José Masschelin kruipt in hoofd van moordenaars: “Liquidaties zijn niet uit te sluiten”

José Masschelin voor het gerechtsgebouw in Kortrijk. © LK
Laurens Kindt

Vorig jaar werden in ons land 178 mensen vermoord. Nog eens 1.013 slachtoffers overleefden een poging daartoe. Onthutsende cijfers, maar op een vreemde manier zijn ze hoopgevend. Want ze zitten in dalende lijn. Het aantal geslaagde levensdelicten daalde op tien jaar tijd van 23 naar ‘slechts’ 15 procent. Deze en andere interessante cijfers staan in het boek ‘Moeder, waarom doden wij?’ van voormalig gerechtsjournalist José Masschelin.

In het boek kruipt de West-Vlaamse auteur in het hoofd van moordenaars. Wie zijn ze, wat drijft hen? Om antwoorden te vinden op zijn vragen roept José Masschelin de hulp in van vijf ervaren gerechtspsychiaters waaronder Hans Hellebuyck uit Middelkerke, Johan Baeke uit Oostkamp en Nils Verbeeck van het Psychiatrisch Ziekenhuis in Beernem. “Binnenkijken in het hoofd van een moordenaar is een onzekere bezigheid. Zelfs geoefende experts en bevoorrechte waarnemers kunnen zich grondig vergissen”, waarschuwt José Masschelin.

Hebben moordenaars eigenlijk überhaupt iets gemeen? Bestaat er zoiets als het moordenaars-gen?

Ze verschillen natuurlijk allemaal, maar wat ze gemeen hebben is een absoluut gebrek aan empathie. Of er zoiets als een genetische aanleg bestaat die de kans doet stijgen dat je een moordenaar wordt, weet ik ook niet. Ik heb, voor ik gerechtsjournalist werd, gewerkt in de bijzondere jeugdzorg met verwaarloosde kinderen. Ik denk dat een slechte jeugd die gepaard gaat met mishandeling – seksuele, agressieve of emotionele – hét recept is om een crimineel te kweken. Het is een cliché maar als je bij de vaste rechtbankklanten in hun jeugd gaat snuisteren, zal je veel schrijnende verhalen ontdekken. Maar moordenaars worden, behalve het type van de sadistische lustmoordenaar, niet allemaal als moordenaar geboren. Die lustmoordenaars, dat is een categorie apart. Daar helpt geen behandelen aan. Ook geen medische castratie. Psychiater Verbeeck legt dat goed uit in het boek: onze seksuele drive is meer dan een penis in erectie. Het is ook onze fantasie. En die kan je niet stilleggen met chemische castratie. Ook impotente mensen, zoals de legendarische seriemoordenaar Ted Bundy, kunnen lustmoorden plegen.

U gaat te rade bij vijf gerechtspsychiaters. Nochtans klinkt de kritiek tegen die mensen alsmaar luider. Ze zouden bandwerk afleveren, netjes op maat van hun werkgever: het openbaar ministerie.

Ik ken de kritiek. En ik ken ook de psychiaters die altijd hetzelfde liedje komen zingen op assisen. De beschuldigde was volgens hen dan altijd een psychopaat met antisociale persoonlijkheidskenmerken, een narcist, noem maar op. Er zijn ook nuances natuurlijk, dat vergeet men soms. Psychiaters worden vaak keihard aangevallen op een assisenproces, meestal vanuit de advocatuur. Psychiatrie is een zeer moeilijke oefening. Dokter Hellebuyck legt in het boek uit dat het gerecht altijd beroep doet op een psychiater om te zien of een verdachte niet psychisch ziek is. In negentig procent van de gevallen zijn daders ook niet psychisch ziek. Een psychiater krijgt dan de vraag van het gerecht om in te schatten hoe gevaarlijk die persoon is. Maar die psychiaters kunnen dat even goed inschatten als u en ik. Iemand die niet ziek is, kan je onmogelijk inschatten. En dan moeten die psychiaters daarover komen getuigen op assisen, waar ze vaak terugvallen op hun jargon.

De vrouw maakt minder fouten, heeft minder emoties als ze moordt. Mannen kunnen moeilijker hun agressie verbergen

Een van de categorieën in uw boek is ‘de vrouwelijke moordenaar’. Waarin verschillen vrouwen van mannen als het gaat om moord?

De vrouw maakt minder fouten, heeft minder emoties als ze moordt. Mannen zijn impulsiever, besteden minder aandacht aan het plannen van een moord en kunnen moeilijker hun agressie verbergen. Vrouwen kunnen perfect met u aan tafel zitten, u lieflijk in de ogen kijken maar in hun hoofd bezig zijn met een moorddadig plan. Alle psychiaters bevestigen dat. Ze mispakken er zich soms ook zelf aan. Zo was er een zaak uit het Kortrijkse waarbij een vrouw de echtgenote van haar minnaar doodstak, op vraag van de minnaar. De psychiater dacht dat ze een volgzaam type was dat onder druk van haar minnaar de feiten had gepleegd. Als een robot. Toen de psychiater die vrouw later nog ontmoette in de gevangenis, na haar veroordeling, bleek dat helemaal niet zo te zijn. Ze smokkelde drugs, manipuleerde medegevangenen, noem maar op.

Het hof van assisen staat onder druk. Afschaffen, aanpassen, laten bestaan. Wat denkt u?

Pas gewoon het Franse systeem toe. Een gemengde jury, zeven burgers en vijf magistraten die met elkaar mogen overleggen. En maak het mogelijk om in beroep te gaan. Daar is in Frankrijk geen enkel probleem mee. Ja, men gaat al eens in beroep. En dan? Kijk naar het proces van de Kasteelmoord. Iedereen die er in Brugge bij was tijdens het proces in eerste aanleg wist dat de hele zwik toch zou overgedaan worden in Gent. Dat heeft geweldig lang geduurd. De assisenprocedure moest goedkoper en korter. Dat is daar toch niet meteen gelukt. Ik vind dat assisen moet blijven bestaan, maar in het Franse model. Logisch ook, want heel ons wetboek komt van Frankrijk, van Napoleon. Assisen is één van de weinige dingen in de maatschappij waar de burger echt nog zelf kan meedoen. In Spanje heeft men het assisenhof na de afschaffing ervan onlangs opnieuw ingevoerd. Idem in Rusland. Een mondelinge procedure heeft heel veel voordelen, zo zijn er al veel verrassingen geweest op assisenprocessen. Getuigen die ontmaskerd worden als leugenaars, bijvoorbeeld. Als je je alleen baseert op hun schriftelijke verklaring in het dossier, dan wordt die leugen niet ontdekt. Let op, ik vind ook dat als iemand bekent, het geen lang assisenproces meer moet zijn. Discussieer dan over de straf. Het is niet omdat er 178 moorden per jaar zijn dat er ook 178 assisenprocessen moeten zijn.

Dit boek is net uit en u werkt al aan het volgende, over de Vlaamse onderwereld.

Ik ken een paar mensen uit die wereld en je zou schrikken wat er allemaal achter de schermen gebeurt. Het is maar als er plots een lijk op straat ligt, dat we wakker worden. Je mag het niet onderschatten, ook in West-Vlaanderen is de georganiseerde misdaad actief. In de kuststreek gebeurt er heel wat dat het daglicht niet mag zien. De kust is typisch een regio die mensen van alle slag aantrekt. Knokke is mooi, maar niet alles in Knokke is even mooi. Niet alle mensen in Knokke zijn toffe peren en niet al het geld in Knokke is even wit. Daar komt de crème de la crème van het zakenleven maar ook de crème de la crème van de misdaad samen. Qua witteboordencriminaliteit scoren we daar hoog. Maar ook de stilte en verlatenheid van de Westhoek trekt criminelen aan. West-Vlamingen zijn harde werkers en dus zijn West-Vlaamse criminelen ook top in hun vak. Ze zetten hun kwaliteiten alleen in op een manier die het daglicht niet mag zien. Die wereld blijft vaak verborgen maar ik voorspel dat ook Amsterdamse toestanden, waarbij de ene liquidatie de andere opvolgt, ook bij ons niet uit te sluiten valt.

‘Moeder, waarom doden wij?’ is uitgegeven bij Manteau.