Kortrijks cultuurmonument Bert Dewilde is kort na 95ste verjaardag overleden

Bert dronk ook graag een pater... © NOM
Redactie KW

Amper tien dagen eerder was hij 95 geworden, donderdagavond is Bert Dewilde in het AZ Groeninge overleden. Uitgerekend op zijn verjaardag moest hij noodgedwongen worden opgenomen. Wat deze culturele duizendpoot voor Kortrijk heeft betekend, is nauwelijks te omschrijven. Het meest trots was hij wel op ‘zijn’ Vlasmuseum. Vooral de manier waarop het later werd opgedoekt en vervangen door Texture, trof hem recht in het hart.

Door Noël Maes

Tot de laatste dagen van zijn leven en tot in het ziekenhuis bleef hij nog notities nemen wanneer hem een of andere mooie dialectuitdrukking te binnen viel of een geestige woordspeling, want ook humor liep als een rode draad door zijn leven. Toen we hem kort voor zijn 95ste verjaardag opzochten op zijn flat aan het Stationsplein, had hij het nog over het door hem bedacht typetje Disten Pulle, een wielrenner die zijn ludieke commentaar gaf op de actualiteit, eerst in het reclameblad Atlas, nadien op vraag van directeur-schrijver André Demedts op de radio en vertolkt door acteur Gust Hubrecht. Steevast eindigde hij met de woorden ‘Allé tot de noaste weke en g’eit allemoale de komplimenten van mijn Marlowize!’ Dat was in de jaren vijftig en Bert vertelde ons nog trots dat de Radio West-Vlaanderen toen de hoogste luistercijfers ooit haalde.

Bert (officieel Gilbert) werd op 18 februari 1925 in Bissegem geboren als oudste van de vijf kinderen van onderwijzer Georges Dewilde en Marie Vantomme. De Hendrik Dewildestraat in Bissegem is vernoemd naar zijn grootvader, onderwijzer én gemeentesecretaris. Bert werd na de oorlog eerst onderwijzer en daarna regent Germaanse talen. Hij begon in 1947 als leraar aan de Vrije Beroepsschool (later VTI) in Kortrijk en daarna aan het Sint-Jozefsinstituut op het Plein. In zijn jonge jaren deed hij ook aan atletiek en speelde hij voetbal in Bissegem. Begin 1967 verliet hij het onderwijs en werd cultureel adviseur bij de stad Kortrijk.

Culturele duizendpoot

Op weinigen was de benaming ‘culturele duizendpoot’ beter van toepassing dan op Bert. Hij ontwikkelde onnoemelijk veel activiteiten. Hij was actief als schrijver en dichter, historicus, dialectkenner, humorist-karikaturist, organisator, stoetenbouwer… Hij gaf een ontelbaar aantal voordrachten en leidde kunstenaars in op vernissages. Hij was trouwens zelf een knap tekenaar. Hij was ridder in de Orde van ‘t Manneke uit de Mane: hij maakte voor de volksalmanak humoristische tekeningen en schreef ook vele ludieke teksten. Hij schreef ook duizenden ‘doordenkertjes’, spitsvondige woordspelingen, waarvan hij er meer dan 4.000 in twee boeken bundelde (‘Lachtraantjes aan de taaltrapeze’ en ‘Toen God Eva gemaakt had uit Adams rib, maakt hij zichzelf uit de voeten’, 1994 en 2007).

Bert Dewilde als ridder in de orde van 't Manneke uit de Mane met Lutgart Simoens.
Bert Dewilde als ridder in de orde van ‘t Manneke uit de Mane met Lutgart Simoens.© Archief 't Manneke uit de Mane

Hij was ook tekstschrijver van de eerste Kortrijkse revue in 1990. Hij schreef in 1982 ook de ‘Gids voor Groot-Kortrijk’. Sindsdien is er geen gelijkwaardige toeristische gids voor Kortrijk meer uitgegeven. Hij ontwierp de Stijn Streuvelsroute en bedacht in 1975 ook de Sinksenfeesten, intussen uitgegroeid tot een groots evenement.

Door de Krant van West-Vlaanderen werd hij 1998 uitgeroepen tot ‘West-Vlaming van het Jaar’ in de categorie cultuur. In 1993 ontving hij de Groeningeprijs in Kortrijk. Hij werd ook laureaat van de Gouden Pluim voor zijn volledige auteurswerk. In het kader van het Vlasmuseum kreeg hij twee Europese prijzen: de Grote Europese Prijs van het Autocartoerisme in Parijs en de benoeming tot ‘Master of Linen’ in Evian. Hij is onder meer ook Ridder in de Kroonorde.

Gorbatsjov

Berts grote levenswerk had alles te maken met het vlas. Hoe dat begonnen is, vertelde hij ook nog recent. Hij zag natuurlijk in zijn jeugd de vlasbedrijvigheid in zijn geboortedorp Bissegem. Maar de eigenlijke vonk was iets wat trof toen hij nog leraar was aan het VTI: een leerling, van wie de grootvader vlasser geweest was, wist nauwelijks wat vlas was. Dat deed hem ertoe besluiten dat de kennis over die nijverheid die de Leiestreek ooit wereldwijde bekendheid gaf, niet verloren mocht gaan. Twintig jaar lang werkte hij eerst aan zijn monumentale boek ‘Twintig eeuwen vlas in Vlaanderen’ dat in 1984 zou verschijnen.

Bert Dewilde en echtgenote Jo bij hun briljanten huwelijksjubileum.
Bert Dewilde en echtgenote Jo bij hun briljanten huwelijksjubileum.© NOM

Het kwam ook uit in het Engels en blijft een internationaal standaardwerk. Tegelijk was hij alles over vlas aan het verzamelen. Het leidde tot de oprichting van het Nationaal Vlasmuseum, ondergebracht in een authentieke oude hoeve. Het ging open in 1982. “Ik ben met nul voorwerpen en met nul frank begonnen”, vertelde hij twee weken geleden nog. Hij vertelde erbij hoe hij destijds de Russische president Gorbatsjov rondleidde en hoe deze tot tranen toe bewogen was… Ook Rusland was een vlasland en bij boerenzoon Gorbatsjov riep dit jeugdherinneringen op. Nadien volgde nog een Kant- en Linnenmuseum. Tot in 2009 de stad Kortrijk besloot om de stekker uit te trekken en te opteren voor een nieuw concept dat in 2014 Texture is geworden. Voor Bert Dewilde was het een dolk in de rug…

Getrouwd op 1 april

Bert en Jo bij hun huwelijk in de Sint-Maartenskerk in 1953. Tussen de paasfoorattracties moesten ze zich een weg banen naar de kerk. Koorknapen van het Sint-Jozefinstituut vormden een erehaag voor hun leraar.
Bert en Jo bij hun huwelijk in de Sint-Maartenskerk in 1953. Tussen de paasfoorattracties moesten ze zich een weg banen naar de kerk. Koorknapen van het Sint-Jozefinstituut vormden een erehaag voor hun leraar.© Archief Bert Dewilde

Niet te vergeten dat Bert bij alles hij in zijn lange leven heeft kunnen realiseren, enorm veel te danken heeft aan zijn echtgenote Jo Vanneste, een rasechte Kortrijkzane en banketbakkersdochter. Ze trouwden in 1953 en zo mochten ze twee jaar geleden hun briljanten huwelijksjubileum vieren. Ze trouwden op …1 april. “Ja, ik koos die dag”, grapte Bert. “Als er iets misliep, kon ik altijd zeggen dat het maar om te lachen was.” Ze woonden vele jaren in de André Devaerelaan en nu aan het Stationsplein. Hoewel het de laatste tijd moeilijk geworden was door de fysieke ongemakken, eigen aan de leeftijd, wilde Bert er niet meer weg. Een rustoord zou voor hem zowat ‘de hel’ geweest zijn Het is hem bespaard gebleven.

Ze kregen vier kinderen: Patrick (getrouwd met Lutgart Delobelle, Marke), Inge (met Jean-Pierre Vierstraete, Marke), Katrien (met Mark Vanneste, Gullegem) en Annick (met Patrick Moerman, Kortrijk). Er zijn intussen 10 kleinkinderen en 10 achterkleinkinderen (met nog vier op komst…).

Bert Dewilde met zijn echtgenote en de hele familie bij hun ontvangst op het Kortrijkse stadhuis bij hun 65ste huwelijksverjaardag.
Bert Dewilde met zijn echtgenote en de hele familie bij hun ontvangst op het Kortrijkse stadhuis bij hun 65ste huwelijksverjaardag.© NOM

Ook de voorbije jaren bleef Bert elke dag creatief bezig. Op zijn 87ste publiceerde hij in 2012 nog het dialectboekje ‘Kortriks vwo begunders en kenders’. Hij was trots dat hij drie jaar later nog een laatste werk tot een goed einde kon brengen: zijn eigen familiegeschiedenis. Daarna pende hij nog tot voor enkele jaren boeiende artikels neer over het Kortrijk van vroeger voor ‘De Gazette van Oud Cortryck’.

Uiteraard is er over zijn leven een boek te schrijven. En dat kwam er ook al, in 2000: ‘Bert Dewilde, een leven met duizend facetten – Een halve eeuw inzet voor stad en streek’, geschreven door zijn oud-collega-leraar Willy Declercq, later directeur van het O.L.Vrouwehospitaal.

Kort voor zijn 95ste verjaardag zei hij ons nog: “Ik denk dat ik mijn talenten optimaal heb kunnen benutten. Ik heb veel en hard gewerkt, altijd zoals een zelfstandige, maar had nooit het gevoel dat ik werkte, het was mijn leven…”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier