KVO-spits Tom De Sutter: “Na mijn voetbalcarrière wil ik mijn eigen baas zijn”

© Davy Coghe
Paul Cobbaert
Paul Cobbaert journalist

“Ik lig niet wakker van de clichés over voetballers. Ik ga meer zeggen: veel clichés zijn waar.” Tom De Sutter zegt het zonder franjes. De 33-jarige Oost-Vlaming is een atypische voetballer. Droomt van reizen met de rugzak, houdt van politiek en gruwt van modegrillen. Wij hebben een geanimeerd gesprek met de spits van KV Oostende.

De Sutter is een kwartier te laat op de afspraak. Hij excuseert zich uitgebreid. De tactische bespreking is wat uitgelopen. Hij had ook nog een onderhoud over zijn toekomst. “Helaas kan ik nog niets zeggen.” Een beleefde jongen, de ex-Rode Duivel. Geen vedettestreken. Hij heeft er schijnbaar zin in. Vrienden van hem hadden mij nochtans gewaarschuwd. “Tom háát interviews, zeker als die over voetbal gaan.” Hij lacht ietwat verlegen als ik hem confronteer met die uitspraak. “Het is zó erg niet, hoor. Maar ik hou er inderdaad van om een breder gesprek te voeren.”

We duiken in de hut van de commandant voor het gesprek. De Sutter trekt grote ogen. “Indrukwekkend”, zegt hij. “Ik was al eens op het schip, voor een huwelijksreceptie van vrienden. Maar ik was nooit eerder beneden. Lagen de stoffelijke resten van pater Damiaan hier? (enthousiast) Wauw, dat boeit mij. Ik kom zeker nog eens terug.”

Waar zou je naartoe varen, als ik je dit schip in handen geef?

“Boeiende vraag meteen (knipoogt). Een paradijselijk eiland? (denkt na) Neen, toch niet. Ik zou de wereld rondvaren. Eerst Latijns-Amerika. Dat continent intrigeert mij. Die mensen, die cultuur. Ik zou in Cuba aanmeren. Een roadtrip in de voetsporen van Che Guevara, bijvoorbeeld. Dat lijkt me de max. Al weet ik niet of dat te doen is met drie kleine kinderen?”

Zou je hen meenemen?

“Jawel, zeker. Mijn vrouw, mijn kinderen. Misschien zelfs vrienden. Plek genoeg op dit schip, zie ik. Ik hou wel van mensen rondom mij. Niet te veel. Brugge bijvoorbeeld is mij te druk geworden. Te veel toeristen.”

Ben jij avontuurlijk ingesteld?

“Ik denk dat wel. Als je mij vrij zou laten, zou ik met de rugzak reizen. Dat is een droom. De dag beginnen zonder te weten waar die eindigt. Mijn vrouw is echter iets minder avontuurlijk aangelegd. (lacht) Ik heb eigenlijk nog veel te weinig kunnen reizen. Mijn vrouw geeft les. Als ik vakantie heb in juni, zit zij op school. We gaan dat goed moeten maken na mijn carrière. Ik wil nog wel wat van de wereld zien.”

Zou jij je roots missen, mocht je lange tijd weg zijn?

“Ik ben weinig gehecht aan materiële zaken. Ik zou gerust morgen naar Antwerpen kunnen verhuizen. Of naar het buitenland. Het belangrijkste is mijn gezinnetje. Als wij ons samen goed voelen, kan alles. Ergens alleen gaan wonen, zou ik niet zien zitten.”

En als morgen het Midden-Oosten met een grote zak geld zwaait?

“Ook dan niet. Tenzij mijn gezin mee kan. Dan zou ik dat overwegen. Maar ik ga mijn vrouw en kinderen niet in de steek laten. Ik heb die kinderen bewust gemaakt, hè. (denkt na) Let op: ik besef dat ik in een luxesituatie zit. Ik kán neen zeggen tegen zo’n voorstel, omdat ik al financiële zekerheid heb. Ik ben me daarvan bewust. Maar toch. Ik wil mijn kinderen sowieso zien opgroeien.”

Waarom wou jij voetballer worden?

