Kijk binnen in het Grootseminarie in Brugge: een stukje platteland in het hart van de stad

De binnentuin, een oase van rust. © Davy Coghe
Piet De Ville
Piet De Ville Medewerker KW

Het culinaire topevenement Kookeet verhuist volgend jaar niet naar ‘t Zand, maar wel naar de prachtige site van het Grootseminarie. Reden genoeg om een kijkje te nemen achter de gevels van het historische domein tussen de Potterierei en de Peterseliestraat. De in 1627 opgerichte Cisterciënzerabdij Ten Duinen doet sinds 1833 dienst als opleidingscentrum voor priesters, maar wordt dus ook steeds meer een evenementenlocatie. Ook circusfestival Cirque Plus vindt er jaarlijks plaats. “Met respect voor de stiltezone willen we op deze site nog meer in dialoog gaan met de gemeenschap”, zegt coördinator-econoom Antoon Vanhuysse.

De recente aankondiging dat de eerste editie van het vernieuwde Kookeet volgend jaar zal plaatsvinden op de site van het Grootseminarie, zorgde voor behoorlijk wat verbazing. Er werd immers algemeen verwacht dat de organisatoren zouden kiezen voor het nog maar onlangs heraangelegde evenementenplein ‘t Zand. Maar de mensen van Brugge Plus vzw, die Kookeet in goede banen leiden, kozen dus voor het Grootseminarie en na een bezoekje aan dit historische domein begrijpen we ook wel waarom.

Pracht en praal

De voormalige Cisterciënzerabdij biedt enorm veel ruimte én een unieke mengeling van natuur – met prachtige weiden, tuinen en boomgaarden – cultuur, historiek en architecturale pracht en praal. We worden ontvangen door Antoon Vanhuysse, die er al twintig jaar actief is al coördinator-econoom van het complex en het dan ook kent als zijn broekzak.

(lees verder onder de foto)

Antoon Vanhuyse.
Antoon Vanhuyse.© Davy Coghe

“De officiële naam is eigenlijk Grootseminarie Ten Duinen. De abdij werd opgericht in 1627 onder aanvoering van Abt Campmans van de Duinenabdij van Koksijde. In Koksijde was het onveilig en ook de verzanding speelde hen parten. De monniken kregen eerder al, in 1624, de beschikking over het refugehuis van Ter Doest aan de Potterierei. In 1627 kwamen ze er zich definitief vestigen en in 1628 werd gestart met de uitbouw van een nieuwe abdij die de meeste monumentale abdijsite in Brugge zou worden. Abt Campmans was bijzonder dynamisch en ondernemend. Er hangt dan ook een portret van hem aan een van de wanden in de abdij”, weet Antoon Vanhuysse.

(lees verder onder de foto)

De luxuezue abtsrefter.
De luxuezue abtsrefter.© Davy Coghe

De monniken waren erg bemiddeld en breidden het domein stelselmatig uit. Ze kochten daarvoor tientallen huizen op en een aantal toenmalige straten werden geïntegreerd in de abdij. Opmerkelijk is dat de naam of namen van de bouwmeester(s) of architect(en) van dit grootse barokke abdijencomplex onbekend of althans niet met zekerheid aan te duiden zijn. Wel bekend is dat de monniken gebruik maakten van oude bouwmaterialen afkomstig van de ruïne van hun abdij in Koksijde.

We willen nog meer in dialoog gaan met de gemeenschap

“Op het einde van de jaren 1700 volgde al de opheffing van de abdij, omdat er nog bitter weinig monniken waren en na opeenvolgende andere functies, zoals centrale school en militair hospitaal, werden de gebouwen na 1833 omgevormd tot seminarie en werden er dus heel wat priesters opgeleid”, weet Antoon Vanhuysse. “En hoewel sinds enkele jaren de lessen filosofie en theologie naar Leuven verhuisd zijn, is het hier nog altijd een belangrijk opleidingscentrum voor seminaristen. De stages worden van hieruit georganiseerd en de lessen parochiale werking en onderwijs vinden hier plaats. Daarnaast krijgen ook de diakens en parochieassistenten hier hun opleiding.”

