Julie Fournier: “Blij dat ik heb doorgezet, al besef ik dat ik niet in de meest sexy branche werk”

Leiemadam Julie Fournier: "De Leie roept altijd mooie herinneringen op aan mijn papa" © Maxime Petit
Axel Vandenheede

Al bijna vijf jaar is Julie Fournier het gezicht van het bedrijf Fournier-Cavos in de Waalvest. Voordien was dat vader Dirk. Maar op 20 augustus 2012 overleed hij onverwacht. “Papa was 48 jaar. Al stond de wereld voor ons toen stil, het bedrijf moest blijven draaien. Ik ben daarom in het bedrijf gestapt, ook al kwam ik eigenlijk recht van de schoolbanken.”

Het bedrijf Fournier-Cavos bestaat al sinds 1929 en is al die tijd in de Waalvest gevestigd. “Mijn overgrootvader Pierre Fournier is in dat jaar een kolenhandel begonnen”, vertelt Julie Fournier (29). “Dat was een goede plek omdat de kolen per boot aankwamen en meteen op de koer van het bedrijf konden worden gelost. Intussen liggen we wel pal in het centrum van de stad en daar moeten we rekening mee houden. We zijn trouwens de enige onderneming die in deze buurt bleef.”

Je bent intussen de vierde generatie die in Fournier-Cavos actief is. Maar een bewuste keuze was het niet?

“Dat ik al ongeveer vijf jaar mee aan het hoofd sta van de zaak, gebeurde door het onverwachte overlijden van mijn papa Dirk. Hij stierf op 20 augustus 2012. De wereld stond toen stil voor mijn mama (Sabine Declerck, red.), mijn broer Maxime en mezelf. Maar hoeveel verdriet we ook hadden, we moesten er wel voor zorgen dat het bedrijf bleef draaien. Zeker omdat onze medewerkers elke dag enorm gemotiveerd komen werken.”

Daarom besloot je om in het bedrijf te stappen?

“Ikzelf was net afgestudeerd en had mijn eerste dagen bij de bank ING achter de rug. Het was mijn bedoeling om op werkvlak zelf eerst mijn weg te zoeken en daarna te kijken of ik al dan niet in de familiezaak zou stappen.”

Julie Fournier:
© Maxime Petit

Maar die keuze kreeg je dus niet…

(pikt in) “Het was vanzelfsprekend om mijn job op te geven en met mama en Maxime te gaan samenwerken. Ikzelf werd het gezicht van de zaak en ben verantwoordelijk voor de operationele leiding. Maar mijn mama en mijn broer werken keihard mee achter de schermen. Met zijn drieën vormen we een goed team.”

Hoe was het om als jonge vrouw terecht te komen in de wereld van de brandstoffen?

“Je komt natuurlijk voornamelijk mannen tegen. (lachje) Maar ik heb al snel geleerd om mijn mannetje te staan, hoor. Verder moest ik nog enorm veel leren, want alles was nieuw voor mij. De eerste maanden was het daarom echt doorzetten – verstand op nul – en ervoor te zorgen dat ik elke dag iets bijleerde.”

“Er is nog nood aan kolen. Zo verkochten we vorig jaar nog 2,5 miljoen kilo”

Hoe kijk je nu terug op die periode?

“Het was heel zwaar, maar dus ook erg leerrijk. Ik leerde om te gaan met banken en leveranciers, hoe vrachtwagens in elkaar steken, hoe het zit met de verschillende brandstoffen die we verkopen… Ik moest de meest essentiële, maar ook de meest alledaagse zaken leren. Zoals waar het sleuteltje van de douches ligt. Ik ben alvast blij dat ik heb doorgezet, al besef ik dat ik niet in de meest sexy branche actief ben.”

Wat bedoel je daarmee?

“Fournier-Cavos handelt in benzine, mazout, kolen… Dat zijn nu niet bepaald de meest sexy producten, toch? Maar er is wel nog echt nood aan. Vorig jaar, bijvoorbeeld, hebben we nog 2,5 miljoen kilo kolen verkocht, vooral in Noord-Frankrijk, de regio Menen en de Westhoek.”

