Lien Baelde in Jeruzalem: “Een vriend wou me bij mijn vertrek een kogelvrij vest meegeven”

Frederik Jaques
Frederik Jaques Webredacteur

KW.be maakt de hele zomer een reis rond de wereld langs 80 West-Vlamingen. Vandaag zijn we te gast bij Lien Baelde, die enkel de ’em’ uit Veldegem behield in Jeruzalem, de hoofdstad van Israël.

Lien Baelde (20) is de dochter van Johan Baelde en Rosita Pascal uit Veldegem bij Zedelgem. Ze heeft nog een zus Tine (23).

Je woont momenteel in Jeruzalem, maar je verhaal begint al een stuk eerder en in een ander land, niet?

“Vanaf mijn 15 jaar ben ik amper bij mijn ouders thuis geweest. Toen ik op 7-jarige leeftijd een hobby mocht kiezen, koos ik voor dansen/ballet. Toen er in die tijd geen dansschool was in de buurt van Veldegem, besloten mijn ouders me elke zaterdag naar dansschool Rose de Leyn in Brugge te voeren. Van een uurtje dansen in de week ging het al snel naar 11 tot 12 uren in de week. Toen was ik 14 jaar oud. Mijn balletleerkracht Allanah Weranga moedigde me aan om auditie te doen bij Havo voor muziek en dans in Rotterdam. Gewoon om ervaring op te doen.”

En je werd aanvaard.

“Een maand na de auditie kregen we een brief. Ik was inderdaad aangenomen in Havo 4, zeg maar het vijfde middelbaar. Ik kon mijn twee laatste jaren daar dus afronden, terwijl ik naast de gewone schoolvakken ook danslessen kreeg van professionele leerkrachten. Uiteindelijk zou ik dan ook professioneel danser kunnen worden. Ik was verrast dat ik het had gehaald. Ik besefte wel dat ik al mijn vrienden en familie moest achterlaten.”

Lien Baelde in Jeruzalem:

“Nadat ik mijn middelbaar op die school had afgerond, ging ik naar de Amsterdamse Hogeschool voor de Kunsten, afdeling Modern Theatre Dance. Dat is een internationale opleiding, waarbij elk vak in het Engels wordt gegeven. Nu zit ik mijn vierde, een stagejaar trouwens, en ga ik aan het eind van het jaar afstuderen. Je stagejaar houdt in dat je als intern bij een dansgezelschap of choreograaf werkt. Meteen na de eindvoorstelling van mijn derde jaar in juni ben ik vertrokken naar Jeruzalem om het gezelschap Jeruzalem Dance Theatre (JDT) te vergezellen. Ondertussen ben ik ook al 10 dagen in Italië geweest om een nieuwe voorstelling te maken met de choreograaf Giorgia Nardin. Met dit project ga ik verder in oktober, maar dan in Hamburg…”

“Meteen na het project in Italië ben ik vertrokken van Venetië naar Jeruzalem om hier verder te doen bij JDT, maar ook vooral om danslessen te volgen bij Jeruzalem Academy.”

Waar woon je precies?

“Ik woon nu op een appartement op Bnei Betera, dat ik deel met twee Amerikaanse Joodse meisjes. Met de bus sta je er vanuit het centrum op een minuut of twintig. Ik blijf hier nog tot 15 oktober, voor ik weer start in Hamburg.”

Lien Baelde in Jeruzalem:

Hoe word je er bekeken door de lokale bevolking?

“Ik word wel vaak aangestaard, omdat ik blond ben, blauwe ogen heb en een lichte huidskleur. Dat was wel even wennen, want in hun ogen ben ik ‘tropisch’, wat ik heel lachwekkend vind. Maar voor de rest zijn de mensen erg vriendelijk en behulpzaam. Er zijn veel mensen die uit nieuwsgierigheid spontaan met mij beginnen te babbelen. Ook helpen ze me vaak dingen te vertalen naar het Engels. Ze nodigen eigenlijk iedereen uit die respect toont. Ik heb zelf al een paar Shabbat-maaltijden bijgewoond, wat ik erg respecteer als een niet-joodse. De bevolking is ook erg openhartig. Ik heb het gevoel dat sommigen meteen denken aan het slechte dat ze horen, maar daar heb ik nog niet veel van gemerkt.”

