Ledegemnaar Jaron Garitte is tolk gebarentaal voor VRT tijdens corona

Het gezin Garitte beeldt uit in Vlaamse Gebarentaal: Jeffrey ('broer'), Jaron ('tolk') en mama Sandy ('vakantie'). © foto JS
Redactie KW

Wie regelmatig de evolutie van de coronapandemie volgt op tv weet dat de duiding die virologen en de Nationale Veiligheidsraad daarbij geven in een klein kadertje rechtsonder live vertaald wordt door gebarentolken voor doven en slechthorenden. Een van hen is de rasechte Ledegemnaar Jaron Garitte.

Jaron is doof geboren, in een familie die bestaat uit een mix van doven en horenden. Zijn ouders zijn allebei doof, net als de broer van zijn papa, de zus van zijn mama en haar man. Ook zijn broer, neef en nicht zijn doof. Zijn grootouders, een oom, tante, neef en nicht zijn dan weer horend.

“Aangezien ik al sinds mijn geboorte doof ben, ben ik niets anders gewend. Mijn ouders en mijn grote broer communiceren met mij in Vlaamse Gebarentaal. Het is mijn moedertaal en ik gebruik het dagelijks bij voetbal, uitgaan en op mijn werk. Al mijn vrienden en de mensen met wie ik samenwerk zijn doof of horenden die gebarentaal kennen. Ik ben vrij flexibel in mijn communicatie met de horenden via gebaren of geschreven Nederlands. Voor diepgaande gesprekken doe ik beroep op een tolk Vlaamse Gebarentaal.”

Heeft je doofheid je beperkt in je ambities?

“Mijn doofheid heb ik nooit als een beperking ervaren. Natuurlijk zijn er obstakels in de maatschappij, die van mij een persoon met een handicap maken. De beperking ligt dan echter aan de maatschappij. Maar ik liet mij nooit tegenhouden door die obstakels. Ik zoek altijd een oplossing om ze te overwinnen. Ik ben een ambitieus persoon en ik laat de maatschappij zien dat ik een doof persoon ben die net als iedereen veel dingen kan, behalve horen.”

Hoe is je schoolcarrière verlopen?

“Ik heb eerst dovenschool gevolgd in het kleuter- en lager onderwijs. Daarna werd ik geïntegreerd in het gewone middelbare onderwijs. Ik kon de lessen volgen met een tolk Vlaamse Gebarentaal. Zo heb ik daarna ook Jeugd- en Gehandicaptenzorg gevolgd. Ik liep stage in een dovenschool in Antwerpen waar ik veel in aanraking kwam met dove jongeren met een migratieachtergrond en/of bijkomende beperkingen.”

Niet monolinguaal

“Mijn vader woont in Frankrijk, dus via hem heb ik ook wat LSF (Franse Gebarentaal) meegekregen. Ik ben dus allesbehalve monolinguaal. Ik beheers Vlaamse Gebarentaal (VGT) en LSF, en ik leerde Nederlands als tweede taal op school. Daarnaast heb ik nog wat kennis van andere talen zoals Engels en ASL (Amerikaanse Gebarentaal). Natuurlijk zijn er ook vooroordelen. Ik ervaar vaak dat anderen denken dat doof zijn gelijk staat aan armoede in taal en communicatie.”

“Doof zijn heeft echter niks te maken met intelligentie. Net als bij horende mensen zijn er ook bij doven verschillende intelligentiegradaties. Ook wij hebben een uitgebreide rijkdom aan lexicon, uitdrukkingen en grammatica in onze gebarentaal. Met gebarentaal kunnen we over alles praten, van dagelijkse tot abstracte gesprekken. Ik heb al heel vaak gefilosofeerd in gebarentaal”, glimlacht hij.

“Er is zelfs poëzie in gebarentaal. In het dagelijks leven maak ik vaak mee dat mensen verstijven als ze ontdekken dat ik doof ben en dus niet weten hoe ze met mij moeten communiceren. Dan gaan ze er maar van uit dat ik geen Nederlands begrijp. Er zijn echter zoveel alternatieve communicatiemogelijkheden, zoals schrijven op papier of berichtjes intikken op een gsm.”

Professionele tolk

Jaron is ondertussen een professionele tolk geworden. In 2016 werd hij ontdekt door Visual Box vzw, een vereniging van dove film- en mediamakers. Ze vonden zijn gebarentaalstijl heel geschikt voor vertaal- en televisiewerk. Hij kon daar een opleiding genieten en zo is hij uitgegroeid tot een dove tolk/vertaler. Visual Box runt ook een vertaaldienst waar heel wat (overheids)organisaties, diensten en musea een beroep op doen. Meestal gaat het dan om geschreven teksten in het Nederlands te vertalen naar video’s in Vlaamse Gebarentaal.

