Knokke-Heist wint procedure bij Raad van State over belasting op tweede verblijven

Redactie KW

In 2013 stelde een eigenaar van een tweede verblijf beroep in bij de Raad van State tot nietigverklaring van het gemeenteraadsbesluit over de belasting op de tweede verblijven.

De belastingplichtige beweerde dat het reglement in strijd is met het Wetboek Inkomstenbelasting en dat er een schending is van het gelijkheidsbeginsel. De Raad van Staat heeft dit bezwaar nu afgewezen als ongegrond. Hiermee bevestigen ze dat het belastingreglement in Knokke-Heist een stevige juridische basis heeft.

De Raad van State oordeelde dat er op geen enkele manier een schending is van het gelijkheidsbeginsel en dat de gevestigde heffing niet in strijd is met artikel 464 van het Wetboek Inkomstenbelasting. Er is geen sprake van discriminatie omdat de belasting op tweede verblijven naast een fiscaal doel, ook niet-fiscale doeleinden heeft waaronder het beschermen van residentiële bewoning. Verschillen op het vlak van omvang, grootte en kadastraal inkomen van de tweede verblijven doen dus niet ter zake.

De heffing in Knokke-Heist bedraagt 710 euro per jaar. Die taks wordt aangerekend omdat eigenaars van tweede verblijven kunnen genieten van dezelfde voorzieningen en faciliteiten als inwoners op het vlak van brandweer, politie, huisvuilophaling en onderhoud van de openbare domeinen.

(DM)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier