Komt u maar snel, meneer. Ijsjes likken aan zee!

Frank Buyse
Frank Buyse Senior writer

U kijkt toch ook? Een record kijkcijfer wordt het, morgen, de persconferentie van premier Sophie Wilmès na de Veiligheidsraad. Wat zullen we wel weer mogen…? En elkeen met zijn verlanglijstje voor zijn televisie.

Bij velen bovenaan, die met de meeste huidhonger: toch al één keer per week met tien vrienden en/of familie samenkomen. Het zouden wel elke week dezelfde tien moeten zijn, blijkbaar.

Daar komen eilandraden van… Begin er maar aan:… Neen, gij moogt niet komen, ge zijt niet bij mijn tien beste vrienden. (Eigenlijk heb ik je dus niet zó graag…) Of: neen, vader, mijn schoonmoeder wil ook komen en ik heb daar niets aan te zeggen. Enzovoort.

Ik heb het ooit meegemaakt, voor mijn vijftigste verjaardag wilde ik de vijftig personen die voor mij het meest hadden betekend in die halve eeuw om beurt uitnodigen in een klein caravanneke, bij een goede fles wijn. Een week lang. Die eerste 35 kiezen, ging nog makkelijk, voor de volgende 10 was het al zwaar wikken en wegen, bij de laatste 5 was het hartverscheurend… die wel… die niet…

Wordt al lastig dus.

En dan hebben we op ons persoonlijk verlanglijstje nog een moeilijken: De Zee!

Komt u maar snel, meneer. Ijsjes likken aan zee!
© (Foto Pixabay)

We hebben er gehuurd vanaf 15 mei, de teenslippers liggen klaar. Alleen zou het volgens de gelekte informatie over de exitstrategie pas mogen vanaf 18 mei, weer naar zee. Al of niet verkleed als tweedeverblijvers. Hoe gaat dat dan? Even gebeld naar ons Oostends immobiliënkantoor L. Ik kreeg er een bijzonder vrolijke mevrouw aan de lijn.

– “Homaar, meneer, het is hier stralend weer, u bent straks van harte welkom!”

– “Dat is vriendelijk… Maar men zegt dat het pas zal mogen vanaf 18 mei en we huurden eigenlijk al van 15 mei…”

– “Oh ja, ook geen probleem, natuurlijk. Dan brengen we gewoon een paar dagen in vermindering. We gaan elke huur apart regelen, het komt allemaal goed, meneer! (enthousiast) We zijn nog fit en slaan ons door alles…”

– “Tof! En gaan we dan ook een ijsje mogen likken op de dijk?”

– “Maar ja. Ze staan hier op de dijk al elke dag aan te schuiven. Heel lang soms. Hun ijsje is hun moment suprême van de dag. Toch schoon? Het leven is echt nog wel mooi hier..!”

Ik wil naar zee. Snel. Daar hangt een heel ander virus in de lucht. Eentje dat blij maakt. Tot de 15de, mevrouw. Fille du bord de mer. Of de 18de, wat maakt het uit?