Een paar miljoen kilo is niet min…

“Het is een teken dat er nog veel mensen gebruik maken van kolen om zich tijdens koude periodes te verwarmen. Oudere mensen vooral. Vraag je aan mijn generatiegenoten wat steenkool is, dan zullen velen niet weten wat te antwoorden. Hoe dan ook blijven kolen de goedkoopste, en sommigen zeggen ook de gezelligste, warmtebron die er bestaat.”

Julie Fournier:
© Maxime Petit

Maar kolen hebben ook de nodige nadelen.

“Dat weten we maar al te goed: handelen in kolen is arbeidsintensief, het is vervuilend en ook niet praktisch, want vuil. Samen met het feit dat almaar minder mensen zich met een kolenkachel verwarmen zijn dat de redenen waarom de laatste jaren veel kolenhandelaars ermee ophielden. We beseffen ook dat de kolensector een eindige sector is: almaar meer koolmijnen sluiten de deuren.”

Bij Fournier-Cavos zijn jullie dus al bezig met een omschakeling?

“We handelen intussen al een paar jaar in pellets, naast mazout, benzine en kolen. Die pellets zullen op termijn wel de kolen vervangen, denk ik. Want ze zijn aangenaam in gebruik. We zien alvast een groeiende verkoop van pellets. Voor het bedrijf is het hoe dan ook zaak om de ontwikkelingen wat brandstoffen betreft van dichtbij op te volgen. De sectorfederatie is trouwens ook bezig met de toekomst, al is het geloof in steenkool er wel nog altijd. De laatste jaren is de verkoop van kolen stabiel gebleven.”

Als medezaakvoerder klop je veel uren om de zaak draaiende te houden. Veel vrije tijd heb je dus niet.

“Het bedrijf is een deel van mijn leven. Dat kan ook niet anders als je mee de zaak runt. Maar ik doe het heel graag. (denkt na) Ik heb lang gedacht dat ik nooit in het familiebedrijf zou kunnen meedraaien. Of dat ik dat zou willen. Maar nu… Ik zou eigenlijk niets anders meer willen.”

Hoe valt de combinatie met het moederschap mee? Want amper twee maanden geleden werd Antoine geboren.

“De combinatie werk-gezin lukt wel. Ik wil er natuurlijk zijn voor mijn zoon, al voelt het niet aan als een opoffering van mijn gezinsleven als ik aan het werk ben. Nu slaapt Antoine vooral. Maar eens hij ouder is en naar school gaat, wil ik wel tijd vrijmaken om hem met bijvoorbeeld zijn huiswerk te helpen.”

Julie Fournier:
© Maxime Petit

“Toen papa stierf, was het evident dat ik mijn job bij de bank opgaf en in het bedrijf ging werken”

Niet alleen jijzelf hebt een druk beroepsleven, dat geldt ook voor je vriend…

(snel)Mijn verloofde bedoel je. (lachje) Hij heet Maxime Soete en we gaan binnenkort trouwen. Maxime werkt bij Warlop Horeca Services en daarnaast verkoopt hij in bijberoep auto’s met zijn bedrijfje Twinstar Cars. Dat is in zekere zin een voordeel omdat we weten hoe alles in zijn werk gaat. We kloppen allebei vele uren en werken heel hard. Daardoor begrijpen we elkaar goed, weten we allebei dat we geen nine-to-five-job hebben. Al wil dat niet zeggen dat we geen tijd voor elkaar vrijmaken.”

Er is dus wel ruimte voor ‘quality time’?

“Zeker. Gezellig iets gaan eten met zijn tweeën of een avondje thuis doorbrengen, dat is onze ontspanning. Al spreken we ook wel graag af met vrienden of gaan we een dagje of weekendje naar zee.”

Om nog eens terug te komen op je drukke job: durf jij te zeggen hoeveel uur per week je aan het werk bent?