(lees verder onder de foto)

Abt Campmans, de stichter van de abdij.
Abt Campmans, de stichter van de abdij.© Davy Coghe

“Hier op de site is ook een afdeling van de Universiteit van de Verenigde Naties gevestigd, een soort internationaal studiecentrum. Daarnaast is er hier ook, in het nieuwbouwgedeelte van eind de jaren 50 van de vorige eeuw, een internaat van het Europacollege gevestigd. De werkzaamheden die je hier ziet zijn vooral gevelrenovaties, met ondersteuning van de provincie en de Vlaamse overheid.”

(lees verder onder de foto)

De prachtige gangen met zwart-witte vloeren.
De prachtige gangen met zwart-witte vloeren.© Davy Coghe

Antoon geeft ons met plezier een rondleiding doorheen het grootse complex. We komen in het oudste gedeelte terecht met indrukwekkend lange gangpaden met portretten van bisschoppen uit lang vervlogen tijden aan de wand. Van daaruit gaat het naar de indrukwekkende tuin en de weide waarin koeien grazen. “Die koeien zijn van een werkman die deeltijds bij ons werkt, maar daarnaast ook nog een landbouwbedrijf heeft”, weet Antoon. “We hebben hier op het domein ook een boomgaard met appels en peren. Die onderhouden we zelf en de oogst gaat voornamelijk naar het goede doel. Er wordt sap van geperst dat wordt verkocht op een kerstmarktje dat hier jaarlijks wordt georganiseerd.”

Beiaardtoren

Vanuit de tuinen hebben we een mooi uitzicht op de beiaardtoren, van waaruit ieder kwartier een elektrisch aangestuurd beiaarddeuntje klinkt. Terug binnen bekijken we het moderne auditorium, dat frequent gebruikt wordt voor het lesgeven aan de seminaristen en voor diverse voordrachten en lezingen. Vervolgens stappen we door prachtige, monumentale gangen met zwart-witte tegelvloer waarin de uitgewisselde woorden opmerkelijk weergalmen. In de grote refter hangen schilderijen van de opeenvolgende abten, waaronder ook Abt Campmans, de stichter van de abdij.

(lees verder onder de foto)

Het Grootseminarie heeft zelfs een boomgaard.
Het Grootseminarie heeft zelfs een boomgaard.© Davy Coghe

Daarnaast bevindt zich de abtsrefter, een meer luxueuze zaal waar de abten van de maaltijd genoten met bijzondere gasten. “Later werd deze ruimte gebruikt door de professoren van het seminarie”, verduidelijkt Antoon. In de ruimte zien we ook een prachtige open haard. De abten hadden ook een eigen salon; later gebruikt, en nu nog altijd, als ontvangstruimte voor het seminarie. “Hier waren ooit nog koningin Paola en eerder Boudewijn en Fabiola te gast.”

Ook de abtskapel is een bijzondere ruimte, al was het maar omdat heel wat abten eronder begraven liggen, in grafkelders waarvan de ingang nu dichtgemetseld is. Antoon neemt ons ook mee naar de statige, monumentale Abdijkerk die binnenkort opnieuw zal geschilderd worden. Tijdens de voorbereidende werkzaamheden werden er zelfs oude schilderingen teruggevonden onder de verflagen. In de binnentuin worden we overvallen door een oase van rust en stilte, terwijl we een mooi uitzicht krijgen op de toren van de abdijkerk. “Met respect voor de eigenheid als stiltezone, willen we op deze site nog meer in dialoog gaan met de gemeenschap, onder meer voor spreekbeurten, kleinere congressen, culturele manifestaties als voor evenementen zoals Kookeet”, besluit Antoon Vanhuysse het bijzonder boeiende bezoek.

(lees verder onder de foto)

De beiaardtoren.
De beiaardtoren.© Davy Coghe


Gidsbeurten voor groepen op het domein zijn mogelijk van maandag tot vrijdag in de namiddag en zijn zeker aan aanrader. Het Grootseminarie krijgt jaarlijks zo’n 26.000 bezoekers over de vloer.


Op het domein grazen zelfs koeien...
Op het domein grazen zelfs koeien…© Davy Coghe