Kwetsend schelden en bedreigen zijn vormen van geweld

© belga
Jan Gheysen
Jan Gheysen Opiniërend hoofdredacteur

We zagen het ooit wel eens in een film, lang voordat er sprake was van internet of sociale media. Hoe een dorp of een deel van een stad zich keerde tegen een populaire burgemeester of tegen een lokale politicus. In een kermiskraam verscheen dan een karikatuur van de politicus en die moest je dan met ballen bekogelen. Hoe bozer de mensen waren, hoe harder ze gooiden en hoe vaker ze hun doel misten. Een doordachte worp scoorde doorgaans wel. De burgemeester in kwestie vermeed dan het kraam, maar ongevoelig voor het protest bleef hij of zij niet.

De verleiding is groot om de verwijten, de scheldpartijen en de haatberichten die politici nu geregeld via hun sociale media ontvangen, te vergelijken met zo’n ‘ballo smito-kermiskraam’. Fout. Met zo’n gooispel kunnen we nog eens grijnslachen, maar wat sommige beleidsvoerders op hun Facebook of via Twitter te lezen krijgen, is te vaak niet alleen gemeen en grof maar ook kwetsend en mensonterend. Een van de politici die de rondvraag van De Krant van West-Vlaanderen beantwoordden, zegt dat het op de duur wel wat went. Maar dat doen we dus beter niet: er gewend aan geraken. We hoeven gemene en persoonlijke scheldpartijen nooit te aanvaarden.

“We moeten met ons allen durven reageren tegen haatberichten”

Het zijn niet allemaal vrienden die naar je lachen, leerden we. En natuurlijk zijn we het niet altijd met mekaar eens. En er kan al eens een hard woord vallen bij een discussie over een beleidsbeslissing. Ongenoegen, onvrede en protest zijn niet verboden. Integendeel, een democratische samenleving heeft er alle belang bij dat er gedebatteerd wordt. Dat de ene dan een megafoon bovenhaalt om zijn gelijk te onderstrepen en een ander al eens met de vuist op tafel slaat, tot daar aan toe. En dat we soms anderen in ‘t gat jagen om ons protest uit te dragen, terwijl we zelf buiten schot proberen te blijven, ook dat behoort tot het politieke spel. Al is dat al wat minder fraai dan het openlijke verschil van mening.

Maar we bewijzen onze vrijheid van mening geen dienst als we die gebruiken om een ander te bedreigen, bewust valselijk te beschuldigen of persoonlijk of familiaal te kwetsen. Dat kwalijke gedrag heeft zelfs niets te maken met het recht op een vrije meningsuiting, maar is een vorm van geweld. We moeten dat simpelweg niet aanvaarden. En misschien moeten we dat met zijn allen wat nadrukkelijker doen. In plaats van zo’n gedrag op Facebook of Twitter te negeren en het reageren ertegen over te laten aan het slachtoffer, moeten we zelf in een reactie zo’n gedrag openlijk afkeuren. Te vaak lopen of beter, scrollen we eraan voorbij zonder om te zien.

Reageren? jan.gheysen@kw.be

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier