Kinderbegeleidster Lore: “Afstand houden van elkaar? Kinderen kennen dat niet”

Lore Vanvyaene blijft ook in deze bijzondere paasvakantie klaarstaan voor de kindjes in de opvang. © Olaf Verhaeghe
Olaf Verhaeghe

Vol enthousiasme, maar met een klein hartje. Zo vertrekt Lore Vanvyaene (27, morgen wordt ze 28 jaar) elke dag met de fiets vanuit Lichtervelde naar Wingene. Om te werken. Om de kleinsten onder ons – quasi allemaal kinderen van zorgverleners – op te vangen en ook hen een vakantiegevoel te bezorgen. In de kinderopvang is eigenlijk niets zoals het vroeger was. Maar ook dat hoeft geen probleem te zijn. “Het is wat zoeken soms, maar niets dat je niet kan oplossen met wat creativiteit en goede wil”, glimlacht ze.

De eerste week van de paasvakantie zit erop. Een bijzondere paasvakantie, met de nog altijd geldende coronamaatregelen. Normaal zouden deze week tientallen kinderen gespeeld, geknutseld, gelopen en geravot hebben in Ferm Kinderopvang in Wingene. Dit jaar niet. De kinderen blijven verspreid over zeven scholen in de landelijke gemeente, om het risico op besmetting en verdere verspreiding van het virus tegen te gaan. In overleg met de gemeente werd beslist dat de begeleidsters van Ferm de leerkrachten bijstaan voor de opvang in de scholen. Zo kwam Lore Vanvyaene voor het eerst én helemaal alleen als begeleidster op een voor haar compleet nieuwe plek te staan.

Hoe anders is het werken in de buitenschoolse kinderopvang sinds de start van de coronacrisis?

“Dat valt met niets te vergelijken. In normale omstandigheden, doorheen het schooljaar, vangen wij kinderen van 2,5 tot en met 12 jaar op tussen 6.50 en 8.30 uur en tussen 16 uur en 18.30 uur. Meestal zijn er ‘s avonds een zestigtal.”

“Op vrijdag 13 maart, de ochtend nadat de eerste maatregelen werden aangekondigd, wisten wij absoluut niet wat we moesten verwachten. Hoeveel kindjes zouden er komen? Van wie? En wat de volgende dagen en weken? Het was voor iedereen zoeken en improviseren. Uiteindelijk kwamen er die vrijdag nog behoorlijk wat kindjes naar de opvang, maar de dagen erna werd het kalmer en kalmer. Er zijn dagen geweest dat er maar drie of vier opdaagden. Toch een immens verschil met hoe luid en gezellig het hier normaal aan toegaat.”

Dat was nog tijdens de ‘schoolperiode’, maar ook in de paasvakantie zijn jullie er om iedereen die het nodig heeft, op te vangen.

“Klopt, net zoals altijd in de vakanties voorzien we volledige dagen opvang. Normaal doen we dat wel op één locatie, met alle begeleiders samen. Nu niet. Maandag had ik twee kindjes, op een plek waar ik bij wijze van spreken nog nooit eerder was geweest. Dat is wel vervelend, maar niet onoverkomelijk.”

“In het begin waren die kleine groepjes wel leuk. Al is één 10-jarige met drie kleuters niet zo evident. Maar goed, het mag dan wel een beetje zoeken zijn, als je wat creativiteit en goede wil aan de dag legt, kom je al een heel eind. Hopelijk blijft het weer meezitten, zodat we veel buiten kunnen spelen. Die zandbak blijft voor de meesten toch heel aantrekkelijk.” (lacht)

“Mijn mama en een collega hebben mondmaskers gemaakt om ons te beschermen”

“Als begeleider werken we halve dagen met de kindjes zelf. De overige uren gebruiken we om administratie te doen en de zomervakantie al wat voor te bereiden. De dagen voelen niet per se langer aan. Opvang voorzien vraagt heel wat energie, maar gelukkig heb ik er veel. (lacht) Ik merk zelfs, nu er minder kinderen zijn, dat ik er ‘s avonds nog over heb.”

Kinderbegeleidster Lore:
© Olaf Verhaeghe

Weten de kinderen wat er vandaag allemaal gaande is?

“Van de kindjes die komen, werken mama en papa veelal in de zorg. Dokters, verpleegkundigen, mensen die in een woonzorgcentrum werken. Zeker de oudere kindjes weten wel het een en ander. De regels van afstand houden en hoesten in de elleboog moeten we constant opnieuw herhalen. Sommigen durven het in hun enthousiasme al eens vergeten. De ouders vertellen wel veel, wat ze ervaren op de werkvloer. En ik moet toegeven: dat zorgt soms wel voor wat angst. De kans dat zij – en dus hun gezin – besmet zijn, is vrij groot. En wij komen veelvuldig in contact met die kindjes. Dus…”

“Mijn mama en een collega hebben zelf al mondmaskers gemaakt, om ons te beschermen. Ik ben wel bang om zelf ziek te worden, omdat je toch liever niet in het ziekenhuis belandt. Ik heb ook wel wat problemen met mijn longen en last van astma, al is dat vrij goed onder controle. Ik doe mijn job graag, met hart en ziel voor de kindjes. Maar de jongste weken fiets ik toch met een bang hartje naar Wingene.”

Wat ga je anders doen als de coronacrisis voorbij is?

“Dat is moeilijk om in te schatten. Sowieso is fysiek contact vermijden met die kindjes onbegonnen werk. Ik denk dat ik – nog meer dan vroeger – zal hameren op het belang van goede handhygiëne. Ik hoop vooral dat het snel voorbij is. Ik mis mijn vrienden, ik mis het contact met mijn collega’s. Je hebt wel die kindjes, maar dat is toch niet hetzelfde.”

Lore Vanvyaene woont in Lichtervelde, samen met haar man Tim Vansteelandt. Lore werkt ondertussen al zo’n zeven jaar als begeleidster in de buitenschoolse opvang van Ferm Kinderopvang in Wingene. Normaal enkel ‘s morgens voor en ‘s avonds na schooltijd, maar tijdens de paasvakantie voorzien zij en haar collega’s volledige dagen opvang. Ook nu tijdens de coronamaatregelen staat Lore paraat voor de kinderen. Zaterdag viert ze haar 28ste verjaardag, al zal dat dit jaar zonder feest met vrienden en familie zijn.