Kinderen spelen op het graf van Rollegemse soldaten

Redactie KW

Al jaren bestudeert Rollegemnaar Lucien Kints de geschiedenis van zijn dorp. Bovendien is hij ook heel begaan met oud-strijders en wil hij hen de eer bezorgen die ze verdienen. Groot was dan ook zijn verbazing toen hij heel recent plots een speelplein zag verschijnen, exact op de plek waar vroeger een begraafplaats was. “Ik ben het zeker: daar liggen nog soldaten uit de Tweede Wereldoorlog.” Minstens een van die lichamen is dat van Armand ‘Monkey’ Corbonné.

“Vroeger was er in Rollegem – net zoals in de meeste dorpen – een begraafplaats rond de kerk”, begint Lucien het verhaal. “De vier Rollegemse soldaten die sneuvelden tijdens WO II werden eerder al naar hun geboortedorp gerepatrieerd. In de jaren zestig verdween dat kerkhof en kwam er een nieuw kerkhof in de Tombroekstraat, met een ereperk voor oud-strijders. “

Lucien verwittigde het stadsbestuur dat er nog soldaten begraven liggen aan de kerk en vroeg hen enkele maanden geleden om een gedenksteen of -plaatje om die jongens van toen postuum eer te betonen. “Ik was al een tijdje aan het graven in de geschiedenis van Rollegemse oorlogshelden. Uit informatie van de dienst begraafplaatsen bleek dat Michel Devos (overleden op 26 maart 1994), André Deprez (overleden op 12 mei 1940) en Armand Corbonné (overleden op 26 mei 1940) begraven werden op het kerkhof rond de kerk”, aldus Lucien. “Toen het kerkhof er zou verdwijnen, werd over Michel Devos en André Deprez veel gecorrespondeerd, over Armand Corbonné bleef het stil.” De vierde Rollegemse soldaat, Andreas Cyriel Gailliez, zou overleden zijn op 20 maart 1944 in Leipzig. “Ook hij zou enkele jaren later begraven zijn in Rollegem, maar over hem is niets terug te vinden”, zegt Lucien nog.

Kogel in de nek

Terug naar Armand Corbonné. Uit alles blijkt dat zijn lichaam nog altijd bij de kerk begraven ligt. Armand werd geboren in Rollegem op 2 juni 1916 als zoon van Alfons Corbonné en Nathalie Van Den Driessche. Hij was soldaat in de derde batterij van het zesde artillerieregiment en stierf tijdens de Meidagen in Maldegem – tussen 20 en 27 mei 1940. Armand liet het leven op 26 mei 1940 toen hij en zijn maats door vijandelijke vliegtuigen werden gemitrailleerd en een kogel in de nek kreeg. Na zijn overlijden kreeg hij in 1947 postuum het Oorlogskruis 1940 met Palm en het ereteken van Ridder in de Leopoldorde met Palm. Nog in 1947 kreeg hij de Herinneringsmedaille van de Oorlog 1940-1945.

Nonkel Monkey

Bellegemnaar Norbert Corbonné (89) en zijn zus Rita Corbonné (71) die altijd in Rollegem bleef wonen, zijn neef en nicht van Armand. “Nonkel Monkey, zoals we hem noemden”, vertellen ze. “Hij was een broer van ons vader. Zelf heb ik hem nooit gekend, hij overleed zeven jaar voor mijn geboorte”, zegt Rita. “Maar ik ken natuurlijk de mooie verhalen.” “Het was een mooie, grote vent”, pikt Norbert in. “Hij voetbalde graag en liep altijd te fluiten.”

Armand Corbonné.
Armand Corbonné.© EDB

Norbert was pas 10 jaar toen zijn oom overleed. “Masureke ik weet zelfs niet wat zijn echte naam was – was een gazettenmarchand die samen met nonkel Monkey soldaat was. Hij kwam het nieuws ongeveer een week na zijn dood vertellen, hier in de kruidenierswinkel in Rollegem. ‘Spring maar in de put, Masureke, het is al vuur dat ik zie’, had Armand gezegd. Daarna stuikte hij ineen, geraakt door een kogel. Onze oom sneuvelde op het einde van de aanval in een mitrailleursnest. De Duitsers waren zich eigenlijk al aan het terugtrekken…”