“Dat was mijn grote passie als kind. Ik wou overal voetballen. Thuis, op school. Als ik een leraar terugzie van toen, dan zegt die mij dat ik menige ruit heb ingetrapt. Mijn ouders hebben vaak een gepeperde rekening gekregen.” (lacht)

Status is belangrijk voor veel voetballers, maar ik ga daar niet in mee. Merkkleren draag ik niet veel bijvoorbeeld

Jij bent opgegroeid in Balegem, een dorp in Oost-Vlaanderen. In welk gezin was dat?

“In een warm gezin. Ik kan dat niet anders uitdrukken. Vader was zelfstandige, een bedrijf in marmer en graniet. Moest hard werken, maar maakte ook tijd voor zijn kinderen. Moeder was verpleegster, maar stopte om voor mij en mijn zussen te zorgen. Toen wij het huis uit waren, is ze opnieuw begonnen. Een ongelofelijke vrouw. Zij móet kunnen zorgen voor andere mensen. Je ziet dat ook als we binnenspringen met de kinderen. Dan leeft ze helemaal op. Mijn vader heeft vorig jaar zijn bedrijf verkocht.”

Was jij ook geen Chiroman?

“Jawel. (enthousiast) Tot mijn twintigste zelfs. Ik ben één jaar leider geweest. Ik speelde toen al voor de beloften van Club. Elke zondag ravotten, opdrachten uitvoeren, op kamp gaan: heerlijk. Ik heb dáár geleerd hoe om te gaan met andere mensen. Dat komt mij vandaag van pas in de sportwereld. Weet je, ik vind dat je de mensen eruit kan halen die niet in een jeugdbeweging hebben gezeten. Dat klinkt raar, zeker? Ik méén dat. Mijn ouders waren ook kookouders. Dat was niet altijd een pretje voor mij. Ik heb me één keer overslapen als leider. Toen heb ik wat mogen horen.” (lacht luid)

Wat zou Tom missen van West-Vlaanderen?

Mijn familie

“Ik zou zeker mijn familie missen, en mijn ouders op de eerste plaats. Ik ben een echte familieman. Ik heb ook een goede band met mijn twee zussen. Mijn ene zus woont nu trouwens in Vancouver (Canada). Maar ik wil ook mijn dichtste vrienden noemen. Ik heb één jaar in Turkije gespeeld. Ik heb daar gevoeld dat ik die mensen toch mis.”

De Noordzee

“Ik zou onze Noordzee missen. Ik ben nochtans niet geboren aan zee. Ik kwam hier wel vaak als kind. Mijn grootouders langs vaders kant hadden een huis in De Haan. Wij gingen daar vaak naartoe. Dat was natuurlijk fun. Maar ook vandaag doe ik dat graag, even aan zee gaan wandelen. En liefst in de winter, als er niet te veel toeristen zijn. Het mag gerust koud zijn. De zee straalt een zekere rust uit. Ik heb trouwens in die korte tijd dat ik er speel ook met Oostende een band opgebouwd. Een leuke stad, waar veel te beleven valt.”

Guilty pleasure

“Ik heb niet meteen één café of één restaurant dat ik zou missen. Ik ontdek liever nieuwe plekjes. Een profvoetballer mag ook niet te veel op restaurant, hè. (lacht) Ik zou wel een goede frituur missen, mocht ik niet meer in België wonen. Mijn guilty pleasure? Ja, misschien wel. Een lekkere friet kan smaken. Maar we doen dat niet veel, hoor. Misschien één keer per maand. Dat is niet gezond, hè.”

Padelclubs

“Mijn padelclubs zou ik zeker missen. Dat is mijn grote passie geworden. Mattias en ik zien dit ook op de lange termijn. We denken aan jeugdwerking, aan opleidingen voor trainers, enzovoort. We bouwen nu ook een nieuwe sport uit, naast padel: padbol. Dat is een combinatie van tennis en voetbal. In de nieuwe club in Waregem zullen er twee padbolvelden zijn. Ik geloof dat ook dat aan kan slaan. Al is dat wellicht iets minder toegankelijk dan padel. Wij hebben van een Argentijnse groep de exclusiviteit gekocht voor België. Die mannen hadden namelijk een patent op padbol genomen. Als wij dat wilden uitbouwen in ons land, moesten we licenties kopen.”

Wie is Tom De Sutter?

Privé

Geboren op 3 juli 1985 in Gent. Verhuisde naar Balegem toen hij vijf jaar was. Volgde secundair onderwijs in het college in Melle. Verhuisde toen hij twintig was naar Brugge. Woont daar nog altijd met zijn vrouw Linsey De Leu en zijn kinderen Anna (6), Stan (4) en Noah (2).

Loopbaan

Professioneel voetballer sinds zijn negentiende. Voetbalde achtereenvolgens voor Torhout, Cercle Brugge, Anderlecht, Club Brugge, Bursaspor (Turkije), Lokeren en KV Oostende. Eigenaar van drie padelclubs in Vlaanderen.

Wat was jouw plan-B, mocht het voetballen niet gelukt zijn?

“Oei. Dat is een moeilijke. (denkt na) Dan zou ik misschien het bedrijf van mijn vader overgenomen hebben. Ik heb het ondernemersbloed van hem. Al was ik nooit zo geboeid door zijn sector, moet ik bekennen. Neen, ik weet het niet. Ik zou wellicht gestudeerd hebben.”

Stel: je mag 24 uur iemand anders zijn. Wie kies je?

“Barack Obama. Ik zeg bewust hém, en niet Donald Trump. (lacht) Neen, ik zou wel eens de president van de Verenigde Staten willen zijn. Dat intrigeert mij. Wat doen die mannen? Wat weten die allemaal?”

Volg jij wat er gebeurt in de wereld?

“Jawel, zo goed als dat kan met drie kleine kinderen. Een krant lezen is niet altijd evident. Ik probeer ook de politiek te volgen, zeker nu de verkiezingen eraan komen.”

KVO-spits Tom De Sutter:
© Davy Coghe

Voetballers worden al eens wereldvreemd genoemd. Word jij daar opstandig van?

(blaast) “Neen, hoor. Ik lig niet wakker van die clichés. Dat de mensen maar denken. Ik ga meer zeggen: veel clichés zijn gewoon waar.”

Noem eens één.

“Dit is een héél gevaarlijke vraag. (lacht) Zou ik dat wel doen? (denkt na) Dat voetballers niet altijd beseffen in welke luxesituatie ze zitten: dat cliché is waar. Ik zie gasten die haast dagelijks klagen. Dan denk ik toch: komaan, jongen. Als ik dat vergelijk met de zorgsector waar mijn moeder werkt, of met het onderwijs waar mijn vrouw werkt. (blaast) Maar het is ook niet zo dat voetballers alles in hun schoot geworpen krijgen. Van dat cliché word ik wél opstandig. Wij moeten wel degelijk 24 op 7 met ons vak bezig zijn. Maar er zijn nog clichés die kloppen, hoor.”

Het Midden-Oosten? Neen. Tenzij mijn gezin mee kan, dan zou ik het overwegen

Ga je gang. We zijn onder ons.

“Neen. Ik ben nu al te loslippig, vrees ik.” (lacht)

Dat er in de douche alleen over vrouwen en geld wordt gesproken?

“Dat is vaak zo, ja. Maar dat is wellicht in elke mannenwereld het geval. Status is wel belangrijk voor veel voetballers. Ik ben daar nooit in meegegaan. Ik draag bijvoorbeeld weinig merkkleren. Gewoon, omdat ik niet modegevoelig ben. Dan krijg ik dat wel eens te horen. Awel, Sutter, weeral dezelfde trui aan? Maar ik wil niet veralgemenen. Met Nicolas Lombaerts bijvoorbeeld praat ik evengoed over de politiek.”

Voor wie ga je stemmen?

“Ik heb de stemtest gedaan en ik kwam Open VLD en N-VA uit. Ik ben een ondernemer, hè. Ik stem sowieso niet op een extreme partij. Ik hou niet van extremen.”

Hoe gaat de business?

“Goed. Heel goed zelfs. We openen eind deze maand een derde padelclub, in Waregem. We hebben al clubs in Brugge en Mechelen. Ik doe dit samen met Mattias Van Holm, mijn beste maat. We hebben ook een constructiefirma in padelvelden en andere sportinfrastructuur. (enthousiast) Het concept blijkt aan te slaan. Padel is een combinatie van tennis en squash. Iedereen kan dat spelen. Je hoeft daarom niet te kunnen tennissen. Padel is instant leuk.”

Waarom ligt het ondernemen jou? Is dat, met alle respect, écht iets van je leven maken? Of ben ik onbeleefd?

“Neen, toch niet. Misschien heb je wel gelijk. (denkt na) Toen ik op school zat, was de meester baas over mij. In het voetbal is de trainer baas. Hij bepaalt wie op het veld staat. Na mijn carrière wil ik mijn eigen baas zijn. Zélf iets realiseren, ja. Maar laat me duidelijk zijn: voetbal is vandaag nog steeds mijn prioriteit. Ik laat daarom ook de dagelijkse leiding aan Mattias. Ik denk wel mee over de strategie op lange termijn.”

Hoe lang wil je nog voetballen?

“Ik hoop zo lang mogelijk. Echt waar. Ik amuseer me in Oostende, ondanks de mindere resultaten. In september moest ik plots weg bij Lokeren. Ik vond niet meteen een nieuwe ploeg. Dat voelde raar, hoor. Was het voorbij? Je gaat plots beseffen hoe mooi het leven van een prof is. Vier maanden later kwam Oostende aankloppen. Gelukkig maar. Ik was nog niet klaar met voetbal. Ik wil zelf bepalen wanneer ik stop.”

Wat zou Tom missen van West-Vlaanderen?

Mijn familie

“Ik zou zeker mijn familie missen, en mijn ouders op de eerste plaats. Ik ben een echte familieman. Ik heb ook een goede band met mijn twee zussen. Mijn ene zus woont nu trouwens in Vancouver (Canada). Maar ik wil ook mijn dichtste vrienden noemen. Ik heb één jaar in Turkije gespeeld. Ik heb daar gevoeld dat ik die mensen toch mis.”

De Noordzee

“Ik zou onze Noordzee missen. Ik ben nochtans niet geboren aan zee. Ik kwam hier wel vaak als kind. Mijn grootouders langs vaders kant hadden een huis in De Haan. Wij gingen daar vaak naartoe. Dat was natuurlijk fun. Maar ook vandaag doe ik dat graag, even aan zee gaan wandelen. En liefst in de winter, als er niet te veel toeristen zijn. Het mag gerust koud zijn. De zee straalt een zekere rust uit. Ik heb trouwens in die korte tijd dat ik er speel ook met Oostende een band opgebouwd. Een leuke stad, waar veel te beleven valt.”

Guilty pleasure

“Ik heb niet meteen één café of één restaurant dat ik zou missen. Ik ontdek liever nieuwe plekjes. Een profvoetballer mag ook niet te veel op restaurant, hè. (lacht) Ik zou wel een goede frituur missen, mocht ik niet meer in België wonen. Mijn guilty pleasure? Ja, misschien wel. Een lekkere friet kan smaken. Maar we doen dat niet veel, hoor. Misschien één keer per maand. Dat is niet gezond, hè.”

Padelclubs

“Mijn padelclubs zou ik zeker missen. Dat is mijn grote passie geworden. Mattias en ik zien dit ook op de lange termijn. We denken aan jeugdwerking, aan opleidingen voor trainers, enzovoort. We bouwen nu ook een nieuwe sport uit, naast padel: padbol. Dat is een combinatie van tennis en voetbal. In de nieuwe club in Waregem zullen er twee padbolvelden zijn. Ik geloof dat ook dat aan kan slaan. Al is dat wellicht iets minder toegankelijk dan padel. Wij hebben van een Argentijnse groep de exclusiviteit gekocht voor België. Die mannen hadden namelijk een patent op padbol genomen. Als wij dat wilden uitbouwen in ons land, moesten we licenties kopen.”