Larisa Korotynskaya en Dmitriy Krivokhizha ontvluchtten Oekraïne: “We zijn hier hartelijk ontvangen”

© SR
Stephanie Rogeau
Stephanie Rogeau Medewerker KW

Larisa Korotynskaya (55) en haar neef Dmitriy Krivokhizha (56) moesten hun thuisland ontvluchten na de Russische invasie van Oekraïne en kwamen zo in Komen-Waasten terecht. “Ik ben vooral blij dat mijn moeder dit niet meer mee hoeft te maken”, zucht Larisa met de tranen in de ogen.

Pervomaisk, de kans is groot dat de naam van de Oekraïense stad niet meteen een belletje doet rinkelen. Toch was er voor Larisa en Dmitriy geen andere keuze dan te vluchten. “Pervomaysk is een stad met militaire roots, niet alleen onze thuisbasis maar eveneens die van de 40ste Artillerie Brigade. Vroeger, toen er nog sprake was van de Sovjet Unie was het eveneens een van de vele nucleaire lanceerinstallaties”

“Eenmaal de invasie was begonnen vreesde ons leger dat de Russen de plaats meteen zouden bombarderen en werden we op bussen gezet. Samen met mijn neef moest ik vluchten maar veel van mijn familie is nog daar aanwezig, allen actief als militairen en dus namen ze allen de wapens op. Meer nog dan de vraag of ik ooit mijn huis nog zal zien, is vooral de onzekerheid over mijn familie slopend.”

Brutaal vertrokken

Een woning, een job als telefoniste en een rustig leven. Larisa moest het allemaal achterlaten, toen ze halsoverkop vertrok richting het onbekende. “Er was eerst sprake dat we in Duitsland terecht zouden komen maar daar klonk het al snel dat ze aan hun limieten zaten. We reden dus verder richting België waar we in Komen-Waasten terechtkwamen. Op de vlucht, weg van het geweld en de dood, met enkel maar hetgeen we in tassen konden proppen met ons mee.”

“Hoe brutaal ons vertrek was, des te warmer de ontvangst waarop we konden rekenen. In Brussel konden we ons inschrijven waarna we bij een gastgezin hier in Komen terechtkonden. Het gemeentebestuur helpt ons echt zo goed en zo kwaad mogelijk en via een speciale WhatsApp-groep kunnen we zelfs voortdurend bij een Russische tolk terecht. Ik heb me al opgegeven om Franse lessen te volgen zodat ik me toch wat nuttig en verstaanbaar kan maken hier maar het zal een kwestie van stap voor stap zijn.”

Voor Larisa en Dmitriy is het niet het eerste conflict waarmee ze worden geconfronteerd. “In 2014 was er de start van de revolutie, een revolutie waarmee we in Oekraïne meer democratie en een aansluiting bij Europa wilden”, zucht de dame.

“Toen stond ik samen met mijn neef op het Onafhankelijkheidsplein in de hoofdstad om er gedichten voor te lezen. Het was onze manier om door middel van geweldloze daden deel te nemen aan het verzet. Er was toen ook heel wat geweld en mijn moeder verwees meteen naar de oorlogen van de afgelopen decennia. Toen de revolutie tot een einde kwam dachten we dat we voor eens en voor altijd van het wapengekletter af waren.”

“Het klinkt cru om te zeggen maar ik ben blij dat mijn mama ondertussen in vrede is gestorven. Wanneer we de verhalen horen uit de conflictzones, verhalen van hongersnood en gruweldaden, dan is het een opluchting te weten dat ze daarvan gespaard is gebleven.”

In vrede leven

Slava Tcherbak (38) bood zich in Komen-Waasten vrijwillig aan om als vertaler aan de slag te gaan. Als Russische inwijkeling kent ze de finesses van de taal als geen ander. Haar Russische roots vormen voor de vluchtelingen geen enkel probleem. “Weet u meneer, het is niet de schuld van de Russen dat er oorlog is. Het is de schuld van een paar mensen die beslissingen nemen”, knikt Larisa.

“Ze hebben geen toegang tot informatie en denken dat wij, Oekraïners, geweldenaars zijn. Wie in Rusland zijn of haar mond durft open te trekken gaat in het beste geval naar de gevangenis. We zijn allemaal mensen en we willen allemaal in vrede leven. De taal of de kleur van een vlag zal daar weinig aan veranderen.”