Kunstenaar Siegfried Vynck: “Ik zie de schoonheid van Oostende niet meer”

© Davy Coghe
Gillian Lowyck

Streetart en Oostende, tegenwoordig zijn ze onlosmakelijk met elkaar verbonden. Maar échte Oostendse kunstenaars in het genre zijn moeilijker te vinden. Siegfried Vynck (39) timmert al jaren aan de weg als spuitbusartiest. Maar zijn liefde voor Oostende is tanende. “Ik ken het hier té goed, denk ik soms.” Een gesprek over punkrock, graffiti en andere horizonten.

Het is niet veel mensen gegeven, maar doet Siegfried Vynck doet het: voltijds leven van zijn kunst. Hij is ondertussen een gekend gezicht in zijn thuisstad. Wie heeft hem nog nooit ergens tegen het lijf gelopen in Oostende, met zijn verfspuitbussen in de aanslag? Wij konden hem strikken voor een gesprek in de kapiteinshut van de Mercator.

Zit het creatieve bij jou in de genen?

“Ik ben opgegroeid tussen de schilderijen van mijn grootvader, Piet Van den Buys. In de jaren zeventig en tachtig was hij redelijk bekend. Hij was een Vlaamse expressionist à la Permeke. En dat kunstige zit in mijn familie. Aan de kant van mijn moeder kan iedereen eigenlijk goed tekenen. Maar ik ben de enige die er verder mee is gegaan. Ik heb de naam niet mee van mijn grootvader, maar dat vind ik niet zo erg. Wat ik wél jammer vind, is dat ik hem niet heb gekend. Enkel via zijn schilderijen. Dat vind ik een gemis. Maar kijk, het zit er toch echt in, hoor. Ik kreeg als kind meer schriftjes om vol te krabbelen dan echt speelgoed.”

Wist je toen al dat je in de richting van de graffiti wilde?

“Nee, het is pas toen ik 13 of 14 jaar was dat ik ontdekte dat er ook nog andere kunstvormen bestonden. Eind jaren tachtig zag ik voor het eerst foto’s van graffiti en die kleuren spraken me meteen aan. Via de kunstacademie heb ik een workshop aangevraagd. In 1994 bezochten we Brussel en dat was echt pionieren. De Oostendse academie was een van de eersten in Vlaanderen die openstond voor graffiti. In 1995 ben ik gestart met die spuitbus, maar in 2009 besefte ik pas echt dat dat hetgeen was waar ik écht vol voor wilde gaan.”

Hoe komt het dat het zo lang duurde vooraleer je dat besefte?

“Punkrock, skaten en achter de vrouwen zitten (lacht). Ik was in die periode heel erg bezig met muziek. Ik zag dat ook niet als een gewone hobby. Als je me vroeger de keuze had gegeven tussen muziek en het artistieke, ging ik zeker voor de muziek zijn gegaan. Als artiest leid je uiteindelijk een eenzaam bestaan. Terwijl anderen op het strand liggen, ben jij aan het werken. Het stopt nooit: zodra je opstaat ben je aan het nadenken, zoeken, studeren… En die muziek, ja, dat was nogal rock’n’roll. Na een tijdje heb ik dat toch moeten minderen (glimlacht). Toch blijft het vandaag nog kriebelen. Een reünie van Ostend Powers (de band waar Siegfried bas bij speelde, red.)? Er zijn wat plannen, maar er is nog niets concreet.”

Vandaag ben je fulltime kunstenaar?

“Ja. Dat is la vie d’artiste, dat steek ik niet weg. Soms verdien je goed en heb je veel werk, andere periodes zijn zwaarder. We hebben al veel zwarte sneeuw gezien, maar het bloed kruipt waar het niet kan gaan… Het was voor mij geen optie om het halftijds te doen. Ofwel ga je ergens volledig voor, ofwel blijf je amateur. Maar ja, soms is het scharten, hé. Gelukkig bouw ik wel al meer dan twintig jaar aan de weg en kennen mensen me ondertussen. Ik heb zelfs geen website, mijn PR is een ramp.”

Ik heb nood aan een andere horizon, maar voel me daar raar genoeg schuldig over

Zijn er nog altijd vooroordelen tegenover graffiti?

“Ja, toch wel. Dat moet ook zo blijven, vind ik. Er moet een edgy kantje aan die graffiti zitten. Ook het kleurgebruik en de onderwerpen zijn altijd wat stoerder. Graffiti is vandaag wat opgeslorpt door het overkoepelende streetart. Ik omschrijf mezelf wel als spuitbusartiest, gewoon omdat dat mijn favoriete medium is. En of dat nu onder een brug is of op een tuinmuur of kinderkamer, als ik maar mijn ding kan doen. Ik heb me daar wel in moeten opwerken, want er is veel jaloezie in die wereld. Op een bepaald moment begin je niveau te halen en uiteindelijk ben je een graag geziene gast. Ze weten dat ik niet kom om te fuiven. Als ik werk, is het professioneel.”

Heb je nog tijd om je eigen ding te doen? Of werk je enkel in opdracht?

“Sinds de paasvakantie heb ik daar geen tijd meer voor gehad. Gisteren ben ik eindelijk nog eens gestart met een eigen werk. Toch is dat een creatieve uitlaatklep die ik echt nodig heb. Maar ik heb even veel plezier als ik een pony of een prinses moet maken dan als ik volledig mijn eigen ding mag doen. Toch wil ik graag eens in de galeriewereld verzeild raken. Daar zou ik graag een vaste stek vinden.”

Waar haal jij het meeste voldoening uit?

“Als ik mijn grenzen kan verleggen. Wanneer ik een nieuwe kleurencombinatie ontdek, of er een structuur goed gelukt is… En wanneer je een hele toffe opdrachtgever hebt, is dat natuurlijk ook fantastisch.”

Als Siegfried op reis zou gaan…

Nieuw-Zeeland

“Een maand op reis met de Mercator? Direct! Ik heb echt nog niets van de wereld gezien, dus gelijk waar de wind me zou voeren is goed. Afrika klinkt interessant. Nieuw-Zeeland ook. Of terugkeren naar alle landen waar de Mercator vroeger geweest is. En overal waar ik kom schilderijen maken. Het schip zelf is mooi genoeg gerestaureerd (lacht). Ha, een romp van een schip zelf beschilderen, dat zou cool zijn. Ik heb als Oostendenaar wel een band met de zee.”

Familie

“Wie ik zou meenemen? Mensen die met het schip kunnen varen! En mijn familie, natuurlijk. Overal waar ik aanmeer zou ik mensen meenemen en hen laten meevaren tot de volgende stopplaats. Artiesten mogen ook mee, al is dat misschien niet zo’n goed idee door hun ego’s… Dat klikt niet altijd goed. En de band van vroeger, hé. Ik zou misschien niet de romp beschilderen van de Mercator, maar wel de zeilen…” (knipoogt)

Fotocamera

“Buiten mijn schildersmateriaal heb ik niet veel nodig. Veel neem ik dus niet mee. Als opbouwend artiest heb je ook niet echt een andere keuze. De hond van mijn schoonmoeder, die moet wel mee. En mijn fotocamera. Om zelf documentatiemate-riaal te kunnen maken.”

Vegetarisch

“Verder is op reis vegetarisch eten belangrijk. Ik eet al 25 jaar geen vlees. Dat is mijn bijdrage aan het ecologische probleem. Ik voel mezelf al schuldig dat ik nu een vliegtuig moet nemen. Ik ben ook veel pessimistischer dan bijvoorbeeld de Proper Strand Lopers. Fantastisch wat een positieve ingesteldheid die mannen hebben, maar ik zie het somber in. Nu, ik vind dat niet pessimistisch, maar realistisch. Er komt geen verbetering aan en wie weet zijn we the point of no return al voorbij.”

Knokke

“Als ik niet meer naar Oostende kan, dan ga ik naar Knokke. Op artistiek vlak blijft dat een van dé hotspots in België. Ik werk er regelmatig en word er altijd goed ontvangen. En voor het mooiste plekje aan de kust ga ik naar De Panne.”

Wie is Siegfried Vynck?

Privé

Siegfried (39) woont in Oostende samen met Jeannie Sabo en hun twee dochters Wynona (10) en Ellery (6).

Opleiding/loopbaan

Siegfried volgde economie-moderne talen en kunstacademie. Verder leerde hij de meeste van zijn technieken aan via zelfstudie. Vandaag is hij fulltime bezig met zijn kunst.

Vrije tijd

Tijd spenderen met het gezin en muziek.

Droom je ervan internationaal te gaan?

“Momenteel werk ik samen met de Oostendse cultuurdienst aan een Europees project. Griekenland, Polen, Schotland, Ierland, Zweden. Voor mij is dat écht een buitenkans. Het was altijd al mijn droom om via mijn kunst een stuk van de wereld te zien. Dit project is de eerste keer dat dat ook effectief zo is. In januari is het project van start gegaan. Het was meteen de eerste keer dat ik in een vliegtuig zat. Internationaal groeien is echt wel mijn droom. En dat ik ervan kan blijven leven, dat natuurlijk ook. Het is zeker niet simpel als zelfstandige artiest. Iedere dag dat ik het kan doen, is een dag dat ik niet in de lijn van de maatschappij hoef te lopen. Verder droom ik ook van een aantal concrete projecten: de oplegger van een vrachtwagen die door heel Europa rijdt beschilderen, bijvoorbeeld. Of een vliegtuig…”

Kunstenaar Siegfried Vynck:
© Davy Coghe

Weiger je soms opdrachten?

“Zelden. De enige reden dat ik het zou weigeren, is omdat ik dubbel geboekt ben. Niet omdat het onderwerp me niet aanspreekt of zo, nee. Ik heb wel al eens in een rendez-vous-kot de tijgerkamer moeten schilderen (lacht). Ik weiger soms wel iets om budgettaire reden. Mensen begrijpen soms niet altijd dat dit geen hobby is en dat ik ook rekeningen moet betalen. Of ze denken dat we het willen doen voor de exposure, voor de reclame. Mocht ik met reclame een auto kunnen kopen, ging er nu een vette bak voor mijn neus staan!”