Hoe intens is het om in Jeruzalem te wonen, een wereldstad met dergelijke geschiedenis en zo’n grote ‘spanning’ van conflicten en aanslagen die er vaak heerst?

“Het feit dat het een wereldstad is, doet me eigenlijk weinig, nadat ik drie jaar in Amsterdam heb gewoond. En conflicten, die zie je wel eens in het klein op straat, maar dat zie je ook in Brussel of Antwerpen. Een aanslag heb ik hier nog niet meegemaakt. We hebben wél een bunker voor wanneer de sirenes afgaan. Dat gebeurt denk ik één keer om de één à twee maanden, en dan nog meestal als oefening. Ikzelf heb het nog niet meegemaakt, maar mijn huisgenoten gaven me wel een beknopte instructie om in dertig seconden van verdieping 6 naar 0 te hollen…”

Lien Baelde in Jeruzalem:

“Ondertussen heb ik hier ook al een paar vrienden gemaakt. Zij zeggen dat er wel degelijk een verschil is, dat zulke dingen écht gebeuren. Elke dag op het nieuws horen ze wie wie heeft vermoord of wie nu dood is. Ik vond het wel schokkend om te horen, want zo veel zié ik daar niet van.”

Maakt het je bang, op een bepaalde manier?

“Ik ben voorzichtig, je moet het niet uitlokken. Ga je bijvoorbeeld tijdens de shabbat de oude stad in, dan bedek je je knieën en je schouders. En ik toon ook dat ik me open stel voor nieuwe dingen: een nieuw geloof, andere meningen. Maar voor mij is dat de logica zelve, maar ik maakte wel al mee dat ik op een avond met een vriend op café wilde gaan en hij me plots terug naar de kant van de straat trok. Op straat stond een grote groep mensen, jong en oud, en allemaal gehuld in een zwart shirt. Hij vertelde me later dat het een groep is die tegen het huwelijk tussen verschillende godsdiensten is, en dat ze er alles aan zouden doen om dat tegen te houden. Ik vond het best wel angstaanjagend, want het leger en de politie waren ook goed vertegenwoordigd.”

Ook vreemd om te zien is het hoe jongeren van 18 tot 21 jaar die het leger dienen hier gewoon met hun geweren en in hun uniform over straat wandelen. Uit nieuwsgierigheid vroeg ik aan vrienden of zij eigenlijk al mensen hadden vermoord. ‘Indirect misschien’, was hun antwoord, ‘vanop een afstand’. Mijn mond viel open…”

Lien Baelde in Jeruzalem:

Hebben al die ervaringen jou als mens veranderd? Heb je intussen een betere kijk op die moeilijk te doorgronden regio?

“Ik weet nog goed dat een vriend mij een kogelvrij vest wou geven voor ik naar Jeruzalem vertrok. Ook kon ik vaak de bezorgdheid op het gezicht van mijn ouders of grootouders aflezen. Ze wilden mij niet bang maken, maar toch waarschuwen. Maar eerlijk: héél veel merk ik er echt niet van. Mensen in België horen alleen maar de slechte dingen via het nieuws, waardoor er angst word gecreëerd. Maar er zijn hier echt zoveel goeie dingen, waar veel mensen nog kunnen van leren.”

“Ik vind de mensen hier meer open. Ze laten je binnen in hun familie. Ze behandelen je ook als een familielid. Vrienden van mijn leeftijd behandelen me als één van hen. Ze kijken niet of ik Joods ben of niet. Iedereen is er om te helpen. Ook al hadden mijn familieleden en vrienden een soort beeld over Israël, ik ben er met een open geest naar toe gegaan.”

Wat doet een Vlaams meisje van 20 in haar vrije tijd in het grote Jeruzalem?

