyen, directeur van het AZ Sint-Jan, iemand van de sector een verpleegster dus in de OCMW-raad wou krijgen. Ik had allerminst verwacht dat ik verkozen zou raken, maar ik kreeg 1.904 stemmen achter mijn naam en belandde daardoor niet in de OCMW-raad, maar meteen al in de gemeenteraad. Ik herinner me nog hoe trots mijn vrouwelijke collega’s waren toen ik verkozen was. Niettegenstaande dat er ook waren die vroegen waarom ik in de politiek wilde gaan, terwijl ik thuis drie jonge kinderen had. Ze vroegen me hoe ik dat zou organiseren. Ik antwoordde daarop dat ik een echtgenoot had die er geen problemen over maakte. En dat was ook zo, op mijn man Filip konden mijn drie kinderen en ik altijd rekenen.”

Toen jij je eerste politieke stappen zette in 1982, waren de vrouwen nog serieus in de minderheid in de Brugse politiek, maar ook over het algemeen in de politiek.

“Er zetelde toen zelfs geen enkele vrouwelijke schepen. Het was in die tijd inderdaad geen evidentie voor een vrouw om in de politiek te gaan. En al zeker niet voor een verpleegster met onregelmatige uren in het ziekenhuis. Maar ik was toen net begonnen met lesgeven aan de verpleegsterschool. Die uren waren dus beter te combineren met politiek dan die van een verpleegkundige. Al had ik ook veel werk voor school. Als leerkracht gaf ik heel wat verschillende vakken. Plus: wij moesten mee met de vernieuwingen in de medische wereld.”

In het ziekenhuis werd je vooral omringd door vrouwelijke collega’s en dan kom je plots in dat mannenbastion van Brugse politici terecht. Kon je je mannetje staan?

“Ja, maar dat was ook omdat ik mijn best deed. En ik wil toch ook wel nuanceren dat er dan misschien wel geen vrouwelijke schepen was, er zetelden wel enkele vrouwen in de gemeenteraad. Vanuit CD&V hadden wij verschillende vrouwen in de Brugse politiek, want zelf liep ik in het voetspoor van Christiane Verstraete. Wij waren allebei van Sint-Michiels, net als Patrick Moenaert.”

Het lijstje van Brugse vrouwen die al een straatnaam naar zich genoemd kregen, is opvallend beperkt

“Ik heb me ook nooit geïntimideerd gevoeld omdat ik ‘maar’ een vrouw was. Ik heb me altijd gerespecteerd gevoeld, maar anderzijds heb ik er ook steeds voor gezorgd dat ik vertrouwd was met alle dossiers. Want beslissingen die gemaakt worden, hadden en hebben gevolg voor de hele Brugse bevolking. Daar hield ik voortdurend rekening mee.”

Je hebt het politieke landschap zien veranderen van een tijd waarin er niets moest voor vrouwen, naar een tijd waarin het verplicht is om met vrouwen aan politiek te doen.

“Toen wij begonnen was er inderdaad geen sprake van quota, laat staan van de tweederde-regel. Vandaag kan men zich het niet meer permitteren om geen vrouwen in het college te hebben. Een zeer goeie evolutie, want een vrouw kijkt en benadert de dingen anders.”

Lieve Mus.
Lieve Mus.© Davy Coghe

“Is dat daarom per se beter? Neen, maar het is wél diverser. Al vind ik persoonlijk dat vrouwen meer tijd maken voor inspraak. Ik heb steevast aandacht gehad voor de adviesraden en ik vecht er vandaag nog altijd voor. Ik heb mijn beleidsplannen voor senioren en jongeren altijd opgemaakt met mensen uit het veld. Niet enkel met ambtenaren en specialisten.”

Toen bleek dat ze de verwachte tweede plaats op de federale lijst van Open VLD niet zou krijgen, stuurde Mercedes Van Volcem vorige week een opmerkelijk persbericht de wereld in. Daarin schreef ze onder meer dat haar kinderen hun mama zelden thuis hebben door haar politieke carrière, en dat ze zelden lekker eten. Stelde dat probleem zich ook ten huize D’Hont-Mus?

“In het begin van mijn politieke carrière waren onze drie kinderen nog heel jong. Maar ik zou het zeker niet zo hard durven stellen. Zo was het niet bij ons. Ik had zeker nooit het gevoel dat ik onze kinderen te kort deed. Al zal ik niet ontkennen dat ik veel weg was. Maar mijn kinderen waren er ook fier op dat hun mama in de politiek zat. Ik maakte tijd vrij voor mijn kinderen en doe dat nog steeds. Vandaag heb ik nog altijd een zeer drukke agenda, maar elke zaterdag- en zondagnamiddag komen onze kinderen eten met de kleinkinderen.”

Aangezien ons interview in het teken staat van de vrouw: heb je de politieke microbe kunnen doorgeven aan je dochter Eline?

“Ik heb twee zonen en een dochter. Als ik het aan een van mijn kinderen zeker niet heb doorgegeven, dan is het wel aan mijn dochter. Niet dat ze geen respect heeft voor de politiek, integendeel. Maar ze heeft vier kinderen en ze heeft vroeger ook gezien dat ik nooit vrije tijd had. Er was altijd wel een vergadering waar ik naartoe moest. Ik heb het ook nooit van Eline verlangd dat ze in de politiek zou gaan. Van geen van mijn kinderen trouwens. Al zou onze jongste zoon Karel er zeker wel voor dienen.”