Je hebt enkel aan de eerste editie van The Crystal Ship deelgenomen. Een bewuste keuze?

“Het klikte jammer genoeg niet tussen mij en de organisator. Ik was trouwens al tien jaar vragende partij om zoiets te organiseren. Ik was dus heel dankbaar dat ik aan die eerste editie mocht deelnemen. Misschien was ik er nog niet helemaal klaar voor. Het was de tweede keer dat ik op een muur van zo’n formaat werkte. Maar ze hadden me drie muren gevraagd en ze hebben drie muren gekregen. Maar ondertussen is het voor mij wel wat pijnlijk om aan de zijlijn te staan in Oostende. Ik ben hier zo goed als de enige. Op commercieel gebied is dat wel goed natuurlijk, maar aan de andere kant mis ik wel een zielsgenoot. De meesten gaan buiten Oostende gaan werken.”

Ik heb ervoor gekozen te leven van mijn kunst, ook al is het soms scharten

Toch ben jij in Oostende gebleven.

“Ik ben niet verder gaan studeren, dat zal er zeker mee te maken hebben. Ik had op dat moment ook een engagement aangegaan binnen een band. Ik kon dat niet achter me laten, het waren precies mijn broers. En ja, dan leer je iemand kennen, en je koopt een huis, je krijgt kinderen… Ik moet wel eerlijk bekennen dat we sinds een jaar aan het kijken zijn om weg te trekken uit Oostende, richting Ardennen. Voor mij is het belangrijk dat ik op maximum twee uur van West-Vlaanderen zou zitten, want hier heb ik het meeste werk. Daarnaast zit je in de Ardennen op een uur van Brussel, Maastricht, Keulen… Interessante plekken voor een artiest. Je merkt dat velen hier niet wegraken, ook in de muziek. Het is alsof je met je voeten vast zit in het zand.”

Is de liefde voor Oostende over?

“Ik woon nu bijna veertig jaar in Oostende en ik heb het gevoel dat ik als artiest de schoonheid niet meer zie. Ik heb gewoon eens een andere horizon nodig, denk ik. Ik wil ook niet meer alles weten wat er achter elke hoek en boom schuilt, zoals vroeger wel het geval was. (denkt na) Ik ken het hier té goed. Het is heel raar, want ik voel me er soms wel schuldig over. Ik heb ook het gevoel dat ik Oostende drie maanden per jaar kwijt ben. In de zomer is het niet meer ‘van ons’. Naar het strand? Eerlijk gezegd, liever naar Wenduine dan in Oostende. Dus ja, de Ardennen. Rust en natuur. Ik heb het nodig. Misschien moet ik gewoon eens een paar jaar weggaan. De motivatie die de stad weg heeft genomen terugvinden door even naar een andere horizon te staren.”

Als Siegfried op reis zou gaan…

Nieuw-Zeeland

“Een maand op reis met de Mercator? Direct! Ik heb echt nog niets van de wereld gezien, dus gelijk waar de wind me zou voeren is goed. Afrika klinkt interessant. Nieuw-Zeeland ook. Of terugkeren naar alle landen waar de Mercator vroeger geweest is. En overal waar ik kom schilderijen maken. Het schip zelf is mooi genoeg gerestaureerd (lacht). Ha, een romp van een schip zelf beschilderen, dat zou cool zijn. Ik heb als Oostendenaar wel een band met de zee.”

Familie

“Wie ik zou meenemen? Mensen die met het schip kunnen varen! En mijn familie, natuurlijk. Overal waar ik aanmeer zou ik mensen meenemen en hen laten meevaren tot de volgende stopplaats. Artiesten mogen ook mee, al is dat misschien niet zo’n goed idee door hun ego’s… Dat klikt niet altijd goed. En de band van vroeger, hé. Ik zou misschien niet de romp beschilderen van de Mercator, maar wel de zeilen…” (knipoogt)

Fotocamera

“Buiten mijn schildersmateriaal heb ik niet veel nodig. Veel neem ik dus niet mee. Als opbouwend artiest heb je ook niet echt een andere keuze. De hond van mijn schoonmoeder, die moet wel mee. En mijn fotocamera. Om zelf documentatiemate-riaal te kunnen maken.”

Vegetarisch

“Verder is op reis vegetarisch eten belangrijk. Ik eet al 25 jaar geen vlees. Dat is mijn bijdrage aan het ecologische probleem. Ik voel mezelf al schuldig dat ik nu een vliegtuig moet nemen. Ik ben ook veel pessimistischer dan bijvoorbeeld de Proper Strand Lopers. Fantastisch wat een positieve ingesteldheid die mannen hebben, maar ik zie het somber in. Nu, ik vind dat niet pessimistisch, maar realistisch. Er komt geen verbetering aan en wie weet zijn we the point of no return al voorbij.”

Knokke

“Als ik niet meer naar Oostende kan, dan ga ik naar Knokke. Op artistiek vlak blijft dat een van dé hotspots in België. Ik werk er regelmatig en word er altijd goed ontvangen. En voor het mooiste plekje aan de kust ga ik naar De Panne.”