Journaliste Guinevere Claeys: “Het is cliché, maar de zee wast al je zorgen weg”

© Davy Coghe
© Davy Coghe
Gillian Lowyck

Ze groeide op in het woonhuis en atelier van Permeke in Jabbeke en danste er tussen de indrukwekkende werken. Toch kon ze er niet snel genoeg weg zijn: de stad lonkte en Guinevere zou nooit meer terug naar West-Vlaanderen verhuizen. Tot Oostende op haar pad kwam. Vandaag woont de journaliste al drie jaar in de stad aan zee.

Het is al heel lang geleden dat Guinevere Claeys nog eens aan boord van de Mercator kwam. “Ook met boten op zich heb ik weinig”, bekent ze. “Onlangs ging ik mee op zo’n tocht met een garnalenboot. Ik was zó zeeziek. En toen brachten ze nog die garnalen aan boord ( lacht )… Nee, voorlopig zijn die boten geen succes voor mij. Maar ik ga wel leren golfsurfen met mijn zoontje deze zomer. En leren zeilen, dat is ook zo’n vast voornemen van mij.”

Je groeide op hier niet zover vandaan, in Jabbeke.

“Klopt, mijn ouders waren conciërge in het Permekemuseum in Jabbeke. Zo’n tien kilometer van Oostende, maar ik kan mezelf dus geen volbloed Oostendenaar noemen. Die titel kan ik niet claimen. Ik heb heel goede herinneringen aan mijn jeugd. Het huis was uitzonderlijk, de tuin was prachtig. Maar ik moet wel zeggen dat ik na verloop van tijd een indigestie had van de werken van Permeke ( lacht ). Het is ook gewoon geen evidente kunst voor een kind. En die naakten, al mijn vriendjes en vriendinnetjes die op bezoek kwamen vonden dat de max! Ik zag dat na een tijdje niet meer. Toen ik een jaar of 18 was, moest ik haast wegvluchten uit West-Vlaanderen. De plek stond haast symbool voor alles wat ik beu was. Het donkere, stille, sombere… Die binnenvettersmentaliteit, emoties niet kunnen uiten. Ik moest er weg.”

Je streek uiteindelijk neer in Gent.

“En daar ben ik bijna 20 jaar gebleven. Toen ik nog niet zo lang verhuisd was, vulde ik een enquête in van de provincie West-Vlaanderen. Veel jonge mensen trokken toen weg van de provincie. Ze stelden de vraag of er plannen waren om ooit nog terug te keren. Het voelde haast aan als landverraad, maar ik dacht echt: no way .”

Maar vandaag woon je hier toch weer. Van waar de keuze voor Oostende?

“Het is erg om te zeggen, want het is een lieve stad, maar na 20 jaar Gent had ik het wel gezien. En als ik ergens anders zou wonen, dan was het gewoon Oostende. Dit is geen evident stadje. Ik arriveerde hier drie jaar geleden in november. De winter in Oostende is zalig, maar ook ruw. Dat trekt me net aan. De stad heeft iets gevaarlijks, een rauw kantje. Net als de zee. Die is aantrekkelijk, maar ook gewoon gevaarlijk.”

Je hebt je verhuizing naar hier nog niet beklaagd?

“Nee, absoluut niet. Een paar zondagen geleden zei mijn zoon ’s avonds: ‘ik heb zin om te gaan zwemmen’. En dan gaan we gewoon de zee nog in. Daar lag ik dan op mijn rug te dobberen, naar de lucht aan het kijken, mijn zoon die iets verder van me aan het spelen was. Ik hou heel erg van in de zee zwemmen. Het klinkt misschien ietwat cliché, maar het heeft iets louterend. Het is echt grounding . De zee wast al je zorgen weg. Je komt er anders uit dan je er inging.”

Wist je altijd al dat je journaliste wilde worden?

“Nee, ik wilde eigenlijk dansen. Uiteindelijk heb ik die droom opgeborgen, met veel pijn in het hart. Maar het schrijven was er ook altijd, net als mijn nieuwsgierigheid. Het is fantastisch dat ik een officieel excuus heb om sans gêne vragen te stellen aan boeiende mensen. Ik vind dat ook oprecht interessant: hoe doe jij dat, leven? Vertel het me! Hoe pak jij dat aan, hoe kijk jij naar de dood?”

Is dit jouw droomjob?

“Het is een van de meest vrije jobs, en vrijheid is heel belangrijk voor mij. Soms kan ik wel jaloers zijn op mensen die nóg vrijer zijn dan ik. Maar dat gaat ook over lef, durven. Misschien dat ik ooit wel spring.”

Wat maakt jou gelukkig?

“Dat is een vraag die we onszelf regelmatig eens zouden moeten stellen. Jammer genoeg doen we het nooit. Wat maakt mij gelukkig? Ik zie vooral momentopnames, en dat is heel vaak met geliefden. Met mijn zoon in de zee, die zondag. Of wanneer ik mensen ontmoet en ik meteen een connectie heb met hen. Wanneer ik schrijf, of nee, wanneer ik geschreven héb. Wanneer je volledig in iets kan opgaan, wanneer je jezelf helemaal kan vergeten. Garnalen pellen met mijn moeder, want dan hebben we de diepste gesprekken. En de liefde, natuurlijk. Die maakt ook wel gelukkig ( lacht ). Ik heb een vriend die in Antwerpen woont. Trouwens, ik merk een connectie tussen Oostende en Antwerpen. Ja, echt! Ik ben voorbij de clichés over Antwerpenaren geraakt en ik zie veel raakvlakken. Een bepaalde openheid, harde humor ook.”

Wat zou je, behalve leren zeilen, nog willen doen?

“Iets maken dat volledig van mezelf is, los van de krant. Iets creëren, maken, schrijven. Simpel eigenlijk, of net niet natuurlijk. Voor de rest? Iets meer durven zijn wie ik ben. En het is misschien een schaamteloos cliché, maar een jaar in het buitenland wonen zou ik ook graag nog doen. Alhoewel, nu ik Oostende heb, is dat niet meer zo nodig ( lacht ). Waar ik woon, schijnt het licht van de vuurtoren binnen. Die drie lichtflitsen zijn zo rustgevend en zorgen ervoor dat ik me beschermd voel. Zo weet ik dat ik niet ga verdrinken.” ( glimlacht )

Bio

Privé: Guinevere (42) groeide op in het Permekehuis in Jabbeke. Vandaag woont ze in Oostende met haar zoon Tristan (11). Ze heeft een vriend die in Antwerpen woont.

Studies en loopbaan: ze volgde Latijn en Grieks aan de Universiteit Gent en journalistiek aan de Erasmushogeschool in Brussel. Sinds 2010 werkt Guinevere als journalist bij de krant De Standaard, waar ze vandaag chef is van de bijlage De Standaard der Letteren.

Vrije tijd: tijd spenderen met haar zoon, tennissen, naar de strandcabine gaan, lezen.