Terug naar Rollegem

Armand zijn ouders gingen met de fiets naar Maldegem, omdat hij daar in een boomgaard begraven lag. “Ze hebben hem opgegraven”, zegt Norbert. “Ze herkenden hem snel, vooral aan de armband waarin de naam van zijn verloofde stond gegraveerd. Er zat een gat in de achterkant van zijn helm, daardoor zijn we zeker hij in de nek werd geraakt.” Minder dan twee weken na zijn dood, werd het lichaam van Armand met een bestelwagen naar Rollegem teruggebracht. “Armand werd begraven op het kerkhof aan de kerk, er stond zelfs een kruisje met zijn naam. Wij weten niet of er bij de heraanleg van Rollegemplaats ooit gevraagd werd om het graf te verplaatsen. Wat er toen met de stoffelijke resten van onze oom is gebeurd? Geen idee.”

De familie Corbonné had graag nog wat meer geweten over hun nonkel Monkey, maar veel vinden ze niet. “Er is een museum in Maldegem. Ik ben er eens geweest, maar ze konden me niet meer informatie geven”, aldus Norbert. Aurel Houtekier, de man van Rita, schreef jaren geleden nog naar een commandant in Lummen om te weten wat er precies gebeurd is, maar werd ook niets wijzer. “Iedereen die er nu nog iets zou kunnen over vertellen, is ondertussen overleden”, zucht hij. Zo’n anderhalf jaar geleden is ook de toenmalige verloofde van Armand gestorven. “Van de familie kregen we een foto, die ze altijd bijhield.”

Schepen Bert Herrewyn opende twee weken geleden nog het tijdelijke speelpleintje aan de kerk in Rollegem.
Schepen Bert Herrewyn opende twee weken geleden nog het tijdelijke speelpleintje aan de kerk in Rollegem.© EDB

Begraven aan De Krone

Wat knaagt bij de familie is dat ze niet weten of er nog iets overblijft. “Hij lag begraven ter hoogte van gewezen café De Krone, op enkele huizen van waar nu de apotheek is, maar meer dan dat weten we eigenlijk niet. Dat er nu een speelpleintje staat, daar hebben wij geen problemen mee. We zijn helemaal niet tegen spelende kinderen. Mocht er nog ergens een gedenksteentje komen voor onze oom, dan zouden wij dat uiteraard erg appreciëren“, besluiten Norbert en Rita.

WAR en stad Kortrijk willen samenwerken aan eerbetoon

De stad Kortrijk reageert verwonderd op het nieuws dat er gesneuvelde soldaten onder het speelpleintje begraven liggen. Schepen Bert Herrewyn, bevoegd voor Jeugd: “Om te bepalen waar het tijdelijk speelpleintje zou komen, hebben we overlegd met de plaatselijke actoren in Rollegem. Niemand sprak toen over het graf van soldaten. Ik weet dat bij een heraanleg van een dorpsplein waar vroeger een kerkhof was, ‘ontbeenderd’ wordt. In Heule bijvoorbeeld werden nog restanten gevonden, die we zorgvuldig hebben verwijderd. Ik weet niet hoe zorgvuldig men in Rollegem destijds met de heraanleg is omgesprongen.” Zowel schepen Herrewyn als schepen van Begraafplaatsen Ruth Vandenberghe vinden wel dat er op zijn minst een gedenkplaat of -teken moet komen. “We willen daar als stad zeker aan meewerken. Het is onze plicht om die mensen postuum te eren en ons respect te tonen”, klinkt het. “Oud-strijders mogen we nooit vergeten.”

De Markse vereniging War Association to Remember, kortweg WAR, vermoedde al langer dat er nog soldaten begraven liggen rond de Rollegemse kerk. “Het zou eigenlijk niet mogen kunnen”, reageert Tom Levecque. “Vraag is hoe je dat nu kan lokaliseren? De vroegere generatie is hier in de fout gegaan. De stoffelijke resten moesten eerder al opgegraven worden. Het speelpleintje staat er nu, dus moeten we er vandaag voor zorgen dat we de soldaten eer betonen. We moeten de koppen bij elkaar steken en kijken wat we nog kunnen doen voor die mensen die nu blijkbaar totaal vergeten worden. Ik zal contact opnemen met het stadsbestuur en reken op hun medewerking.” (EDB)