Karl schrijft een brief naar de schoolvriend van zijn zoontje: “Als hij verdrietig is, ga jij Jack troosten”

Karl Vannieuwkerke
Karl Vannieuwkerke schrijft elke week een brief

Lieve kleine Mattis,

Of is het Maties? Of Matthis? Ik weet het eigenlijk niet. Ik heb je mama wel eens gezien aan de schoolpoort, maar voor de rest weet ik niet hoe ze heet, wie je papa is en of je nog zusjes of broertjes hebt. Wat ik wel weet, is dat je het hart hebt veroverd van ons 3-jarige zoontje Jack Odile. Hij spreekt thuis veel over Mattiesje. Dan gaan zijn blauwe kijkertjes fonkelen en neemt zijn stemmetje een vertederende toon aan.

Toen ik aan zijn juf Vicky vroeg wie Mattis was, moest ze even glimlachen. Je blijkt een al grote jongen uit het derde leerjaar te zijn. Bijna zes jaar ouder dan onze kleine uk en al vanaf de eerste schooldag heb je je heel spontaan om hem bekommerd. Als hij verdrietig is ga je Jack troosten, als de mini enthousiast is, speel je er mee. Maandag was ik getuige van hoe het er in de wereld van de kleine kinderen aan toegaat. Wat een mooi universum in vergelijking met dat waar wij als grote mensen moeten in gedijen. Een wereld vol boze wolven waar jaloersheid maar al te vaak de storende factor van harmonie blijkt te zijn. Niets daarvan bij jullie maakte de maandagochtend me duidelijk.

Het leek alsof jullie met die ene oogopslag elkaars gedachten konden lezen en afmaken

Afijn, terug naar maandag en naar jou, lieve kleine Mattis. Omdat in het eerste peuterklasje nog geen schoolplicht geldt, hadden we vorige week een kleine vakantie ingepland. Een weekje vol gezinskwaliteit vlak voor de drukke julimaand. We werden overspoeld met knuffels en kusjes van de kleine oogappel. Toen we zondag terug thuiskwamen en jouw vriend Jack voorbereidden op de maandagochtend, merkten we al dat het afscheid wat moeilijk zou liggen. Die vermaledijde verlatingsangst installeert zich toch altijd maar weer in dat jonge hoofdje. Maar aan de schoolpoort viel het mee.

Ik hielp de boekentas op de rug van de kleine kapoen en zag hem dapper verdwijnen in het bos van spelende kinderen die hem langs alle kanten voorbijliepen. Ik loerde verder mee van achter het hoekje. Zijn oogjes scanden de hele speelplaats. Hij was duidelijk op zoek naar iemand. En toen was jij daar plots, Mattis. Uit het niets verscheen je huppelend naast Jack. Jullie wisselden een blik, maar geen enkel woord. Het leek alsof jullie met die ene oogopslag elkaars gedachten konden lezen en afmaken. Zoals enkel schoonspringers bewegingen synchroon uitvoeren, viel de linkerhand van de peuter in de rechterhand van de leerling van het derde leerjaar. Jullie stapten verder over de speelplaats en ik zag blijdschap en levensvreugde.

Het tafereel ontroerde me. Chemie en magie doken op hetzelfde moment op op een maandagochtend. Ik wist toen al dat het een fantastische week zou worden. Met een gevoel van gelukzaligheid kroop ik opnieuw achter het stuur van de auto en pinkte ik zelfs een traantje weg. Perfect kunnen samenleven zonder mekaar te benijden of de duivel aan te doen. Jullie, kleine mensen, doceren het ons elke dag en toch loopt het meestal ooit ergens fout. Straks ben jij weg, Mattisje. Je gaat naar het vierde leerjaar en in ons dorp Beerst zitten de leerlingen van het vierde, vijfde en zesde leerjaar in een andere school een straat verderop. Ik hoop twee dingen: dat er voor Jack in september een nieuw Mattisje opduikt en vooral dat jij ook een grote vriend hebt op de nieuwe school waar jij nu de jongste bent. Bedankt voor het fijne levenslesje en veel succes op de grote school, kleine vriend!

Groetjes,

De papa van Jack Odile