Kersverse mama Billie Bentein uit Blankenberge heeft een nieuwe plaat

© Davy Coghe
Paul Cobbaert
Paul Cobbaert journalist

Een straffe madam, die Billie Bentein. Op én naast het podium. Met Netsky zong ze voor duizenden fans op de grootste festivals ter wereld. Binnenkort ligt haar tweede soloplaat in de winkel. Ze is net mama geworden van zoontje Miller en onthult vandaag hoe ze haar zelfvertrouwen terug won na jarenlang gepest te zijn.

Hoogzwanger is ze, als we afspraak hebben op de Mercator. De geboorte van haar eerste kindje is uitgerekend voor 11 maart. “De baby mag komen”, zegt ze. “Ik heb een zálige zwangerschap achter de rug, maar de laatste weken wegen zwaar. Ik kan niet meer zingen, want ik heb geen adem meer. Ik begin op te zwellen, en kan niet meer in mijn schoenen. Ik begin wat geambeteerd te geraken.” Haar wens zou uitkomen. Enkele dagen na ons gesprek bevalt Billie Bentein van een zoontje, Miller. Twee jaar geleden zei de blonde zangeres met de zwoele soulstem in deze krant dat ze kinderen wel ziet zitten, maar “de babyfase graag zou overslaan”. Ze lacht luidop als ik haar met die uitspraak confronteer. “En toch, ik zou daar nog steeds voor tekenen. Ik denk dat het vooral genieten wordt als je kind kan praten en zelf naar het toilet kan gaan. Maar ik kijk wel uit naar het moederschap, moet ik zeggen. Ik ga dat nemen zoals dat komt. En niet te veel nadenken.”

Billie Bentein (32) is een kind van Blankenberge. Ze groeide op vlakbij Sea Life, onder de veilige vleugels van papa, mama en grote zus. “Mijn ouders, die mensen zijn het mooiste cadeau dat ik ooit kreeg. Zij zouden droog brood eten, opdat mijn zus en ik van een kreeft kunnen genieten. Helaas was niet alles even mooi in Blankenberge. Ik associeer mijn geboorteplek ook met school en minder goede herinneringen.”

Was school niets voor jou?

“Neen. Ik ging écht niet graag. Ik was een vree verstrooid kind, vaak weggezakt in een fantasiewereld. Ik ben pas echt opengebloeid aan het conservatorium in Gent. Ik hoop dat mijn kind wél graag naar school gaat. Daar heb ik schrik voor. Wat als hij hetzelfde meemaakt als ik? Wat moet ik dan doen als moeder? Gaan mijn trauma’s dan ook weer naar boven komen?”

Werd jij gepest?

“Ja. Vooral in het lager. Ik ben toen zelfs van school veranderd. Maar ook in het middelbaar. Ik was als kind een tomboy. Ken je dat? Wat jongensachtig. Maar toen ik gepest werd, klapte ik helemaal toe. Ik was een veel te vriendelijk, veel te lief meisje. Ik wou voor iedereen goed doen. Ik zei nooit wat ík wou of dacht. (even stil) De anderen liepen over mij heen. Het voelde alsof ze mentale spelletjes met mij speelden.”

Wat mist Billie van Blankenberge?

Gezonde zeelucht

“Dat staat op één. Ik mis de frisse, gezonde zeelucht. Ik was als kind zwaar astmapatiënt. Als je dan in Gent gaat wonen, voel je meteen dat je minder zuivere lucht inademt. Als ik terug aan zee ben, kan ik écht genieten van de lucht in te snuiven. Het is nochtans niet zo dat ik veel voeling heb met de zee. Ik hou er wel van om eens op het strand te wandelen met mijn hond, maar verder… Ik voel geen drang de zee te zien als ik eens terugkeer naar Blankenberge.”

Mijn familie

“Ik mis mijn ouders en mijn zus. Zij wonen allemaal nog steeds in Blankenberge. Ik voel dat ik hen vaker wil zien, zeker nu met de baby. Als je in Gent woont, kan je echter niet snel even binnen springen. Dat is ook in Waregem een nadeel. Ik zou graag dichterbij wonen, maar dat moet haalbaar en betaalbaar zijn. Mijn zus Bo is trouwens negen maanden geleden bevallen van haar eerste kindje. Wij waren altijd al besties, maar nu is onze relatie nóg intensiever, omdat we in een gelijkaardige levensfase zitten. Zij staat altijd klaar om mij te helpen. Als ik met iets zit, kan ik haar bellen.”

Vis

“Ik ga nooit vis eten als ik in het binnenland op restaurant ga. Leg een tomaat garnaal op een buffet aan zee en ik eet dat op. Doe hetzelfde in Gent, en ik blijf eraf (lacht). Vreemd, hè. Vis eet ik alleen aan de kust. Dat is iets wat je leert als je hier opgroeit. Ik eet nochtans graag vis, hoor. Zalm, kreeft, oesters, noem maar op. Of garnalen. Ik hou ervan die zelf te pellen, of samen met mijn mama. Dat hoort gewoon zo.”

Het rusthuis

“Mijn bomma is twee jaar geleden overleden. Zij woonde de laatste jaren van haar leven in het rusthuis in Blankenberge. Ik denk dat ik daar elk weekend langsging om te luisteren naar haar verhalen. Ik zou graag nog eens teruggaan in de tijd, mijn bolle buik tonen aan mijn bomma en haar vertellen over de baby. Ik mis dat, die gesprekken. Die cafetaria was nochtans oerlelijk. (lacht) Neen, dat is een plek waar ik gewoon emotioneel aan gehecht ben door bomma. Ik voel dat opnieuw nu ik erover vertel.”

Wie is Billie Bentein?

Privé

Geboren op 2 oktober 1986. Opgegroeid in Blankenberge. Dochter van Dany Bentein (bekend als komiek Baziel) en Nadine Vonck. Volgde lager onderwijs in het BSGO Zilvermeeuw en d’Oefenschool en middelbaar onderwijs in het Maerlant Atheneum. Studeerde af als Master in de Pop aan het Conservatorium in Gent. Woont met haar vriend Simon De Meulemeester in Waregem. Mama van Miller.

Loopbaan

Zangeres. Toerde van 2012 tot en met 2014 met Netsky. Bracht in 2016 haar eerste ep uit, Talking Loud. Brengt dit voorjaar haar tweede ep uit, Love Vaccination.

Wil je vandaag nog steeds goed doen voor iedereen?

“Neen. Ik ben enkele jaren geleden door een zware crisis gegaan. Ik noem dat mijn quarterlifecrisis. (lacht) Wie ben ik eigenlijk? Wie wil ik zijn? Wat wil ik doen? Ik ben daaruit geraakt. Gelukkig. Ik voel me vandaag chiller dan ooit. Het raakt mij niet meer wat anderen denken.”

Hoe doe je dat?

“Je moet je mentaal laten helpen. Ik ben naar een therapeut gegaan. Nu, dat was niet nieuw voor mij. Ik liet me ook als kind al helpen. Dat was gelukkig nooit een taboe thuis. Ik zou dat iedereen aanraden. De therapeut heeft mijn zelfbeeld écht vooruit geholpen. Eerlijk: ik weet niet hoe ik overleefd zou hebben zonder die hulp. Ik zou, met wat ik vandaag weet, zo graag eens terug in mijn lijf van twintig jaar geleden kruipen. Ik zou dat meisje van toen eens wakker willen schudden. Ik heb me jarenlang slecht gevoeld, en dat is zonde.”

Was dat zelfbeeld geen grote hindernis om zangeres te worden?

“Jawel. Die onzekerheid zit nog steeds in mij. Maar mijn succes heeft ook bijgedragen tot een beter zelfbeeld. Mensen die vroeger lachten met mij, komen nu zeggen dat ze mij sjiek vinden. (even stil) Maar ik vind het nog steeds moeilijk om mij te smijten op een podium. Ik schrijf graag teksten, ik zing graag in de studio, maar al de rest is minder mijn dada. Dat zorgt voor druk, en daar hou ik niet van.”

Zegt de vrouw die tienduizenden mensen gek maakte op de grootste podia en festivals ter wereld.

(lacht) “Vreemd, hé. Maar dat was met Netsky. De druk lag bij hém. Ik was daar het extraatje. Ik zong enkele nummers. Ik heb genoten van die drie jaar, hoor. Dat was een fantastisch avontuur. Ik denk dat ik mijn volledige bucketlist heb kunnen afvinken, Coachella, Werchter, Pukkelpop, Australië. Dat zorgt voor rust in mijn hoofd. Het hóeft niet meer. Het mag.”

De therapeut heeft mijn zelfbeeld vooruit geholpen, ik weet niet hoe ik zonder die hulp overleefd zou hebben

En dat allemaal dankzij de hit ‘We Can Only Live Today’.

“Je moet wat geluk hebben, hé. Mijn platenlabel stuurde die opdracht door. Probeer eens de vocal lines te schrijven voor dat nummer, zeiden ze daar. Ik verwachtte daar eigenlijk niet te veel van, want ik wist dat er veel inzendingen zouden zijn. Ik liep in de Carrefour, toen ik plots telefoon kreeg van Boris (Daenen, de man achter Netsky, red). Ik kende die man niet eens. Ik zal dat moment nooit vergeten.” (lacht)

Jij hebt dan drie jaar mogen toeren met die groep. Is dat rock ‘n roll?

“Eerlijk? Ja. (lacht) Na mijn eerste toer, twee weken in Engeland, was ik in shock. Een alcoholshock. Ik, een braaf meisje uit Blankenberge, dat plots mee mag op een toerbus met elf mannen. Je bent wat onzeker en je wil de sfeer niet bederven. Ik wou ook niet onderdoen voor die mannen. Ik was dat natuurlijk niet gewoon om zo veel te feesten. Na die twee weken moest ik echt even bezinnen. ‘Billie, dit gaan we niet overleven’, dacht ik. Ik heb een klik moeten maken. Je moet ergens meegaan in het feesten, maar je moet ook je grenzen kennen. Dat is mij daarna gelukt. Let op: niet elke toer verloopt op die manier. Engeland staat erom gekend héél heavy te zijn.”

Wat staat er trouwens op jouw rider?

“Ik ben geen moeilijke mens. Een spiegel, dat staat bovenaan. Ik heb heel vaak mijn make-up moeten doen in de toiletten. Dat is níet aangenaam. (lacht) En verder veel fruit, Nalu en gin. Dat laatste is voor mijn muzikanten, het fruit en de Nalu zijn voor mij. Ik ben zwaar verslaafd aan dat energiedrankje.”

De voorbije twee jaar werkte je vooral in de luwte. Waarom was dat?

“In 2015 heb ik mijn eerste single uitgebracht en in 2016 mijn eerste ep. Alles ging heel snel. Omdat ik bekend was van Netsky, werd ik meteen gedraaid op de radio, mocht ik op Pukkelpop spelen, noem maar op. Ik vond dat het té snel ging. Ik wou liever mijn band opbouwen van nul. Eerst wat spelen in clubs en zo, en daarna naar de grote festivals. Maar als je die vraag krijgt, kan je natuurlijk niet neen zeggen. Ik wou daarom even wat in de luwte gaan werken. Ik zou het anders niet volgehouden hebben. Ik ben wel blijven schrijven en blijven zingen op events en ceremonies.”

Je nieuwe single ‘Always on the Run’ wordt intussen gedraaid op de radio. Dit voorjaar komt ook je tweede ep uit. Is dit een nieuwe start?

“Neen, ik zou dat zo niet noemen. We zien wel of de mensen mijn muziek nog willen. Ik ben geen andere zangeres geworden, hoor. Ik voel me gewoon beter in mijn vel en kom daarom opnieuw naar buiten met mijn teksten.”

Kersverse mama Billie Bentein uit Blankenberge heeft een nieuwe plaat
© Davy Coghe

Je schrijft veel teksten zelf. Wat kan je daarin kwijt?

“Dat kan van alles zijn. Ik kijk vaak naar het dagelijkse leven, van mezelf en van anderen, en wat daarin gebeurt. Dat gebruik ik voor mijn teksten. Ik heb bijvoorbeeld geschreven over mijn mentale crisis. Ik schrijf ook over de liefde. Love Vaccination gaat over een inenting tegen liefdesverdriet. Maar het hoeft niet altijd serieus te zijn. Ik schrijf net zo goed songs over de leuke, banale zaken van het leven.”

Is de liefde goed voor jou vandaag?

“Ja. (enthousiast) Ik ben zeven jaar samen met mijn vriend Simon. Hij zit niet in de showbizz, hij verkoopt tapijten. En ik vind dat goed zo. We hebben ook samen een modelabel voor baby’s opgezet. Moon Monsters heet dat. Heel leuk, alles zwart-wit, heel minimalistisch. Dat staat nu echter op een laag pitje. Simon moet vaak in het buitenland zijn voor zijn werk en ik ben weer volop bezig met muziek. Vorig jaar zijn we trouwens opnieuw in West-Vlaanderen komen wonen, in Waregem. Ik wou weg uit de drukte van Gent en opnieuw rustiger wonen. Waregem is ideaal daarvoor.”

Wat ik net bedenk: dance in het West-Vlaams, zou dat pakken?

(lacht) “Dat weet ik niet. Oei. Ik heb daar eigenlijk nog nooit over nagedacht. Ik denk ook niet dat iemand dat ooit al geprobeerd heeft. Maar vraag niet aan mij om dat te doen. Ik voel me heel veilig in het Engels. Als ik bijvoorbeeld bindteksten moet opzeggen in het Nederlands, dan begin ik te twijfelen. Dat is iets vreemd. Ik heb eens Koen Wauters aan moeten kondigen. Ik sloeg haast in paniek. Ik begon zelfs te stotteren.”

Is jouw West-Vlaams een handicap?

“Niet meer, denk ik. Ik heb daar wel hard aan moeten werken. Vooral aan de uitspraak van mijn a. Als ik mijn liedjes beluister, vind ik dat dat nog steeds West-Vlaams klinkt.” (lacht)

Wat mist Billie van Blankenberge?

Gezonde zeelucht

“Dat staat op één. Ik mis de frisse, gezonde zeelucht. Ik was als kind zwaar astmapatiënt. Als je dan in Gent gaat wonen, voel je meteen dat je minder zuivere lucht inademt. Als ik terug aan zee ben, kan ik écht genieten van de lucht in te snuiven. Het is nochtans niet zo dat ik veel voeling heb met de zee. Ik hou er wel van om eens op het strand te wandelen met mijn hond, maar verder… Ik voel geen drang de zee te zien als ik eens terugkeer naar Blankenberge.”

Mijn familie

“Ik mis mijn ouders en mijn zus. Zij wonen allemaal nog steeds in Blankenberge. Ik voel dat ik hen vaker wil zien, zeker nu met de baby. Als je in Gent woont, kan je echter niet snel even binnen springen. Dat is ook in Waregem een nadeel. Ik zou graag dichterbij wonen, maar dat moet haalbaar en betaalbaar zijn. Mijn zus Bo is trouwens negen maanden geleden bevallen van haar eerste kindje. Wij waren altijd al besties, maar nu is onze relatie nóg intensiever, omdat we in een gelijkaardige levensfase zitten. Zij staat altijd klaar om mij te helpen. Als ik met iets zit, kan ik haar bellen.”

Vis

“Ik ga nooit vis eten als ik in het binnenland op restaurant ga. Leg een tomaat garnaal op een buffet aan zee en ik eet dat op. Doe hetzelfde in Gent, en ik blijf eraf (lacht). Vreemd, hè. Vis eet ik alleen aan de kust. Dat is iets wat je leert als je hier opgroeit. Ik eet nochtans graag vis, hoor. Zalm, kreeft, oesters, noem maar op. Of garnalen. Ik hou ervan die zelf te pellen, of samen met mijn mama. Dat hoort gewoon zo.”

Het rusthuis

“Mijn bomma is twee jaar geleden overleden. Zij woonde de laatste jaren van haar leven in het rusthuis in Blankenberge. Ik denk dat ik daar elk weekend langsging om te luisteren naar haar verhalen. Ik zou graag nog eens teruggaan in de tijd, mijn bolle buik tonen aan mijn bomma en haar vertellen over de baby. Ik mis dat, die gesprekken. Die cafetaria was nochtans oerlelijk. (lacht) Neen, dat is een plek waar ik gewoon emotioneel aan gehecht ben door bomma. Ik voel dat opnieuw nu ik erover vertel.”