Als ik een fout maakt tijdens het tolken, kan dat niet meer hersteld worden

Jaron heeft er al heel wat vertaalopdrachten opzitten, waaronder een audiotour in het Gravensteen. Hij werkt voor de VRT als tolk voor Karrewiet, voor dove kinderen en als freelancer voor verschillende klanten en organisaties. En sinds kort dus ook voor de federale overheid, het Nationale Crisiscentrum, de Kanselarij van de Eerste Minister en de Vlaamse regering. Door de coronacrisis was de federale overheid snel op zoek naar gebarentaaltolken, omdat doven evenveel recht hebben op die belangrijke informatie als horenden. Doof Vlaanderen had een lijst van tolken klaar en Jaron was meteen beschikbaar. Zo ging het balletje aan het rollen. Op de persconferenties is er altijd een team van dove en horende tolken VGT (Vlaamse Gebarentaal) en LSFB (Waalse Gebarentaal) aanwezig.

Hoe is die eerste opname verlopen?

“Het was de eerste keer dat ik een persconferentie live moest tolken met een horende feedtolk achter de camera. Ik was niet per se zenuwachtig om voor de camera te staan, omdat ik al camera-ervaring had op de VRT en bij Visual Box, maar wel omdat het live moest gebeuren. Als ik een fout maakte tijdens het tolken, kon dat immers niet meer hersteld worden. Het was een grote verantwoordelijkheid om die essentiële informatie te moeten vertalen voor de dovengemeenschap.”

Twee tolken

Je zou denken dat gebarentaal universeel is, maar dat is niet zo, maakt Jaron ons duidelijk. “Net als gesproken talen zijn er wereldwijd verschillende gebarentalen. Nederlandse Gebarentaal verschilt zelfs enorm van Vlaamse Gebarentaal op lexicaal en grammaticaal niveau. In Vlaamse Gebarentaal heb je ook regionale varianten, net als dialecten in het Nederlands. Ik gebruik vooral de West-Vlaamse variant omdat mijn mama ook geboren en getogen is in West-Vlaanderen en vaak naar de lokale dovenclub in Kortrijk gaat. Ik ging naar de dovenschool in Gent, dus ken ik ook de Gentse variant. In het Franstalige deel van België gebruiken ze LSFB. Daarom zijn er twee tolken op de persconferenties. Wanneer er Frans gesproken werd, tolkt de LSFB-tolk. Ik tolk wanneer er Nederlands gesproken wordt, in VGT.

Vlaamse Gebarentaal heeft ook regionale varianten, zoals het West-Vlaams

Er is ook een belangrijk verschil tussen een dove en een horende tolk. Een dove tolk beheerst VGT op moedertaalniveau. De horende tolken hebben VGT op latere leeftijd geleerd en beheersen het dus niet altijd op moedertaalniveau. Voor hen is het een tweede taal. Bij de dove tolken is er bovendien een taalkundige en culturele identificatie bij de dove kijkers, wat leidt tot een betere begrijpelijkheid van de getolkte inhoud.”

Wat zijn je verdere plannen?

“Ik hoop dat ik nog lang actief kan werken als een dove tolk/vertaler. Ook al brengt het coronavirus heel wat ellende mee, het heeft toch wat teweeggebracht voor de dovengemeenschap. Zo is er meer aandacht en bewustzijn voor het belang van toegankelijke informatie in VGT voor de doven. Ik laat mij verrassen door wat de toekomst mij biedt.”

Jaron verblijft nu tijdelijk bij een goede vriend in Gent, die als regisseur en cameraman werkt bij Visual Box. Dat maakt samenwerking een stuk makkelijker, want ze moeten voor de vertaalopdrachten vaak naar Brussel reizen. Samen met hem een bubbel vormen leek dan ook logisch. De stap zetten naar Gent was niet zo groot, omdat hij van jongs af aan de stad ziet als zijn tweede huis, want hij liep er school, doet er aan sport en heeft er heel wat vrienden. Maar Ledegem mist hij nog steeds. Hij laat dan ook geen kans onbenut om even terug te keren naar zijn ouderlijk huis en zijn familie. “Ik woon in een heel rustige buurt, dus na een hectische week in Gent kom ik echt weer thuis in de landelijke omgeving van Ledegem.”

Tot slot, Jaron: ben je ondertussen een Bekende Vlaming geworden?

“Door de lockdown ben ik nog niet veel mensen tegengekomen. Maar het viel mij wel op dat vreemden mij herkennen wanneer ik het pak aan heb dat ik op tv draag en gebarentaal gebruik. Anders herkennen ze me niet!” (EDH)