“Dat is moeilijk te zeggen. De kantoren van Fournier-Cavos zijn van maandag tot en met zaterdag open van 7 uur tot 19 uur. Op zondag zijn ze gesloten, maar wie wil kan wel nog met de kaart komen tanken. Op zondag passeert iemand van de familie dan wel eens om te kijken of alles nog in orde is.”

Tot slot: je bent een van onze Madammen van de Leie. Wat is je band met de Leie?

“Als ik een fietstochtje ga maken, dan kies ik ervoor om langs de Leie te gaan rijden. Ook als ik ga lopen, dan doe ik dat het liefst langs deze rivier. De Leie roept bovendien mooie herinneringen op aan mijn papa. Ik heb lang paardgereden in Lauwe en toen maakte ik samen met mijn vader, die ook graag paardreed, regelmatig een tochtje langs de Leie. Toen ik hogere studies begon, ben ik gestopt met paardrijden.”

Julie Fournier is 29 jaar en verloofd met Maxime Soete. Op 31 mei werden ze de trotse ouders van Antoine. Het gezin woont in Menen en verhuist binnenkort naar deelgemeente Rekkem. Ze voltooide haar middelbare studies aan het Sint-Bavo in Gent. Nadien bleef ze in Gent en volgde de masteropleiding handelswetenschappen. Julie startte haar professionele carrière bij de bank ING. Maar daar werkte ze niet lang: nadat papa Dirk vijf jaar geleden onverwacht overleed, stapte ze in de familiezaak Fournier-Cavos. In haar vrije tijd houdt ze van tijd doorbrengen met het gezin en vrienden, iets gaan eten met haar verloofde, lopen en koken.

Menen

“Ik woon graag in Menen, ik ben hier ook geboren en getogen. Ik heb zowel mijn middelbare opleiding als mijn hogere studies in Gent afgewerkt, maar ik heb er nooit aan gedacht om daar te blijven plakken.”

“Binnenkort verhuizen Maxime, Antoine en ikzelf wel. Even zag het ernaar uit dat we Groot-Menen zouden verlaten, maar uiteindelijk hebben we een huis gevonden in Rekkem. Ik denk dat ik nooit uit Menen zal verhuizen. Geen haar op mijn hoofd dat eraan denkt om in Kortrijk of Brussel te gaan wonen.”

Shoppen

“Eerlijk waar, je doet me geen plezier met een dagje shoppen. Ik doe dat niet graag. (lacht) Ik gebruik daarvoor mijn mama. Nee serieus, als ik ga shoppen, dan gaat zij mee om me raad te geven. Dan kiest mijn mama kledingstukken uit en doet me die dan passen. Ze heeft daar veel verstand van, want werkt in de confectie. Ook voor mijn trouwjurk, die ik binnenkort aantrek, heeft ze me veel advies gegeven.”

Relax

“Niets is meer rustgevend dan op een warme avond op het terras thuis te zitten, met een drankje en een hapje. We nodigen dan graag enkele mensen uit en steken de barbecue aan. Een namiddagje in een wellnesscentrum sla ik ook nooit af, al gebeurt dat niet zo vaak. We houden dat meer voor speciale gebeurtenissen.”

Lekker

“Maxime en ik gaan met plezier eens uit eten. Hij zit ook in de horecagroothandel. In Menen heb je in elk geval veel leuke adresjes en je vindt hier ook van alles. Voor mij hoeft een restaurantbezoek niet per se lang te duren. Ik geniet daar natuurlijk van, al is ergens naartoe gaan voor een spaghetti even leuk.”

Verborgen pareltje

“Manège Bekenhof, waar ik toch 20 jaar van mijn leven doorbracht. Ik reed er paard met uitzicht op de Leie en na de lessen gingen we vaak nog even wandelen met de paarden langs de rivier. Ook tijdens de blokperiodes ging ik er vaak met de fiets naartoe om te ontspannen.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier