Karl Vannieuwkerke schrijft een brief aan Bart Verhaeghe

© Davy Coghe
Karl Vannieuwkerke
Karl Vannieuwkerke schrijft elke week een brief

Die accolade tussen jou en de Brugse burgemeester Dirk De fauw van vorige week donderdag blijft op mijn netvlies branden.

Jullie hadden net een persconferentie gehouden om de nieuwe stadionplannen van Club Brugge in de openbaarheid te gooien. De omhelzing leek op een emotioneel moment tussen twee boezemvrienden die met een masterplan de hele wereld hadden verrast en dat triomfantelijk met de buitenwereld deelden. Een doordacht plan bekokstoofd in een man cave ergens in de bossen van Hertsberge of een villatuin in Varsenare en daarna uitgewerkt door de grootste studiebureaus van het land. Een kant-en-klaar pakket dat iedereen zou verbluffen en niemand kon weigeren.

Een doordacht plan bekokstoofd in een man cave ergens in de bossen van Hertsberge

Toen de persconferentie begon, had ik een gigantische maquette, tientallen 3D-renders en een geweldig simulatiefilmpje in gedachten. De belofte van een voordelenpakket voor omwonenden die naast een vaste parkeerplaats onder het stadion, ook gratis familiefeesten zouden mogen organiseren in de nieuwe evenementenhal van het complex mocht niet ontbreken. Goodwill kopen kan simpel zijn als je geld en middelen hebt. Uiteindelijk wordt er in zo’n stadion maar een keer of dertig per jaar gevoetbald. Maar niets van dat. De overhaaste manier van communiceren heeft veel weg van schofferen. Het uitdagen van instanties die zich op snelheid gepakt voelen, van omwonenden die nu al overlast ondervinden van een stadion in een woonkern en van de supporters van buur Cercle. Niet dat die laatste een legioen vormen, maar er zullen er ongetwijfeld een aantal in de buurt van de Olympiasite wonen die nu een vereniging tegen het nieuwe stadion zullen oprichten.

We leven in een onafzienbare woestenij van betonrot en verouderde accommodaties

Bart, ik zag je onlangs een paar keer van dichtbij aan het werk. Je speechte op het Gala van de West-Vlaamse Ambassadeur georganiseerd door deze krant. En zondag zat je tegenover Lieven Verstraete in De Zevende Dag. Je maakte twee keer een prima indruk. Ik dicht je behoorlijk wat intelligentie toe en aan je zakelijk instinct twijfelt niemand. Je hebt van Club Brugge ten slotte een bloeiend bedrijf gemaakt. Strategisch denken kan je ook. Dus vraag ik me af wat de echte bedoeling van de persconferentie dan wel mag zijn. Hoop je op een lawine van onderdrukte frustraties en een litanie van klachten van de geschoffeerden om het dossier toch snel in een andere richting te krijgen? Of wil je straks echt verder voetballen in Sint-Andries? In een stadion waarin geen kantoorgebouwen en winkels mogen worden ondergebracht? Dat zou me sterk verbazen en lijkt me vanuit commercieel oogpunt niet bijster slim.

Dat we in dit land nood hebben aan nieuwe stadions is absoluut waar. Hoe sneller hoe liever. We leven in een onafzienbare woestenij van betonrot en verouderde accommodaties. Zoals Club Brugge zich momenteel ontplooit, verdient het niet minder dan het totaalpakket. Een hypermodern stadion met alles erop en eraan. Als het dan toch in een woonkern moet, hoop ik dat je vooral op constructivisten botst. Maar hou er rekening mee, Bart, dat onverdraagzaamheid de ziekte van de hedendaagse maatschappij is. Desalniettemin wens ik je veel succes met het project! In de aanloop naar de topper Anderlecht-Club kon ik dat mopje niet laten liggen. Mijn excuses daarvoor.

Sportieve groeten,

Karl Vannieuwkerke schrijft een brief aan Bart Verhaeghe