Jozef Bekaert behaalt molenaarsdiploma: “Ambacht in stand houden”

Jozef bij de molen. (foto NVR)
Redactie KW

Jozef Bekaert (67) uit de Drogenbroodstraat in Sint-Baafs-Vijve behaalde in juni het diploma van meester-molenaar. De gepensioneerde timmerman vond zo een nieuwe ambacht om in zijn vrije tijd uit te oefenen. “Molens zijn deel van ons erfgoed en dat moeten we in stand houden. Dankzij de cursus van molenaar verdwijnen ze niet.”

In 2016 bracht Jozef een bezoek aan de Goethals-molen in de Molenstraat in Wakken. Daar raakte hij aan de praat en hoorde hij voor het eerst van de cursus. “Ik vond het een heel interessant gesprek. Het molenaar zijn had wel wat raakpunten met mijn voormalig beroep van timmerman. Van het een kwam het ander. Ik besloot me in te schrijven voor die cursus”, legt hij uit. Twee jaar lang kreeg hij alle kneepjes van het vak onder de knie. “We bestudeerden de verschillende molenstenen en wieksystemen en leerden over de belangrijkste graansoorten. Maar het belangrijkste was de combinatie van de ambacht met het weer. De opleiding bestond uit twee delen: de theorie, maar ook honderd uur praktijk in een staakmolen, een bovenkruier of een watermolen.”

Meer dan malen alleen

Die praktijkervaring deed hij op in de Wakkense Goethals-molen – een bovenkruier – en de staakmolen in Ename bij Oudenaarde.”Daar voer ik nu nog altijd de taak van meester-molenaar uit, samen met enkele collega’s. De twee molens dateren uit 1787, maar die in Wakken werd enkele jaren geleden gerenoveerd. Op zich is het werk in beide molens hetzelfde, maar in een staakmolen heb je meer voeling met de wind”, vertelt Jozef. Een molenaar moet niet enkel graan malen. Dat is volgens hem maar de helft van het werk. “Het belangrijkste is controleren als alles nog goed werkt of juist vast zit. Zo zullen de spietjes hout door het warme weer bijvoorbeeld gekrompen zijn en kan het draaisysteem los komen te zitten. Dan moet ik nieuwe voorzien.” Ook neemt Jozef de taak van gids op zich in de molen. Eigenlijk bestaat de ambacht van molenaar niet meer. Daarom geven de molenaars ook de cultuur een beetje door. “We malen niet veel meer. En als we malen, dan is het voor dierlijke consumptie omdat de granen niet geschikt zijn voor mensen”, zegt Jozef.

Niet snel opgeven

Een goede molenaar heeft heel wat feeling met het weer. Bij Jozef is dat niet anders. “Je kan maar malen als er wat wind staat. Het waait maar 140 dagen in het jaar. Daarnaast moet je ook weten wanneer je de zeilen op de wieken moet spannen om de molen te doen draaien”, vertelt hij. Jozef is niet geneigd zijn nieuwe passie snel op te geven. “Als er wat tijd is, ga ik al snel eens naar Wakken of Ename om te malen of uitleg te geven. Ik ben dan ook niet van plan om dit snel op te geven. Het is de taak van de cursisten om de ambacht in stand te houden”, besluit hij trots. (NVR)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier