Karl schrijft een brief aan zijn moeder: “Dit virus is gespecialiseerd in het breken van harten”

Karl Vannieuwkerke
Karl Vannieuwkerke schrijft elke week een brief

Karl Vannieuwkerke schrijft elke week een brief. Deze keer richt hij zich tot zijn moeder. Op Moederdag gaat hij straks zonder twijfel langs. In afwachting kan ze al mailen naar karl@kw.be.

Liefste Moeke,


Overmorgen vieren we je. Samen met alle moekes in dit land, behalve die in Antwerpen dan. Eigenwijs als ze daar zijn, wachten ze in ‘t stad tot half augustus om de moeders te eren.

Maar op de parking is het grote moekesfeest dus nu zondag. Het zal een speciale dag worden. We kunnen eindelijk nog eens op bezoek komen, maar een omhelzing van ons en dikke knuffels van je kleinkinderen zitten er niet in. We moeten afstand bewaren.

Eén voordeel. Je ketting in parelmoer is veilig voor kleine Jack. Ik weet dat je die ketting maar al te graag zou willen laten kapotmaken, mocht je hem nog eens op je schoot kunnen nemen en tegen je aan drukken. Het is al zo lang geleden. Ruim twee maanden. Hij is veel veranderd, moeke. Van baby tot peuter geëvolueerd, vorige week 1 jaar geworden. De eerste stapjes zijn gezet, handjes draaien, applaudisseren en kusjes gooien.

Hij doet het allemaal en zijn guitige en altijd aanwezige lachje maakt al onze dagen. Om nog te zwijgen van het mooie contact met grote broer en zus. Toen we je onlangs van ver zagen, stak hij beide handjes uit naar oma, maar je mocht hem niet vastpakken. Mijn hart bloedde. Wat moeten al die moeders toch afzien. Zij die van zorgen en bezorgd zijn hun leven hebben gemaakt, moeten nu troost en bescherming bieden vanop afstand. Een schier onmogelijke opdracht. Dit nietsontziende virus is vooral gespecialiseerd in het breken van harten.

Wat moeten al die moeders toch afzien. Dit virus is vooral gespecialiseerd in het breken van harten

Je bent al 49 jaar geweldig, moeke. Soms was ik kort en bits omdat ik je bezorgdheid catalogeerde als overbezorgdheid of bemoeizucht. Je had het alleen maar goed met me voor. Dat begrijp ik nu wel.

Ooit vroeg een kleine mug aan haar moeder of ze naar een theatervoorstelling mocht. Uiteraard, zei moeder mug. Maar pas wel op voor het applaus! Zoiets.Toen ik je ondertussen bijna zes jaar geleden vertelde dat ik ziek was, zag ik de angst in je ogen. Het zou toch niet. Ik zag hoe je gedachten zwalpten op een zee vol draaikolken en woeste golven.

Je hield je kranig met mij erbij, maar je weende toen ik het niet zag. Je weende veel toen ik het niet zag. Moeke, maak je vooral niet te veel zorgen. Alles komt goed. Het lot zal wel beslissen over hoe lang we hier nog rondlopen. Zover ben ik ondertussen wel. Misschien overleef jij mij wel. Zelfs dan moet je niet stoppen met van het leven te genieten. Het zal hierboven ook wel goed zijn, want Christophe Lambrecht draait er de plaatjes.

Toen we twee maanden geleden in lockdown werden geplaatst, lag je zelf in het ziekenhuis. Je kroop door het oog van de naald. Toen waren wij bezorgd, maar we konden niet bij je. Die vermaledijde coronamaatregelen.

Wat zijn we blij dat je opnieuw beter bent. Je hebt je leven in het teken gezet van de noden van de mensen die je het dierbaarst waren, moeke. Sociaal isolement was daardoor niet zelden je deel. Je zei dat het jouw keuze was toen je er werd op gewezen. Je had bergen geduld. Het geduld van een moeder is als tandpasta. Hoeveel je er ook van gebruikt, er is altijd nog een beetje over.

Ik zie je graag, moeke. En mijn gedachten zijn vandaag ook bij de mama’s die een kind verloren en bij alle vrouwen die in hun hart zo graag moeke willen zijn, maar nooit kinderen zullen hebben. Eigenlijk is het belachelijk dat er iets bestaat als Moederdag. Dat zou het gewoon het hele jaar door moeten zijn.

Liefs en knuffels,

Karl schrijft een brief aan zijn moeder: