Karel Sabbe verloor beide ouders in het coronajaar 2020: “Ik ga elke week naar het kerkhof”

Karel Sabbe, zijn vrouw Veronique, zijn zoon Arne samen met zijn ouders Noë en Micheline, die enkele maanden na elkaar stierven. © FODI
Patrick Depypere
Patrick Depypere Medewerker KW

Op maandag 1 november brengt Karel Sabbe, samen met zijn echtgenote Veronique Vanslambrouck, een bezoek aan het kerkhof, waar sinds vorig jaar zijn beide ouders Noë Sabbe en Michèline Therry liggen begraven.

Karel (51) is de jongste zoon van wijlen Noë Sabbe en wijlen Michèline Therry uit de Schoolstraat, rechtover de gemeenteschool, nu De Wingerd. Hij is de broer van Johan (Kortrijk), Theo (Meulebekestraat) en Bert (Oostende).

Zijn ouders waren geen onbekenden in de Brigandsgemeente. Michèline runde ruim 40 jaar Fantasia, waar je onder meer knopen die je nergens nog kon vinden toch nog terug kon aankopen. Noë was zo’n 35 jaar vrijwilliger bij het gemeentelijke brandweerkorps. “Mijn ouders zijn lang gezond geweest en dus konden ze blijven wonen in hun eigen woning in de Schoolstraat”, vertelt Karel. “Pas een jaar voor hun overlijden werden ze opgenomen in het wzc Maria Rustoord in de Weststraat. Op 16 juli 2020 overleed mijn moeder op 84-jarige leeftijd. Mijn vader was 88 jaar, kreeg een trombose en stierf kort daarna op 16 oktober 2020.”

In coma

“Ik verloor dus mijn beide ouders in hetzelfde coronajaar. Het was dus niet gemakkelijk om de begrafenissen te regelen. Toen mijn moeder overleed, mochten we met 100 personen de dienst bijwonen. Toen mijn vader stierf, veranderden die richtlijnen iedere dag. Eerst mochten we maar met 15 personen in de kerk zitten, dan 40 en één dag voor de begrafenis veranderde dat naar 140 aanwezigen. Regel zo maar eens een uitvaartdienst”, zucht Karel, die op zondag – voor zijn vader een trombose kreeg – voor de laatste keer een bezoek met twee mocht brengen aan zijn vader in het wzc Maria Rustoord. “De dag erna was het maar terug één persoon, maar toen lag mijn vader in het ziekenhuis en ook daar mochten we maar met één persoon binnen. Omdat hij in coma lag, gaven ze de toestemming om apart er nog eens bij te gaan.”

Siësta

Karel denkt op een positieve manier terug aan zijn jeugdjaren. “Ik beleefde een mooie jeugd”, vertelt hij met de glimlach op het gezicht. “Bij ons kwam er altijd veel volk over de vloer. ’t Was een winkel en dus moest er niemand aanbellen. Ook toen de winkel gesloten was, bleef er volk komen. Enkel in de namiddag deden mijn ouders een korte siësta, maar vanaf 15 uur was de deur terug open en was je opnieuw welkom.”

Mijn ouders verloren één zoon en twee kleinkinderen. Dat zijn echte drama’s

“Mijn ouders deden altijd hun uiterste best voor de kinderen. Ze werden echter niet gespaard van tegenslagen. Hun oudste zoontje Geert overleed toen hij pas 2,5 jaar was. Kleinzoon Alexander stierf na een ongeval op 13-jarige leeftijd en hun kleindochter Michelle was pas 14 jaar toen ze plots overleed. Het waren echte drama’s die hen tekenden.”

bloemen

Karel gaat praktisch iedere week naar het kerkhof: “Mijn ouders zetten met Allerheiligen ook bloemen op de graven van hun dierbaren. Ik stak vaak een handje toe en blijf dat doen. Ook op hun graven zullen er bloemen staan. Met mijn vrouw ga ik op maandag 1 november naar het kerkhof. Die dag zal niet lastiger zijn dan vroeger. Ik denk immers nog iedere dag aan mijn ouders en naaste familieleden die zijn overleden.”

Of Karel zelf bang is van de dood? “Helemaal niet, maar ik zou toch nog liever heel wat jaren blijven leven en gespaard blijven van tegenslagen. Onze zoon Arne (24) rijdt met de auto. In het verkeer kan er van alles gebeuren. Hij zal echter nooit met een glaasje op met de auto naar huis terugkeren. Hij stuurt dan een berichtje dat hij blijft overnachten en dat hebben we natuurlijk liever.”