“Vooral heel veel lezen. Vroeger was ik niet echt een lezer, maar nu vind ik er plezier en rust in. Ik ga vaak naar het park net naast mijn huis. Ook ga ik soms naar vrienden om er een film te kijken of om te praten. Ik probeer ook Hebreeuws te leren. Maar op de meeste dagen dat ik vrij ben is het hier Shabbat. Dat begint op vrijdagavond en duurt tot zaterdagavond. In die tijd is er geen winkel open en rijden er geen bussen. Op deze dagen mag je bij sommigen ook niet koken of niets met elektriciteit bedienen. Dus geen schakelaars van lichten tot geen liften. Bij ons doen we het wél nog allemaal. Hier werken ze niet, dus geen vaat, geen was, geen schoonmaak op die dagen. Op Shabbat eten mijn huisgenoten en ik meestal samen en speelt er een filmpje op de achtergrond, maar we praten meer dan dat we de film volgen. Het is meer de kunst van bij elkaar zijn en genieten van elkaar.”

Lien Baelde in Jeruzalem:

“Vorige week toen ik net was aangekomen vanuit Italië hebben we samen een shabbat-diner ‘gehost’ voor nog zeven andere mensen. Hierbij hielden we ook vast aan de regels. Het licht in het toilet werd voor shabbat aangedaan, zodat je op shabbat niet in het donker moest plassen. Alle elektriciteit die niet nodig was, werd uitgeschakeld. Het koken gebeurde ook vóór Shabbat. Gebruik van gsm’s en mp3-radio’s was niet toegestaan. Dat gaf echt een zalig gevoel van rust en genot. Doordat niemand haast had, konden we allemaal rustig eten en praten tot in de vroege uurtjes. Niemand moest zijn favoriete programma op televisie zien, niemand moest nog ergens naar toe. Mensen kunnen hier eigenlijk wel een voorbeeld aan nemen.”

Ben je er nog vrijgezel? Of heb je je liefje tijdelijk achtergelaten in België?

“Dat onderwerp ligt voor mij best wel moeilijk… Ik heb wel al eens een relatie gehad, maar de meesten kunnen het niet volhouden door de afstanden, of begrijpen het niet dat je altijd het land uitgaat om te gaan dansen. Velen verstaan ook niet dat dansen meer inhoudt dan wat ze denken.”

Wie Lien Baelde in zijn leven wilt, moet er rekening mee houden dat ze de wereld wil verkennen. Zoiets?

“Ik hou van reizen. Niet noodzakelijk om op dat vliegtuig of in die bus te zitten, maar voor de mensen die je ontmoet. Sommigen hebben echt interessante verhalen. Toen ik voor het eerst naar Jeruzalem ging, ontmoette ik een streng religieuze Joodse man op het vliegtuig: gekleed in het zwart en het wit, hoed op, krullen. Hij hielp me met mijn eerste woorden Hebreeuws en legde me uit hoe ik naar Jeruzalem moest reizen. Hij gaf me zelfs geld voor de taxi. Later hoorde ik dat ze normaal gezien niet zomaar een gesprek aanknopen met niet-religieuzen. Ik voelde me toen erg vereerd. Het verkennen van de wereld begint nu nog maar. Ik hoop dat ik het geluk heb om dat ook verder op te bouwen.”

Lien Baelde in Jeruzalem:

Conclusie: je zou onze lezers gerust een reis naar Jeruzalem kunnen aanraden.

“Tuurlijk! Al was het alleen nog maar om de mensen te leren kennen. En voorts is de oude stad ook erg mooi en rijk aan geschiedenis. De ‘Western Wall’ is minstens even indrukwekkend. Van ver is het gewoon ‘die muur waarvan je weet dat mensen er papiertjes tussen de stenen steken’. Maar je voelt pas de waarde ervan als je er dicht bij staat. Ik werd heel emotioneel en stil…”

“‘The first station’ is dan weer een leuke plaats om te genieten van wat lekkers of een fris drankje. Ook voor kinderen is het daar leuk. Het is het eerste station van Jeruzalem dat omgebouwd is tot een plaats met cafeetjes, lounges en kleine marktjes. Heel leuk en sfeervol om er te zitten.”

(FJA – Foto’s Lien Baelde/Anne Beentjes)