Heb je tijdens je politieke loopbaan ook iets heel specifiek enkel voor vrouwen betekend?

“In de emancipatieraad, zo noemde de voorloper van de diversiteitsraad, hebben we echt gestreefd voor gelijke kansen tussen mannen en vrouwen. Hoe zit het met de personeelssituatie? In de aanwervingen? Waarom vinden we minder vrouwen terug in de hogere echelons?”

Je bent nog de populairste politica geweest van Brugge met 3.537 stemmen. Ik kan me voorstellen dat zoiets je ego wel streelt?

“Dat was na mijn eerste periode als schepen. Ik had gehoopt om 1.000 stemmen meer te hebben, maar het waren er veel meer. Als mensen je werk appreciëren en letterlijk zeggen dat je het hebt verdiend, dan doet dat uiteraard heel veel deugd.”

Tijdens je laatste legislatuur als schepen, heb je eind 2010 na vier jaar je bevoegdheden overgegeven aan partijgenote Martine Matthys en werd je opnieuw gemeenteraadslid. Was dat gemakkelijk?

“Dat deed een beetje pijn, maar dat was zo afgesproken omdat de partij plaats wilde ruimen voor verjonging. Ik heb me daarbij neergelegd. Ik redeneerde: als het nu toch zo is, dan neem ik Martine mee naar alle festiviteiten waar ik voor bevoegd was: jeugd, emancipatie, personen met een handicap… Zo kon ze vertrouwd raken met haar bevoegdheden. En dat heeft Martine geapprecieerd. Ik denk, maar ik weet het niet zeker, dat mannen minder snel geneigd zijn om dat te doen.”

In 2016 ben je uit de politiek gestapt, twee jaar voor het einde van de legislatuur. Was de fut er wat uit na al die jaren?

“Ik zou mijn zes jaren waarschijnlijk wel hebben uitgedaan als Renaat Landuyt geen burgemeester was. Maar ik vond dat hij niet voldoende respect had voor de raadsleden. Dat bepaalde mee mijn beslissing. Dat en ook het feit dat het tijd was voor jongeren.”

Wat betekent ‘vrouw zijn’ voor jou persoonlijk?

“Zorgend zijn, onze rechten verdedigen als het nodig is, maar ook allerminst het gevoel hebben dat we het zwakke geslacht zijn. Het betekent ook strijdbaar zijn en solidair zijn met vrouwen over heel de wereld. De grondgedachte waar Internationale Vrouwendag voor staat.”

Welke Brugse vrouw verdient volgens jou haar eigen straatnaam?

“Het lijstje van Brugse vrouwen die een straatnaam naar zich genoemd krijgen, is opvallend beperkt. Ex-senator Marie-Louise Maes-Vanrobaeys verdient zeker haar eigen straatnaam. Maar ook Christiane Verstraete. En zo kan ik er nog wel enkele opnoemen.”

Ik weet er anders ook nog eentje: het Lieve Musplein. Wat denk je?

“Daar zouden te veel mussen op zitten!” (lacht)

De tips van Lieve

Lekker adresje

“De Nomad op ‘t Zand vind ik een heel leuk adresje. Maar ook naar Assiette Blanche in de Philipstockstraat ga ik heel graag. Ik heb dat restaurant leren kennen toen ik op de Burg werkte als schepen. Een betaalbaar adresje waar men heel vriendelijk is. Petit Aneth in de Maria van Bourgondiëlaan ligt in een andere prijsklasse, maar daar gaan wij ook heel graag eten. Er hangt een heel leuke sfeer. Maar ik zou eigenlijk nog veel meer lekkere adresjes kunnen noemen, want Brugge heeft er heel veel.”

Mooiste plekje

“Een leuk plekje voor mij persoonlijk is de site van het Oud Sint-Jan, met de reitjes en de brug. Die plek heeft ook een emotionele waarde met de verpleegsterschool die er vlakbij is. Met de collega’s zaten we daar vaak op de bankjes verhalen uit te wisselen met elkaar. Op die plaats staat ook het beeld dat verwijst naar Rerum Novarum. Als ik daar passeer, kijk ik er altijd even naar.”

Reizen

“Mijn echtgenoot is niet liever dan thuis, maar ik heb een vriendin met wie ik jaarlijks op reis ga. We trekken dan altijd naar het zuiden, naar de zon dus: Gran Canaria, Tenerife… We kiezen telkens voor een rustvakantie in een all-inhotel, maar we gaan dan ook wel op uitstap. In het verleden ging ik jaarlijks met vier collega’s op reis. We gingen steeds naar hetzelfde Spaanse hotel in Rosas, Gerona. Een heel fijne tijd.”

Shoppen

“Ik ben niet de grootste shopper, ook uit tijdsgebrek. Maar ik ga heel graag winkelen in de A-Mode langs de Leopold II-laan in Brugge. Ze hebben er veel keuze en ik vind er altijd wel mijn ding. Voor de kleinkinderen vind ik dan weer steevast iets leuks in de JBC. We hebben twee vestigingen van JBC in Brugge, maar ik winkel in die langs de Expresweg omdat dit voor ons de dichtste JBC is. Wat het extra leuk maakt, is dat het personeel er zeer vriendelijk is.”