Kankerpatiënt Tom en broer Wim uit Ruiselede ontwikkelen samen nieuwe therapie tegen kanker: “We zijn erg complementair”
Wim Vanden Berghe en Tom Vanden Berghe zijn twee broers uit Ruiselede. Op zich niets bijzonders. Ware het niet dat ze allebei samen onderzoek voeren naar kanker aan de Universiteit van Antwerpen en onlangs zelfs een nieuw type kankertherapie ontdekten: “roest”-therapie. Hun onderzoek kreeg evenwel nog een extra dimensie. Vier jaar geleden werd Tom immers gediagnosticeerd met chronische bloedkanker.
De twee broers werken dan wel samen, toch voeren ze hun onderzoek elk vanuit een heel andere insteek. “Ik onderzoek vooral hoe geneeskrachtige plantenstoffen agressieve kankercellen kunnen bestrijden”, vertelt Wim. Zo ontdekte hij samen met zijn collega’s bijvoorbeeld het effect van Withaferine A, een stof die gevonden kan worden in Indische winterkers, op kankercellen die resistent zijn voor chemotherapie.
“Ik zoek dus naar nieuwe types chemische plantenmoleculen die een interessante werking kunnen hebben om het arsenaal aan kankergeneesmiddelen uit te breiden”, vat Wim het kort samen.
Complementair
Tom is dan weer specialist in het ontcijferen van hoe die stoffen een kankercel gaan doden. Hij onderzoekt hoe je precies een kankercel kunt gaan vernietigen of net hoe die kankercellen kunnen ontsnappen aan celdodende mechanismen, onder meer door het gebruik van nanotechnologie en “roest”-therapie. “Waar mijn werk stopt, gaat dat van Tom dus eigenlijk verder”, aldus Wim.
“Je kan dus wel zeggen dat we complementair zijn”, lacht Tom. Naar motivatie voor hun onderzoek hoeven de twee alvast niet ver te zoeken. In 2017 werd bij Tom immers chronische bloedkanker vastgesteld. “Dat kwam heel hard binnen”, vertelt hij. “De professor met wie Wim al jaren werkte en ik zelf ook al had vergaderd, stond nu aan mijn bed. Meestal gaan wij bij artsen kankerstalen ophalen om onderzoek op te doen, maar plots had ik het zelf.”
Iets terug doen
Al heeft Tom naar eigen zeggen één geluk: “Er is een behandeling voor, wat zeker niet voor alle bloedkankers het geval is. Ik neem dagelijks een pil, waaraan collega’s, mensen die ik ken, bijgedragen hebben. Daarom wil ik tegen dat ik op pensioen ga, iets teruggedaan hebben. Er zijn voorgangers die iets ontwikkeld hebben wat mij in leven houdt. Daarom wil ik ook iets bijdragen.”
Tom voert zelf evenwel geen onderzoek naar zijn vorm van kanker. “Ik zou dat kunnen en ik heb het ook even overwogen”, geeft hij toe. “Ik moet immers levenslang pillen slikken, maar de ziekte blijft als zwaard van Damocles boven mijn hoofd hangen en ik moet hopen dat de therapie blijft werken. Ik heb dus wel degelijk nagedacht om een onderzoek te starten naar de vorm van kanker die ik heb, op zoek naar andere geneesmogelijkheden of therapieën, maar uiteindelijk doe je dat beter niet.”
“Want enerzijds is het naïef om te denken dat je snel resultaat zal bekomen en anderzijds wordt het ook heel persoonlijk. Dan hang je van jezelf af en als het dan niet lukt, zou dat een enorme teleurstelling zijn. Ik lees nu zelfs niets meer over mijn vorm van kanker. Ik heb vertrouwen in de artsen en de onderzoekers.”
Geen enorme druk
In zijn broer dus. Want ook al werkt Wim niet helemaal op Toms type van bloedkanker, al doende kan hij wel zaken ontdekken die voor zijn broer kunnen werken. Al zorgt dat volgens Wim niet voor een enorme druk. “Het ‘voordeel’ is dat er nu al een therapie voor Tom is die goed werkt”, vertelt hij.
“Dat zorgt voor een zekere gemoedsrust. Al is er nog steeds een sterke drijfveer om tot resultaten te komen. Want hoewel zijn leven niet afhangt van het feit of een van mijn experimenten al dan niet slaagt, geldt wel dat hoe meer kanker “roest”-therapie opties er zijn, hoe meer behandelopties er zijn in de toekomst.”
(TM)
Wil je graag meer weten (https://www.vanden-berghe-lab.com/) of jouw bijdrage leveren? Dat kan!
Twitter: https://twitter.com/UAntwerpenfonds/status/1486648371238653960?s=20Facebook: FacebookFout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier